Article

- Hoe zijn jullie bij de POD MI terechtgekomen? Hoe ziet jullie loopbaan binnen de POD eruit?
Helena: Ik ben sinds 1 januari 2024 directeur-generaal (DG) Beleidsvoorbereiding en -uitvoering op de POD maatschappelijke Integratie (MI). Ik begon mijn carrière als coördinator bij een vzw in Leuven die werkt rond e-inclusie bij maatschappelijk kwetsbare jongeren. In 2007 startte ik bij de POD op de dienst armoedebestrijdingsbeleid als expert. Ik heb dat een aantal jaren gedaan tot ik op een bepaald moment de kans kreeg om aan de slag te gaan bij het kabinet van onze bevoegde minister. Ik heb twee legislaturen gewerkt voor de kabinetten van de ministers die bevoegd waren voor onze domeinen waardoor de link met de POD altijd sterk is gebleven. Na de eerste coronagolf ben ik teruggekeerd, net voor het einde van de legislatuur. Hoewel de ervaring bij het kabinet zeer boeiend en verrijkend was, ligt mijn hart bij de administratie. Eenmaal teruggekeerd, heb ik Alexandre Lesiw ondersteund in zijn functies als voorzitter en DG. Toen de functie van DG Beleidsvoorbereiding en -uitvoering vacant werd, heb ik gesolliciteerd. Nu onze voorzitter Alexandre Lesiw met pensioen gaat, zal ik ook de rol als voorzitter a.i. op mij nemen.
Francis: Ik ben sinds half oktober 2023 DG Ondersteunende Diensten bij de POD. Ik werk sinds 2008 bij de federale overheid, waar ik begon bij de FOD Volksgezondheid. In eerste instantie werkte ik daar op de personeelsdienst als adviseur voor het management. In 2019 maakte ik de overstap naar een van de inhoudelijke directoraten, het directoraat-generaal Gezondheidszorg. Daar was ik verantwoordelijk voor het management office, dat onder meer instond voor het budgetbeheer, de communicatie en het personeelsbeleid binnen het DG. Tijdens de coronacrisis, die een grote impact had op onze organisatie, nam ik samen met een collega-diensthoofd tijdelijk de leiding over het directoraat-generaal. Na anderhalf jaar werd mijn collega benoemd tot DG ad interim en hervatte ik mijn functie als leidinggevende van het management office, weliswaar in combinatie met de rol van adjunct voor de DG a.i. Dat deed ik tot ik de vacature bij de POD MI voor DG Ondersteunende Diensten zag.
- Wat trok je aan in de thema's van de POD?
Francis: Er zijn verschillende redenen waarom ik op de vacature gereageerd heb. Ten eerste zie ik een sterke inhoudelijke link tussen de functie van directeur-generaal Ondersteunende Diensten binnen de POD MI en de ervaring en kennis die ik in mijn functies bij de FOD Volksgezondheid opgedaan heb, met name op het vlak van communicatie, budgetbeheer en personeelsbeheer. Daarnaast vond ik het, na mijn ervaringen tijdens de coronacrisis, interessant om meer van nabij betrokken te zijn bij het bepalen van de richting van een directoraat-generaal. Ten slotte vind ik de POD een aantrekkelijke organisatie door haar directe maatschappelijke relevantie, die zich richt op de meest kwetsbare doelgroepen in de samenleving.
- Wat houdt jullie functie als DG concreet in?
Helena: Als DG maken we deel uit van het directiecomité van de POD MI, dat werkt aan de strategische visie en de sturing van de organisatie. Elke twee weken hebben we een directiecomité waarin beslissingen worden genomen over de ontwikkeling van onze organisatie, budget, HR en ICT. Specifiek binnen mijn rol als DG beleidsvoorbereiding en -uitvoering ben ik verantwoordelijk voor de dagelijkse aansturing van de inhoudelijke diensten. Dit omvat alle beleidsdomeinen van de POD, zoals maatschappelijke integratie, armoedebestrijding, Europese sociale fondsen, stedelijke cohesie en ervaringsdeskundigen. Samen kijken we hoe we de inhoudelijke aspecten van onze missie vorm geven. Ik leer ook onze stakeholders en partners beter kennen door deel te nemen aan verschillende netwerkvergaderingen. En ten slotte neem ik nu ook tijdelijk de functie van voorzitter ad interim op. Francis en ik zullen in tandem de organisatie aansturen en onze organisatie zo goed mogelijk door deze transitiefase loodsen.
