De betrokkene kan gedurende één jaar te rekenen vanaf de afvoering van ambtswege, zijn recht op terugkeer inroepen.

    Men moet niettemin nagaan in welke hoedanigheid de E-kaart werd afgeleverd:

    • Recht op maatschappelijke integratie en/of recht op aanvullende maatschappelijke dienstverlening indien het een burger van de Europese Unie betreft die in zijn eigen hoedanigheid van werknemer of zelfstandige een verblijfrecht van meer dan drie maanden heeft verkregen of een gezinslid die de burger van de Europese Unie die de hoedanigheid van werknemer of zelfstandige heeft, begeleidt of komt vervoegen.  
    • Recht op maatschappelijke integratie en/of recht op aanvullende maatschappelijke dienstverlening indien het een burger van de Europese Unie betreft die in zijn eigen hoedanigheid andere dan werkzoekende, werknemer of zelfstandige een verblijfrecht van meer dan drie maanden heeft verkregen of een gezinslid die de burger van de Europese Unie die niet de hoedanigheid van werkzoekende, werknemer of zelfstandige heeft, begeleidt of komt vervoegen op voorwaarde dat er drie maanden zijn verstreken sinds de datum van de afgifte van de bijlage 19. Indien de betrokkene geen bijlage 19 ontving, maar onmiddellijk een E-kaart kreeg, dan moet de periode van drie maanden gerekend worden vanaf de datum van de afgifte van die E-kaart.
    • Recht op maatschappelijke integratie zonder aanvullende maatschappelijke dienstverlening indien het een burger van de Europese Unie betreft die in zijn eigen hoedanigheid van werkzoekende een verblijfrecht van meer dan drie maanden heeft verkregen of een gezinslid die de burger van de Europese Unie die de hoedanigheid van werkzoekende heeft, begeleidt of komt vervoegen op voorwaarde dat er drie maanden zijn verstreken sinds de datum van de afgifte van de bijlage 19. Indien de betrokkene geen bijlage 19 ontving, maar onmiddellijk een E-kaart kreeg, dan moet de periode van drie maanden gerekend worden vanaf de datum van de afgifte van die E-kaart.

    Het OCMW dient de betrokkene aan te sporen om zich naar de gemeente te begeven en te verzekeren dat de betrokkene het nodige doet om zijn verblijfssituatie in orde te brengen.