Answer
Om in aanmerking te komen voor aanvullende financiële steun (AFS) in het kader van REMI, moet de gerechtigde zich engageren om mee te werken aan zijn/haar activeringstraject, tenzij dit om gezondheids- of billijkheidsredenen niet kan, de persoon reeds in een activeringstraject zit of al (deels) aan het werk is.
Dit activeringstraject kan erop gericht zijn om het inkomen te verhogen aan de hand van een traject naar tewerkstelling maar kan er ook op gericht zijn om drempels die een volwaardige deelname aan de samenleving verhinderen, weg te werken en te werken aan bv. taal, persoonlijke ontwikkeling, budgetbeheer, …. De maatschappelijk werker is het best geplaatst om de inhoud van het activeringtraject samen met de betrokken persoon/gezin te bepalen.
Het activeringstraject kan geformaliseerd worden aan de hand van een GPMI of een ander begeleidingsinstrument dat het OCMW zelf kiest.
De controle van de REMI-toelage wordt uitgevoerd aan de hand van de gegevens die het OCMW ingeeft in het Uniek Jaarverslag ter verantwoording van de toelage. De controle is gebaseerd op een risicoanalyse die de niveaus van potentiële risico's bij een niet-conforme toepassing van het toelagebesluit beoordeelt, zoals bvb. of REMI effectief werd gebruikt, of de AFS binnen de toelageperiode valt, of er een activeringstraject werd opgezet,…. Wanneer een hoog risico wordt vastgesteld op basis van de doorgegeven verantwoordingsgegevens in het Uniek Jaarverslag, kan de POD MI bijkomende verantwoordingsstukken opvragen in het kader van de controle.
Wat het activeringstraject betreft, kan de vervulling van deze voorwaarde aangetoond worden aan de hand van een GPMI indien van toepassing of aan de hand van elementen uit het sociaal dossier waaruit blijkt dat de persoon een activeringstraject heeft gevolgd (vb. budgetbeheer, taalopleiding, traject VDAB/Actiris/Forem,…) of is vrijgesteld vanwege één van de uitzonderingsmaatregelen.