Zakgeld rusthuisbewoners

    Rusthuisbewoners en zakgeld. Het is geen alledaagse connotatie voor velen onder ons, maar niettemin een belangrijk aandachtspunt voor de bewoners, de familie en de instelling waar ze verblijven. Ouderen die over voldoende middelen beschikken, betalen hun rusthuisopname in principe zelf.

    Wat gebeurt er, indien het verblijf niet volledig kan bekostigd worden?

    Wanneer u onvoldoende inkomsten hebt om de totale kosten te betalen, kan het OCMW het tekort bijpassen. U moet dan uw normale inkomsten afstaan aan het OCMW, ze worden gebruikt ter betaling van het verblijf. U behoudt wel een maandelijks zakgeld, waarvan het bedrag door het OCMW wordt bepaald en waarover u vrij mag beschikken. In dit geval kunnen de onderhoudsplichtigen (dit zijn de kinderen, kleinkinderen, eventueel de echtgeno(o)t(e), gewezen echtgeno(o)t(e) of de nog in leven zijnde ouders) verplicht worden om het tekort aan te vullen. Dit gebeurt uitsluitend indien zijzelf over een voldoende hoog inkomen beschikken. Terugvordering kan niet toegepast worden op uw broers en zusters van de resident. In geval van terugvordering van de verblijfskosten in een rust- en verzorgingstehuis, bij kinderen en hun eventuele echtgeno(o)t(e), wordt deze beperkt tot het kindsdeel. De onderhoudsplichtige kan billijkheidsredenen inroepen om vrijgesteld te worden van betaling, zoals een bescheiden inkomen, zware financiële lasten, reeds bestaande verstoorde familierelaties.

    Het bedrag van het zakgeld kan je onder Tools OCMW's - Bedragen terugvinden.

    TABEL BEDRAGEN