In bepaalde gevallen kan het centrum bij individuele beslissing om redenen van billijkheid afzien van de terugvordering van het leefloon bij onderhoudsplichtigen.

     

    Dit kan bijvoorbeeld in het geval van een ernstig verstoorde relatie tussen de betrokkene en de onderhoudsplichtigen met het gevaar dat deze niet meer hersteld zal geraken.

     

    Voor jongeren geplaatst in een voorziening van Bijzondere Jeugdzorg of komende uit een dergelijke voorziening, vormt de plaatsing op zich een voldoende vermoeden dat de relatie ernstig is verstoord. Het onderzoek kan in deze gevallen dan ook beperkt blijven tot het nagaan van de plaatsing zelf.