REMI is een online tool die op maat van ieder gezin vaststelt in welke mate het gezinsinkomen toereikend is om menswaardig te kunnen leven. Hiervoor vergelijkt de tool de gezinsinkomsten met de hoogte van de referentiebudgetten. Referentiebudgetten zijn geprijsde korven van goederen en diensten die op basis van wetenschappelijk onderzoek een antwoord geven op de vraag hoeveel inkomen een gezin minimaal nodig heeft om volwaardig aan de samenleving deel te nemen. Via de REMI-tool kunnen OCMW-maatschappelijk werkers de referentiebudgetten, die worden ontwikkeld voor typegezinnen, aanpassen aan individuele behoefte- en leefsituaties. Wanneer het gezinsinkomen ontoereikend is, geeft de tool een negatief saldo. Daarnaast geeft REMI een gestructureerd overzicht van inkomsten en noodzakelijke uitgaven. Zo ondersteunt de tool maatschappelijk werkers en hun cliënten bij het zoeken naar effectieve wegen om de koopkracht van financieel behoeftige gezinnen structureel te verbeteren. De belangrijkste meerwaarde van REMI is dat deze maatwerk toelaat én vertrekt van eenvormige criteria voor het in rekening nemen van inkomsten en noodzakelijke uitgaven. Hierdoor worden clientsituaties gelijkwaardig behandeld over OCMW’s en maatschappelijk werkers heen.

    Van iedere cliëntsituatie bewaart REMI het meest recente dossier (gezinskenmerken, inkomsten en uitgaven) en de historiek van de resultaten van het financieel onderzoek (maandbudgetten). Het dossier en de bijhorende maandbudgetten zijn toegankelijk voor alle maatschappelijke werkers binnen eenzelfde OCMW.

    Alle OCMW’s die een samenwerkingscontract en een verwerkersovereenkomst met Thomas More (CEBUD) hebben afgesloten, krijgen toegang tot de REMI-tool. Zijn moeten hiervoor geen extra software installeren. Het diensthoofd, of iemand die door de organisatie is aangesteld als beheerder, is verantwoordelijk voor het toegangsbeheer dat verloopt via BOSA FAS. Welke maatschappelijk werkers toegang krijgen (of weer verliezen) tot de tool is een interne aangelegenheid van het OCMW. Inloggen gebeurt aan de hand van twee-factor-authenticatie via de toepassing ITSME of via de elektronische ID-kaart van de maatschappelijk werker.