Er is geen enkele wettelijke verplichting die de OCMW’s oplegt om de regels voor de berekening van de bestaansmiddelen, voorzien in de wet van 26 mei 2002, toe te passen op de begunstigden van het equivalent leefloon. Het al dan niet toekennen van financiële maatschappelijke dienstverlening, evenals de berekening van het bedrag ervan wordt geheel overgelaten aan de OCMW’s en is gebaseerd op hun evaluatie van de staat van behoeftigheid van de betrokkene. Om billijkheidsredenen passen de OCMW’s echter dezelfde regels toe voor de berekening van de bestaansmiddelen voor wat betreft de begunstigden van een leefloon als voor wat betreft de begunstigden van een equivalent leefloon. Bijgevolg mag de socioprofessionele vrijstelling worden toegepast op het equivalent leefloon.