Met de zesde Staatshervorming werd de bevoegdheid van professionele activering overgeheveld naar de Gewesten. Bijgevolg kunnen er vanuit het federale niveau geen initiatieven meer gefinancierd worden die onder het bevoegdheidsdomein ‘professionele activering’ vallen.

    De grens tussen professionele en sociale activering wordt hierbij als volgt getrokken:

    • vallen onder sociale activering: vooropleidingen en workshops gericht op het ontwikkelen en bijbrengen van algemene vaardigheden, alsook vaardigheden die voorbereiden op een professioneel traject (vb. werken rond taal, zelfvertrouwen en positief zelfbeeld, rond (arbeids)attitude, stiptheid, leren omgaan met gezag, rond communicatievaardigheden, mobiliteit, sollicitatietraining, …) → kosten komen in aanmerking voor de toelage voor participatie en sociale activering
    • vallen onder professionele activering: vooropleidingen die uitsluitend gericht zijn op het verwerven van beroepsspecifieke vaardigheden (vb. vooropleiding bouw, horeca) en eigenlijke beroepsopleidingen → kosten komen niet in aanmerking voor de toelage voor participatie en sociale activering aangezien ze zich volledig op het domein van de professionele activering bevinden