De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s voorziet niet expliciet in een schorsing. Echter, als de persoon afwezig is van het grondgebied, zijn de voorwaarden voor de maatschappelijke dienstverlening niet langer voldaan.
Veelgestelde vragen
Gefilterd op:
-
Wordt de uitbetaling van financiële maatschappelijke dienstverlening geschorst voor verblijven in het buitenland die het totaal van vier weken per kalenderjaar overschrijden? -
Hoe gebeurt de schorsing van de uitbetaling van het leefloon nadat betrokkene het totaal van 4 weken per kalenderjaar bereikt heeft? Van zodra betrokkene de maximumgrens van 4 weken verblijf in het buitenland bereikt heeft, wordt elke nieuwe periode van verblijf in het buitenland niet meer per kalenderweek, maar per dag berekend.
Vanaf elke dag dat de geoorloofde periode wordt overschreden, wordt de uitbetaling van het leefloon geschorst.
Voorbeeld:
Betrokkene verblijft in maart 10 dagen in het buitenland = aanrekening 1 week;
betrokkene verblijft in mei 17 dagen in het buitenland = aanrekening 2 weken;
betrokkene verblijft in juli 9 dagen in het buitenland = aanrekening 1 week;
betrokkene verblijft in september 5 dagen in het buitenland = schorsing leefloon 5 dagen.
De uitbetaling van het leefloon wordt gedurende deze 5 dagen geschorst omdat het totaal van 4 weken verblijf in het buitenland is overschreden.
-
Hoe worden de verschillende periodes van verblijf in het buitenland in aanmerking genomen? Er wordt enkel rekening gehouden met de periodes gedurende de welke betrokkene minstens 7 aaneensluitende dagen in het buitenland verbleven heeft.
Deze periodes worden omgerekend naar kalenderweken.
Voorbeeld:
Betrokkene verblijft in maart 10 dagen in het buitenland = aanrekening 1 week;
betrokkene verblijft in mei 17 dagen in het buitenland = aanrekening 2 weken;
betrokkene verblijft in juli 9 dagen in het buitenland = aanrekening 1 week;
Na dit laatste verblijf heeft betrokkene het totaal van 4 weken verblijf in het buitenland per kalenderjaar bereikt.
-
Hoe worden de verschillende periodes van verblijf in het buitenland in aanmerking genomen? Er wordt enkel rekening gehouden met de periodes gedurende de welke betrokkene minstens 7 aaneensluitende dagen in het buitenland verbleven heeft.
Deze periodes worden omgerekend naar kalenderweken.
Voorbeeld:
Betrokkene verblijft in maart 10 dagen in het buitenland = aanrekening 1 week;
betrokkene verblijft in mei 17 dagen in het buitenland = aanrekening 2 weken;
betrokkene verblijft in juli 9 dagen in het buitenland = aanrekening 1 week;
Na dit laatste verblijf heeft betrokkene het totaal van 4 weken verblijf in het buitenland per kalenderjaar bereikt.
-
Telt een verblijf in het buitenland mee voor de berekening van 4 weken per kalenderjaar indien betrokkene op het moment van het verblijf onderworpen is aan een sanctie? Ja. Gedurende de periode dat een sanctie wordt uitgevoerd, wordt de uitbetaling van het leefloon geschorst, maar blijft het recht op maatschappelijke integratie behouden.
-
Telt een verblijf in het buitenland mee voor de berekening van 4 weken per kalenderjaar indien betrokkene op het moment van het verblijf niet gerechtigd is op een leefloon? Neen. Om de periode van 4 weken per kalenderjaar te berekenen wordt enkel rekening gehouden met de periodes gedurende de welke betrokkene gerechtigd is op een leefloon.
-
Moet betrokkene het OCMW op de hoogte brengen indien hij minder dan 7 opeenvolgende dagen in het buitenland verblijft? Neen, de meldingsplicht geldt pas vanaf een verblijf van 7 of meer opeenvolgende dagen.
-
Wat houdt de nieuwe bepaling van artikel 23, § 5, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie concreet in? De bepaling omvat twee verschillende elementen, met name:
De verplichting voor betrokkene om het OCMW te verwittigen indien hij voor een periode van 7 opeenvolgende dagen of meer naar het buitenland vertrekt;
De schorsing van de uitbetaling van het leefloon dat de betrokkene meer dan 4 weken per kalenderjaar in het buitenland verblijft.
-
Mag het OCMW in het kader van het sociaal onderzoek systematisch de rekeninguittreksels van de laatste 3 maanden opvragen ? Neen.
Alhoewel het onderzoek naar de bestaansmiddelen van betrokkene een onmiskenbaar onderdeel uitmaakt van het sociaal onderzoek is het centrum niet toegelaten om systematisch alle rekeninguittreksels van betrokkene van de afgelopen 3 maanden op te vragen.
Een dergelijke praktijk betekent namelijk een inbreuk op het privé-leven van betrokkene. Deze kan namelijk niet verplicht worden om een overzicht te geven van zijn maandelijkse uitgaven. Zoniet zou dit betekenen dat het OCMW een voorwaarde toevoegt aan de wet welke niet voorzien is.
Onverminderd het feit dat het OCMW via andere wijzen een overzicht kan krijgen van de bestaansmiddelen van betrokkene (bv. kruispuntbank) moet het centrum op het moment van de aanvraag nagaan of betrokkene aan de wettelijk gestelde voorwaarden voldoet, onder andere of hij op dat moment over voldoende bestaansmiddelen beschikt of kan beschikken.
-
Hoe gebeurt de spi-vrijstelling indien het inkomen geen betrekking heeft op een volledige maand In eerste instantie moet het inkomen ge-extrapolleerd worden naar een inkomen op maandbasis. Van dit bedrag wordt de maandelijkse spi-vrijstelling afgetrokken.
Het bekomen maandbedrag wordt omgezet naar jaarbasis om hierop de jaarlijkse forfaitaire vrijstelling toe te passen.
Het aldus bekomen bedrag op jaarbasis wordt tenslotte opnieuw omgezet naar het aantal dagen/periode waarom het inkomen betrekking heeft.