Europeanen
Artikel
Als EU-burger wordt u beschermd door Europese regelgeving en kan u beroep doen op rechten, instrumenten en ondersteuning.
In functie van de hoedanigheid (werkzoekende, student, loontrekkende, ...) die u heeft doorgegeven aan de gemeente, zullen de rechten echter niet op dezelfde manier worden geopend. In de documenten vindt u een schema dat het soort steun per soort hoedanigheid weergeeft.
Documents
- Schema GH met Belg A3
- Schema GH met Belg A4
- Schema EU GH met EU A3
- Schema EU GH met EU A4
FAQ
-
Wat is een burger van de Europese Unie voor onze reglementering? Het gaat om een persoon die de nationaliteit van een lidstaat van de Europese Unie heeft, andere dan de Belgische, en die in het kader van het recht op vrij verkeer naar ons grondgebied gekomen is.
-
Welke zijn de 28 lidstaten van de Europese Unie? 1) België 15) Luxemburg
2) Bulgarije 16) Malta
3) Cyprus 17) Nederland
4) Denemarken 18) Oostenrijk
5) Duitsland 19) Polen
6) Estland 20) Portugal
7) Finland 21) Roemenië
8) Frankrijk 22) Slovakije
9) Griekenland 23) Slovenië
10) Hongarije 24) Spanje
11) Ierland 25) Tsjechië
12) Italië 26) Verenigd Koninkrijk
13) Letland 27) Zweden
14) Litouwen 28) Kroatie
-
Op wie is artikel 57quinquies van de Organieke wet en artikel 3,3°, 2de streepje van de RMI-wet van toepassing ? Artikel 57quinquies van de Organieke wet en artikel 3, 3°, 2de streepje van de RMI-wet moet worden toegepast op:
- Unieburgers en hun familieleden die in het kader van het recht op vrij verkeer naar ons grondgebied gekomen zijn
- de familieleden van een Belg die in het kader van de gezinshereniging met een Belg naar ons grondgebied gekomen zijn.
Zie ook: de omzendbrief van 5 augustus 2014 betreffende de interpretatie van artikel 3, 3°, 2de streepje van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie en artikel 57quinquies van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
-
Heeft (het familielid van) een Unieburger die in de hoedanigheid van werkzoekende, houder van voldoende bestaansmiddelen of student op ons grondgebied verblijft, recht op maatschappelijke integratie ? De betrokkene heeft recht op maatschappelijke integratie op voorwaarde dat hij een verblijfsrecht heeft van meer dan drie maanden (E-kaart of F-kaart) EN een effectief verblijf van drie maanden in die hoedanigheid op ons grondgebied heeft, te rekenen vanaf de afgifte van de bijlage 19 of bijlage 19ter.
Indien er geen bijlage 19 of bijlage 19ter werd afgeleverd, begint de termijn van drie maanden te lopen vanaf de datum van aanvang van de geldigheid van de E-kaart of F-kaart .
Indien de betrokkene dit verblijfsrecht nog niet of niet langer heeft, is er dus ook geen recht op maatschappelijke integratie. Concreet betekent dit dat de betrokkene die in het bezit is van een bijlage 19, bijlage 19ter, bijlage 20, bijlage 21 of bijlage 35 geen recht heeft op maatschappelijke integratie.
Deze FAQ behandelt slechts één aspect van de voorwaarden die moeten voldaan zijn om aanspraak te kunnen maken op dit recht.
Juridische grondslag: artikel 3, 3°, 2de streepje van de RMI-wet
-
Heeft (het familielid van) een Unieburger die in de hoedanigheid van student of houder van voldoende bestaansmiddelen op ons grondgebied verblijft, recht op maatschappelijke dienstverlening De betrokkene heeft recht op maatschappelijke dienstverlening op voorwaarde dat er een periode van drie maanden verstreken is sinds de afgifte van de bijlage 19 of de bijlage 19ter. Concreet betekent dit dat de betrokkene die in het bezit is van een bijlage 19, bijlage 19ter, bijlage 20, E-kaart, F-kaart, bijlage 21, bijlage 35 recht heeft op maatschappelijke dienstverlening indien er een periode van drie maanden verstreken is sinds de afgifte van de bijlage 19 of de bijlage 19ter. Indien er geen bijlage 19 of bijlage 19ter werd afgeleverd, begint de termijn van drie maanden te lopen vanaf de datum van de aanvang van de geldigheid van de E-kaart of F-kaart.
