De SPI-vrijstelling kan enkel toegepast worden indien betrokkene na toepassing ervan nog verder gerechtigd is op een aanvullend leefloon.

    Het inkomen mag hoger zijn dan het leefloonbedrag van de categorie waarop hij gerechtigd is, maar moet na toepassing van de vrijstelling wel lager zijn.

    Hierbij moeten vanzelfsprekend ook de andere bestaansmiddelen in aanmerking genomen worden om na te gaan of het uiteindelijk bedrag van de bestaansmiddelen lager is dan het leefloonbedrag van de categorie waarop hij gerechtigd is.