het OCMW kan slechts in 2 gevallen aan de gerechtigde een sanctie opleggen, namelijk wanneer:

    1. hij verzuimt bestaansmiddelen aan te geven waarvan hij het bestaan kent of hij legt onjuiste of onvolledige verklaringen af die een invloed hebben op het bedrag van het leefloon.

      In dit geval kan de uitbetaling van het leefloon geheel of gedeeltelijk geschorst worden voor een periode van ten hoogste zes maanden, of in geval van bedrieglijk opzet voor ten hoogste twaalf maanden. In geval van herhaling binnen een termijn van drie jaar kunnen deze periodes worden verdubbeld.

    2. hij na aanmaning, zonder wettige redenen zijn verplichtingen die in het contract betreffende het geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (gpmi) zijn opgenomen, niet naleeft.

      In dit geval kan de uitbetaling van het leefloon geheel of gedeeltelijk geschorst worden voor een periode van ten hoogste één maand. In geval van herhaling binnen een termijn van één jaar kan de uitbetaling voor een periode van ten hoogste drie maanden worden geschorst.