Deze FAQ behandelt slechts één aspect van de voorwaarden die moeten voldaan zijn om aanspraak te kunnen maken op dit recht.
Juridische grondslag: artikel 57quinquies van de Organieke wet
-
Heeft (het familielid van) een Unieburger die in de hoedanigheid van werkzoekende op ons grondgebied verblijft, recht op maatschappelijke dienstverlening ? De betrokkene heeft geen recht op maatschappelijke dienstverlening en dit gedurende de hele periode dat hij in die hoedanigheid op ons grondgebied verblijft. Concreet betekent dit dat de betrokkene die in het bezit is van een bijlage 19, bijlage 19ter, bijlage 20, E-kaart, F-kaart, bijlage 21, bijlage 35 geen recht heeft op maatschappelijke dienstverlening.
Deze FAQ behandelt slechts één aspect van de voorwaarden die moeten voldaan zijn om aanspraak te kunnen maken op dit recht.
Juridische grondslag: artikel 57quinquies van de Organieke wet
-
Heeft (het familielid van) een Unieburger die in de hoedanigheid van werknemer of zelfstandige op ons grondgebied verblijft, recht op maatschappelijke dienstverlening ? De betrokkene heeft recht op maatschappelijke dienstverlening op voorwaarde dat hij een aanvraag tot een verblijfsrecht van meer dan drie maanden heeft ingediend (bijlage 19 of bijlage 19ter) of dit verblijfsrecht van meer dan drie maanden bekomen heeft (E-kaart of F-kaart). Concreet betekent dit dat de betrokkene die in het bezit is van een bijlage 19, bijlage 19ter, bijlage 20, E-kaart F-kaart, bijlage 21, bijlage 35 recht heeft op maatschappelijke dienstverlening.
Deze FAQ behandelt slechts één aspect van de voorwaarden die moeten voldaan zijn om aanspraak te kunnen maken op dit recht.
Juridische grondslag: artikel 57quinquies van de Organieke wet
-
Heeft (het familielid van) een Unieburger die in de hoedanigheid van werknemer of zelfstandige op ons grondgebied verblijft, recht op maatschappelijke integratie ? De betrokkene heeft recht op maatschappelijke integratie op voorwaarde dat hij een verblijfsrecht heeft van meer dan drie maanden (E-kaart of F-kaart). Indien de betrokkene dit verblijfsrecht nog niet of niet langer heeft, is er dus ook geen recht op maatschappelijke integratie. Concreet betekent dit dat de betrokkene die in het bezit is van een bijlage 19, bijlage 19ter, bijlage 20, bijlage 21 of bijlage 35 geen recht heeft op maatschappelijke integratie.
Deze FAQ behandelt slechts één aspect van de voorwaarden die moeten voldaan zijn om aanspraak te kunnen maken op dit recht.
Juridische grondslag: artikel 3, 3°, 2de streepje van de RMI-wet
-
Heeft het familielid van een Belg recht op maatschappelijke dienstverlening? De betrokkene heeft recht op maatschappelijke dienstverlening op voorwaarde dat er een periode van drie maanden verstreken is sinds de afgifte van de bijlage 19 of de bijlage 19ter. Concreet betekent dit dat de betrokkene die in het bezit is van een bijlage 19, bijlage 19ter, bijlage 20, E-kaart, F-kaart, bijlage 21, bijlage 35 recht heeft op maatschappelijke dienstverlening indien er een periode van drie maanden verstreken is sinds de afgifte van de bijlage 19 of de bijlage 19ter. Indien er geen bijlage 19 of bijlage 19ter werd afgeleverd, begint de termijn van drie maanden te lopen vanaf de datum van de aanvang van de geldigheid van de E-kaart of F-kaart.
Deze FAQ behandelt slechts één aspect van de voorwaarden die moeten voldaan zijn om aanspraak te kunnen maken op dit recht.
Juridische grondslag: artikel 57quinquies van de Organieke wet