Studenten
Artikel
Het statuut van student is bijzonder in de wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie. Deze wet beschouwt als student iedereen die studies met een voltijds leerplan, of hiermee gelijkgesteld, aanvat, verderzet of hervat.
Personen die ouder zijn dan 25 jaar kunnen worden beschouwd als studenten, op voorwaarde dat zij hun studies hebben aangevat vóór de leeftijd van 25 jaar.
Meer details in onze brochure in verband met studenten, die jullie kunnen terugvinden onder de tab ‘Studies’.
De bedragen betreffende socio-professionele vrijstelling voor studenten kan je onder Tools OCMW's - Bedragen terugvinden.
FAQ
-
Zijn toelagen uitgekeerd door de studentenvoorzieningen van hogescholen en universiteiten vrijgesteld voor de berekening van het leefloon? Een toelage die maximaal één maal per academiejaar door studentenvoorzieningen van hogescholen en universiteiten wordt uitbetaald, en die elk academiejaar kan worden toegekend op basis van een nieuwe aanvraag, wordt beschouwd als een niet-regelmatige gift, en is aldus vrijgesteld bij de berekening van de bestaansmiddelen.
-
Een student die langer dan een maand in het buitenland verblijft, kan hij het leefloon behouden? De student die langer dan een maand in het buitenland verblijft, behoudt het leefloon, indien:
- Behoud van de gewoonlijke verblijfplaats in België
- Inschrijving in een onderwijsinstelling voor Hoger Onderwijs in België
- Het verblijf in het buiteland deel uitmaakt van het programma van de opleiding of daarmee onlosmakelijk verbonden is
Voorbeelden: het volgen van een stage, uitwisseling binnen Erasmus, Erasmus Mundus, VLIR-CUD, CIUF-CUD, enz.
-
Moet er voor de berekening van het leefloon rekening gehouden worden met de studiebeurs die de betrokkene ontvangt? Neen. Voor de berekening van het leefloon is de studiebeurs vrijgesteld als bestaansmiddel en moet bijgevolg niet in aanmerking worden genomen.
Deze vrijstelling geldt zowel in het geval dat de student de aanvrager is en de studiebeurs zelf ontvangt, als in het geval de ouders de aanvrager zijn en de studiebeurs ten gunste van de student ontvangen.
Referenties:
Artikel 22, § 1, van het koninklijk besluit van 12 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratiejk -
Moet er voor de berekening van het leefloon rekening gehouden worden met de studiebeurs die de betrokkene ontvangt? er zijn 4 verschillende mogelijkheden:
- het OCMW moet integraal rekening houden met de inkomsten van de echtgenoot of levenspartner als de betrokkene gerechtigd is op een leefloon categorie 3 (persoon die samenwoont met een gezin te zijnen laste)
- het OCMW moet rekening houden met de inkomsten van de echtgenoot of levenspartner boven het bedrag van categorie 1 (samenwonende) als de betrokkene gerechtigd is op een leefloon categorie 1
- het OCMW kan (geheel of gedeeltelijk) rekening houden met de inkomsten van de ouders of de kinderen boven het bedrag van categorie 1 als de betrokkene samenwoont met deze mensen
- in alle andere gevallen mag het OCMW geen rekening houden met de inkomsten van de personen waarmee de betrokkene samenwoont
Referentie:
Artikel 34 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie -
Is de bijzondere bevoegdheidsregel van toepassing op studenten, enkel voor de toekenning van het leefloon? neen.
De bijzondere bevoegdheidsregel voor studenten is zowel van toepassing op het leefloon, als op individuele maatschappelijke dienstverlening.
Referenties:
A. Wetteksten: art. 2, §6, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
B. Omzendbrief van 3 augustus 2004 betreffende studenten en het leefloon -
Hoelang kan de spi-vrijstelling voor studenten die studies met voltijds leerplan volgen, toegepast worden ? De spi-vrijstelling voor studenten moet toegepast worden gedurende de periode dat er een gpmi (geindividualiseerd project voor maatschappelijke integratie) is afgesloten.
Aangezien dit verplicht is gedurende de hele duur van de studies wordt dus de vrijstelling toegpast gedurende de hele duur van de studies.
Indien de jongere na zijn studies nog leefloon geniet, zal hij vervolgens ook kunnen genieten van de gewone SPI-vrijstelling indien hij aan de voorwaarden voldoet.
