Ervaringsdeskundigen

    Alicia Spitaels staat aan het hoofd van onze dienst ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting. Ze blikt terug op de impact van de lockdown op haar dienst.

    Deze periode van lockdown vereist dat iedereen zich herorganiseert en zijn communicatie- en socialisatiemethoden herziet. Elke dag verspreiden media getuigenissen en andere vaststellingen van deze nood om onze werkgewoonten aan te passen. De dienst ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting ontsnapt natuurlijk niet aan deze regel. Wanneer de deskundigen worden aangeworven door de POD Maatschappelijke Integratie werken zij dagelijks voor andere partnerinstellingen, met als doel de toegankelijkheid te verbeteren van de fundamentele sociale rechten voor iedereen en meer bepaald voor personen in een kwetsbare situatie. Hoewel zij deel uitmaken van eenzelfde dienst, die gestructureerd is en geleid wordt door een coördinatieteam, speelt hun dagelijkse leven zich dus elders af dan bij de POD Maatschappelijke Integratie. In deze context is één van de taken van de coördinatie de groepssamenhang te behouden, uitwisselingen te bevorderen en het netwerk te onderhouden dat door deze deskundigen wordt gevormd.

    Daarom doen wij in het bijzonder een beroep op externe facilitatoren (in dit geval CFIP) om de groep te superviseren. Het voorstel van CFIP om de supervisie te behouden waarin reeds verschillende maanden vooraf was voorzien, leek zeer gepast. Verschillende collega’s van de dienst drukten immers de nood uit om hun collega’s terug te zien.

    De grootste hinderpaal bij dit voorstel was het gebrek aan ervaring en de geringe technische middelen van bepaalde collega’s van het team om toegang te hebben tot de wereld van de videoconferentie die vaak als ontoegankelijk wordt beschouwd. Dit dreigde bijgevolg te leiden tot een ongelijkheid tussen zij die “op de hoogte waren” en zij die er niet in slaagden, wat voor deze laatsten voor extra stress zorgde.

    Vanaf het begin van de afzondering hebben wij basismateriaal bezorgd (smartphone en Simkaart) aan wie geen verbinding had, zodat zij konden telewerken. Wat de supervisie betreft, hebben wij geprobeerd om te anticiperen op de moeilijkheden die zouden kunnen opduiken:

    • door de collega’s van het team voor te stellen om voorafgaande verbindingstesten te doen met ons.
    • door de supervisie op vrijwillige basis te organiseren in plaats van ze te verplichten, om niet teveel druk op te leggen.

    Daarna hebben wij een beroep gedaan op de CFIP-facilitator om het over te nemen en de leden van het team te helpen om verbinding te maken. Sommigen hebben telefonische hulp gekregen. De begeleiding is technologisch, maar het is vooral een begeleiding om het zelfvertrouwen te behouden en te geloven dat men erin zal slagen! Velen waren verbaasd dat ze in staat waren om dit te doen, om deze buitengewone ervaring te kunnen beleven. Uiteindelijk was de grote meerderheid aanwezig, behalve een persoon die zich vooraf verontschuldigd heeft en een andere persoon die, als gevolg van een probleem met de micro, bij ons was via een telefoongesprek. Het was onverhoopt om iedereen te zien/horen!

    Deze supervisie is gestart met een “opwarmertje”, vragen waarbij wij verzocht werden om de hand op te steken wanneer we vonden dat ze op ons betrekking hadden:

    • Wie is, net als ik, tevreden om de collega's terug te zien?
    • Wie is, net als ik, alleen thuis?
    • Wie is, net als ik, voor de eerste keer op een videoconferentie?
    • Wie is, net als ik, ongerust over de gezondheidscontext?
    • Enzovoort.

    Deze vragen waren interessant, omdat zij tot doel hadden de verbindingen en verbanden te reactiveren, een proces van uitdrukken en luisteren op gang te brengen, mensen uit te nodigen in het hier en nu van het supervisieproces. Ik heb ook het werk in subgroepen gewaardeerd, waardoor de uitwisselingen vloeiender verliepen. De opdracht was om vanuit de subgroepen een onderwerp te hebben dat de uitgewisselde woorden illustreerde, wat tot onze creativiteit heeft geleid.

    Ik was verbaasd over de reacties van de collega’s van het team na de supervisie. Wij hebben een heel aantal mails ontvangen, ze gaven aan dat ze blij waren dat ze elkaar gevonden hadden, en ze vroegen om meer! Daarom hebben wij een nieuwe datum vastgelegd binnen een maand.

    Ik ben overtuigd van de impact van een ontmoeting als deze op de band en het gevoel om deel uit te maken van het team. Ik heb nog twijfels over de mogelijkheden om echt diepgaand werk te verrichten via een videoconferentie. De niet-verbale informatie, die nochtans essentieel is in dit soort van uitwisselingen, lijkt me moeilijk waarneembaar.

    Ik blijf waakzaam voor verschillende aspecten in de animatie van de vergaderingen met videoconferentie en meer bepaald voor het belang om het plezier en comfort te bewaren in deze ontmoetingen. Waarom niet wat humor toevoegen wanneer de technologie ons voorbijgaat of ons in moeilijkheden brengt?!