Francis: In één zin: de ondersteunende diensten binnen de organisatie moeten ervoor zorgen dat de inhoudelijke diensten hun werk zo vlot mogelijk kunnen uitvoeren. Dit omvat een breed scala aan diensten: communicatie, budgetbeheer, ICT, personeelsbeheer, preventie, … Daarnaast valt ook de inspectiedienst onder mijn verantwoordelijkheid. In de afgelopen zes maanden hebben we gewerkt aan het analyseren van onze huidige werking en tegelijkertijd optimaliseren we processen in lijn met de behoeften van de organisatie. We werken zowel operationeel, als strategisch, met een focus op klantgerichtheid. We kijken naar waar we naartoe willen als ondersteunende diensten en hoe we kunnen bijdragen aan het realiseren van de missie en visie van de organisatie.
- Jullie begonnen eind 2023 en begin 2024 als nieuwe DG. 2024 is meteen een goed gevuld jaar met het Belgisch voorzitterschap van de Raad van de EU en de Europese, federale en regionale verkiezingen. Welke impact heeft dit op onze organisatie en op jullie werk als DG?
Francis: Voor mij was het eigenlijk een zeer interessant moment om aan deze job te beginnen omdat het de mogelijkheid bood om snel veel informatie te krijgen over de thema's die de POD behandelt en waar ik als nieuwkomer minder vertrouwd mee was. Inhoudelijk is dit dus een ideaal moment, maar deze periode is eveneens een goede opportuniteit om de dynamiek binnen de organisatie te ervaren. Vooral het enthousiasme waarmee onze medewerkers als vrijwilligers meewerkten aan de evenementen in het kader van het Belgische voorzitterschap stemde me vrolijk als nieuwe DG. Wat betreft de verkiezingen denken we natuurlijk op strategisch niveau na over mogelijke scenario's en hun impact op de POD.
Helena: Voor ons is het interessant om ons mandaat van zes jaar te beginnen bij het begin van een nieuwe legislatuur. Het zou namelijk kunnen dat je aankomt bij de administratie wanneer het strategisch plan al is opgesteld zonder dat je eraan hebt kunnen bijdragen. We staan nu aan het begin van een belangrijk proces. We hebben een memorandum opgesteld met de diensten voor de volgende beleidsmakers waarin we aangeven waarop een volgende regering zou kunnen focussen. Nu kunnen we mee vormgeven aan het komende strategisch plan en de visie verder ontwikkelen. We worden ook geïnspireerd door het voorzitterschap, dat veel input geeft en zorgt voor een positieve dynamiek. Natuurlijk weten we niet precies wat er op ons afkomt, maar we bereiden ons zo goed mogelijk voor.
- En tot slot: wat zijn jullie wensen voor de toekomst op professioneel vlak?
Francis: Momenteel bereiden we samen met het directiecomité onze organisatie voor op de uitdagingen die voor ons liggen. De afgelopen weken hebben we concrete stappen gezet en we blijven hieraan werken. Het federale landschap verandert voortdurend, ook op inhoudelijk vlak, wat betekent dat onze organisatie zich voortdurend moet aanpassen. Op middellange termijn wil ik ervoor zorgen dat de ondersteunende diensten optimaal functioneren. Het is belangrijk dat deze diensten eigenlijk niet te zichtbaar zijn binnen de organisatie maar wel maximaal toegankelijk zijn. Het lijkt me een interessante uitdaging om deze balans te bereiken en ik zal mijn mandaat als geslaagd beschouwen wanneer onze ondersteunende diensten een synoniem van klantgerichtheid geworden zijn.
Helena: Die klantgerichtheid is intern belangrijk maar ook extern. De afgelopen jaren hebben we beleidsmatig ingezet op het betrekken van onze stakeholders. Tegelijkertijd ontvangen we veel noodsignalen van de OCMW’s. Op dit moment is het zeker niet eenvoudig: we gaan door een moeilijke periode als maatschappij, met de covid-crisis, oorlog op Europees grondgebied en de klimaatcrisis. In het maatschappelijk debat naar aanleiding van de verkiezingen staat onze sociale zekerheid onder druk. We willen een partner zijn in dit debat. Mijn mandaat zal geslaagd zijn als we het werk van onze partners, in de eerste plaats de OCMW’s, hebben vergemakkelijkt en hierdoor ook het leven van onze begunstigden verbeterd. Onlangs hoorde ik een topmandataris van een socialezekerheidsinstelling zeggen dat haar criterium bij elke vergadering en elke beslissing is: “Wordt onze doelgroep er beter van?”. Dat is me bijgebleven, omdat het ook de essentie is van ons werk: het maatschappelijk belang. Die cruciale rol blijven vervullen als administratie, in een steeds complexere wereld en onder financiële druk, dat wordt de uitdaging voor de komende jaren.