-
Kan de spi-vrijstelling toegepast worden voor studenten die al aan het werk zijn vooraleer ze gerechtigd zijn op een leefloon ? Ja. De voorwaarde dat het moet gaan om een leefloongerechtigde die begint te werken geldt enkel bij de ‘gewone’ vrijstelling.
De spi-vrijstelling bij een student kan altijd toegepast worden vanaf het moment dat er een gpmi met de student is afgesloten omdat het opdoen van beroepservaring het doel is.
-
Zijn toelagen uitgekeerd door de Studentenvoorzieningen van hogescholen en universiteiten vrijgesteld voor de berekening van het leefloon? Een toelage die maximaal één maal per academiejaar door Studentenvoorzieningen van hogescholen en universiteiten wordt uitbetaald, en die elk academiejaar kan worden toegekend op basis van een nieuwe aanvraag en beslissing, wordt beschouwd als een niet-regelmatige gift, en is aldus vrijgesteld bij de berekening van de bestaansmiddelen.
-
Hebben studenten die werken recht op de vrijstelling sociaal-professionele integratie (SPI)? Ja. Het bedrag van de vrijstelling varieert naargelang de student al dan niet geniet van een studiebeurs. Zo geniet momenteel (01/01/2018) een student zonder studiebeurs van een maandelijkse vrijstelling van 264,13 € en een student met studiebeurs van een maandelijkse vrijstelling van 73,67 €.
Referenties: Artikel 35§2 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie
-
Ik ben student. Aan welk OCMW kan ik steun vragen? Wanneer je meerderjarig bent, minder dan 25 jaar oud bent en studies volgt met een voltijds leerplan kan je je richten tot het OCMW van de gemeente waar je was ingeschreven in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister voor jouw hoofdverblijfplaats op de datum van jouw aanvraag. Dit OCMW blijft bevoegd tijdens de gehele ononderbroken duur van jouw studies.
Wanneer je niet aan deze voorwaarden voldoet, kan je je richten tot het OCMW van de gemeente waar je gewoonlijk verblijft.
Referenties:
A:Wetteksten: art. 2, §6, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
B:Omzendbrief van 3 augustus 2004 betreffende studenten en het leefloon
-
Worden de studies onderbroken wanneer de student ziek is? De studies worden niet onderbroken wanneer de student zijn studies niet kan verderzetten, naar aanleiding van zijn gezondheidstoestand, zolang dat hij ingeschreven blijft voor het lopende school- of academiejaar.
Referenties:
A. Wetteksten: art. 2, §6, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
B. Omzendbrief van 3 augustus 2004 betreffende studenten en het leefloon
-
Heeft (het familielid van) een Unieburger die in de hoedanigheid van werkzoekende, houder van voldoende bestaansmiddelen of student op ons grondgebied verblijft, recht op maatschappelijke integratie ? De betrokkene heeft recht op maatschappelijke integratie op voorwaarde dat hij een verblijfsrecht heeft van meer dan drie maanden (E-kaart of F-kaart) EN een effectief verblijf van drie maanden in die hoedanigheid op ons grondgebied heeft, te rekenen vanaf de afgifte van de bijlage 19 of bijlage 19ter.
Indien er geen bijlage 19 of bijlage 19ter werd afgeleverd, begint de termijn van drie maanden te lopen vanaf de datum van aanvang van de geldigheid van de E-kaart of F-kaart .
Indien de betrokkene dit verblijfsrecht nog niet of niet langer heeft, is er dus ook geen recht op maatschappelijke integratie. Concreet betekent dit dat de betrokkene die in het bezit is van een bijlage 19, bijlage 19ter, bijlage 20, bijlage 21 of bijlage 35 geen recht heeft op maatschappelijke integratie.
Deze FAQ behandelt slechts één aspect van de voorwaarden die moeten voldaan zijn om aanspraak te kunnen maken op dit recht.
Juridische grondslag: artikel 3, 3°, 2de streepje van de RMI-wet
-
Heeft (het familielid van) een Unieburger die in de hoedanigheid van student of houder van voldoende bestaansmiddelen op ons grondgebied verblijft, recht op maatschappelijke dienstverlening De betrokkene heeft recht op maatschappelijke dienstverlening op voorwaarde dat er een periode van drie maanden verstreken is sinds de afgifte van de bijlage 19 of de bijlage 19ter. Concreet betekent dit dat de betrokkene die in het bezit is van een bijlage 19, bijlage 19ter, bijlage 20, E-kaart, F-kaart, bijlage 21, bijlage 35 recht heeft op maatschappelijke dienstverlening indien er een periode van drie maanden verstreken is sinds de afgifte van de bijlage 19 of de bijlage 19ter. Indien er geen bijlage 19 of bijlage 19ter werd afgeleverd, begint de termijn van drie maanden te lopen vanaf de datum van de aanvang van de geldigheid van de E-kaart of F-kaart.
