Voor de territoriale bevoegdheid zal een jongere die pas studies volgt als hij al 25 jaar oud is, niet beantwoorden aan de voorwaarden voorzien in artikel 2, §6, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

    Anderzijds kan hier niet worden uit afgeleid dat studenten vanaf 25 jaar die een studie aanvangen op het ogenblik dat ze steun aanvragen, per definitie van het recht op steun zijn uitgesloten.

    Het OCMW moet steeds nagaan of het volgen van ‘studies met voltijds leerplan’ voor de student vanaf 25 jaar een billijkheidsreden vormt, die hem van de plicht tot werkbereidheid ontslaat.