In principe moet een leefloonbegunstigde die langer dan één maand in het buitenland wil verblijven, het OCMW hiervan vóór zijn vertrek in kennis stellen.
    Als een leefloonbegunstigde langer dan één maand in het buitenland verblijft zonder het OCMW hiervan op de hoogte te brengen, wordt de uitbetaling van het leefloon geschorst na het verstrijken van de eerste maand van verblijf in het buitenland tenzij de Raad voor Maatschappelijk Welzijn oordeelt dat uitzonderlijke omstandigheden dit verblijf rechtvaardigen.
    Tijdens de 1ste maand van het verblijf in het buitenland behoudt de leefloonbegunstigde het leefloon.