Deze FAQ behandelt slechts één aspect van de voorwaarden die moeten voldaan zijn om aanspraak te kunnen maken op dit recht.
Juridische grondslag: artikel 57quinquies van de Organieke wet
-
Kan de SPI-vrijstelling toegepast worden op het beroepsinkomen van een student met voltijds leerplan ? Neen, want de bijzondere vrijstelling student met of zonder studiebeurs primeert op de algemene vrijstelling SPI.
Dit wil zeggen dat de student met voltijds leerplan voor de volledige duur van zijn geïndividualiseerd integratieproject dat voor de volledige duur van de studies wordt afgesloten, kan genieten van het voordeel van deze bijzondere vrijstelling student.
-
Welke studie worden beschouwd als studies met volledig leerplan? - middelbaar onderwijs met volledig leerplan
- hoger niet-universitair en universitair onderwijs, die door de betrokken gemeenschap beschouwd worden als studies met volledig leerplan.
- De door het onderwijs voor sociale promotie georganiseerde dagopleidingen die leiden tot een overeenstemmend getuigschrift van het onderwijs met voltijds leerplan worden gelijkgesteld met studies in onderwijs met voltijds leerplan.
- Leerovereenkomst van de middenstand
- "l’enseignement secondaire en alternance (CEFA) (Franse Gemeenschap) BEHALVE de opleiding tot bedrijfsleider, georganiseerd door DEFA of "L'Espace Formation PME" die niet wordt beschouwd als studies met volledig leerplan. Het gaat om een voorbereidende opleiding voor de uitoefening van een leidende functie in een KMO of de uitoefening van een zelfstandig of vrij beroep.
- het deeltijds beroepssecundair onderwijs" (Vlaamse Gemeenschap)
-
Welke studies worden niet beschouwd als studies met volledig leerplan? - Opleidingen in glijdende uurroosters, avondcursussen.
- Cursussen gevolgd als vrije student.
- Cursussen per post, afstandsonderwijs.
- Onderwijs voor sociale promotie, dagonderwijs, dat niet leidt tot een overeenstemmend getuigschrift van het onderwijs met volledig leerplan
- Een taalopleiding die niet leidt tot een overeenstemmend getuigschrift van het onderwijs met volledig leerplan
- Studies gevolgd in onderwijsinstellingen in het buitenland behalve voor studenten die in het kader van het Erasmusprogramma van de Europese Unie voor een bepaalde tijd in het buitenland studeren, en die ingeschreven blijven in een door de Gemeenschappen erkende, georganiseerde of gesubsidieerde onderwijsinstelling.
- Opleidingen die leiden tot een getuigschrift en niet tot een titel die overeenstemt met het onderwijs met volledig leerplan. Voorbeelden:
- de opleiding zorgkundige die leidt tot een kwalificatiegetuigschrift van gezinshulp - zorgkundige;
- de opleiding "polyvalente help(st)er voor dienstverlening aan huis en in groep" is een kwalificerende opleiding die leidt tot een kwalificatiegetuigschrift van "polyvalente help(st)er voor dienstverlening aan huis en in groep"
- de opleiding schoonheidsspecialiste aan de onderwijsinstelling voor sociale promotie die leidt tot een kwalificatiegetuigschrift van schoonheidsspecialiste. - Kwalificerende opleidingen (een opleiding van FOREM, VDAB, ORBEM, of van een vzw, …). Voorbeelden:
- Opleidingen sociale promotie voor kinderverzorgster die leiden tot een getuigschrift van slagen;
- De leeropleidingen kleinhandelaar georganiseerd door 'L’Espace Formation PME' die bedoeld zijn voor iedereen die de noodzakelijke kennis wil verwerven om professional te worden, hetzij ten dienst van een onderneming of als zelfstandige.
- De opleiding tot bedrijfsleider, georganiseerd door CEFA of "L'Espace Formation PME".
Studies
Wegwijs voor studenten
De POD Maatschappelijke Integratie werkte de brochure 'Wegwijs voor studenten' uit om de studenten die potentieel recht hebben op een leefloon beter naar het OCMW te leiden. ...