Article
Van december 2016 tot november 2019 liep in Kortrijk het Mission-project (Mobile Integrated Social Services Increasing employment Outcomes for people in Need) mede gefinancierd door het Europese programma voor Tewerkstelling en Sociale Innovatie (EaSI).
Dit unieke onderzoek was een samenwerkingsverband tussen OCMW Kortrijk, Kind en Gezin, VDAB, Universiteit Antwerpen, en de hogescholen VIVES en Howest.
Het project bestond uit twee onderzoeksluiken:
(1) het ontwikkelen van een methodiek van ‘outreachend case management’; en
(2) de effecten ervan op het gebruik van lokale dienstverlening, het opnemen van financiële steun en de levensomstandigheden van kwetsbare gezinnen met jonge kinderen aan een wetenschappelijke toets onderwerpen.
Vijf outreachende case managers (OCM) werden aangeworven met de opdracht om de verschillende problemen van gezinnen met jonge kinderen intensief en tegelijkertijd aan te pakken: problemen met inkomen, huisvesting, gezondheid, opleiding, werk, en de kinderen zelf. Zij zochten kwetsbare gezinnen actief thuis op, startten een samenwerking met andere sociale diensten op en coördineerden en integreerden de ondersteuning op het niveau van het gezin. Ze verbonden de hulpvragen van de gezinnen met de juiste voorzieningen en zorgden ervoor dat alle informatie voorhanden was zodat het gezin zo snel mogelijk verder kon.
Zo ontstond een doelgerichte, intensieve samenwerking tussen een professional en een gezin om de sociale grondrechten van het gezin te vrijwaren. De OCM hadden op kruissnelheid een caseload van 16 gezinnen die ze begeleidden.
De meting van resultaten gebeurde door een gerandomiseerd gecontroleerd experiment (RCT). Op willekeurige wijze werden 112 kwetsbare gezinnen waar een kind werd geboren tussen april 2017 en april 2019 opgedeeld in twee groepen: een controlegroep (56 gezinnen) en een interventiegroep (56 gezinnen).
- In de controlegroep veranderde er voor de gezinnen niets. Zij konden zoals iedereen een beroep doen op de bestaande organisaties en dienstverlening in Kortrijk en ze ontvingen de hulp die ze voorheen ook al kregen.
- Voor de interventiegroep veranderde er wel iets: zij kregen ondersteuning van een casemanager die de brug vormde tussen de bestaande organisaties en dienstverlening en het gezin.
Vervolgens werd nagegaan of er na zes maanden en na een jaar verschil was in het gebruik van hulp- en dienstverlening en de levensomstandigheden tussen de twee groepen van gezinnen.
Bij het begin van de metingen was 9 op de 10 gezinnen ooit in contact geweest met het OCMW en de VDAB en hadden ze er een dossier. Het is dus niet zo dat veel kwetsbare gezinnen hun weg niet vinden naar het OCMW; het is wel zo dat veel mensen niet structureel begeleid worden. Bovendien bleek ook het niet-gebruik van het leefloon beperkter dan gedacht. Waar internationale onderzoeken ramen dat 60 tot zelfs 70% van de mensen die recht hebben op het leefloon dit recht niet opnemen, wijst het onderzoek uit dat het niet-gebruik van het leefloon in de doelgroep van gezinnen met jonge kinderen maximaal 23% bedraagt in Kortrijk.
Outreachend case management heeft geen effect op het ontvangen van het leefloon maar wel een sterk positief effect op het ontvangen van aanvullende financiële steun en andere tegemoetkomingen. Na een jaar zijn dubbel zoveel gezinnen die een casemanager over de vloer kregen ingeschakeld in een opleiding of tewerkstellingsprogramma. In de controlegroep kon dit effect niet vastgesteld worden.
Effecten op de structurele levensomstandigheden konden niet vastgesteld worden. De kwetsbare gezinnen hebben geen hoger inkomen, ze hebben geen grotere kans om een sociale woning te betrekken, ze zijn niet meer actief op de reguliere arbeidsmarkt dan gezinnen die geen OCM over de vloer kregen.
Veel van de noden van de gezinnen kunnen immers niet zomaar op het lokale niveau worden opgelost of het aanbod is gebonden aan duidelijk omlijnde wetgeving. Wie geen recht heeft op een leefloon krijgt er geen, en daar zal een OCM weinig aan veranderen. Als er lange wachtlijsten zijn in de sociale huisvesting, dan kan een OCM op een effectieve manier de gezinnen naar de juiste organisaties leiden om zich in te schrijven of een aanvraag te doen, maar voor wie daarna jaren op een wachtlijst moet staan is er uiteraard niets opgelost.
Maar outreachend case management is wel effectief bij het navigeren in het kluwen van lokale hulpverlening waarbij de casemanagers de belangen van de gezinnen mee behartigen.
Hierdoor worden heel wat verborgen drempels in de hulpverlening zichtbaar gemaakt en kan de methode van het outreachend case management ook tot structurele verbetering in de werking van de lokale organisaties en dienstverlening leiden. Als de toegankelijkheid van de lokale sociale dienstverleners geoptimaliseerd wordt op basis van de inzichten van de OCM, dan zal er minder nood zijn aan OCM voor iedereen. Hierdoor ontstaat er ruimte om te focussen op die gezinnen die meer ondersteuning nodig hebben.
Lokale besturen, OCMW’s en organisaties die met de methodiek van outreachend case management aan de slag willen kunnen veel leren uit het opzet en de resultaten en de ervaring met het MISSION project.
Op https://www.kortrijk.be/mission vind je het volledige onderzoeksrapport in het Engels en een samenvattend rapport in het Nederlands.
Een vertaling van de resultaten in handvaten voor lokale besturen en organisaties is aangekondigd voor september 2020.
Geïnteresseerd in ander nieuws van de POD Maatschappelijke Integratie?
Lees ook E-cho, de algemene nieuwbrief van de POD MI.
Commentaren