U kan bellen naar het gratis telefoonnummer van het Verwarmingsfonds: 0800/90.929 of hun website raadplegen: www.verwarmingsfonds.be.
Gefilterd op:
- (-) Remove Energie filter Energie
Ik wens meer folders te ontvangen. Tot wie moet ik mij richten? Wanneer de persoon zijn verwarmingsfactuur al betaald heeft, aan wie moet de toelage dan worden gestort? Op het niveau van de 3de categorie (personen met schuldenlast in schuldbemiddeling of in collectieve schuldenregeling) wordt bepaald dat het OCMW het bedrag van de verwarmingstoelage rechtstreeks betaalt aan de leverancier. Wanneer de factuur voldaan is, wordt de toelage aan de betrokkene gestort.
Hoe moeten de OCMW's de facturen behandelen die elkaar snel opvolgen om problemen met de berekening te vermijden? Wanneer een factuur wordt ingevoerd in een formulier van de informaticatoepassing voert het programma een berekening uit op basis van de bestaande informatie die opgeslagen is in de databank voor dezelfde hoofdbegunstigde. Opdat een toelage opgeslagen wordt in de databank, is het verplicht dat het overeenkomstige formulier werd verzonden en aanvaard. Het programma is niet in staat om te bepalen of er voor eenzelfde hoofdbegunstigde een lopende aanvraag tot beslissing bestaat. Er wordt dus gevraagd om de verschillende facturen apart te behandelen. De volgende factuur zal slechts eenmaal moeten worden ingevoerd, wanneer het vorige formulier aanvaard werd. Voor technische vragen, gelieve contact op te nemen met de Helpdesk OCMW's van Smals, ofwel telefonisch (02/787.58.28), ofwel per mail via het adres ocmw-cpas@smals.be. Voor vragen over de inhoud, gelieve contact op te nemen met de front desk van de POD MI, ofwel telefonisch (02/508.85.85), ofwel per mail via het adres vraag@mi-is.be.
Wat doen wanneer een eerste gedeelte van de toelage werd toegekend aan een koppel en één van de personen van het gezin overlijdt? De rest van de toelage moet worden ingegeven op naam van de hoofdbegunstigde, zelfs wanneer hij overleden is. De overlevende echtgenoot blijft secundaire begunstigde.
Binnen welke termijn moet de beslissing worden bekendgemaakt? De kennisgeving van de beslissing moet gebeuren binnen de 8 dagen na de beslissing. Om een oplossing te bieden voor de verzendkosten via aangetekende brief mag de beslissing betekend worden per gewone brief of met ontvangstbevestiging
Zijn er uitzonderingen voor de indieningstermijnen van de aanvraag? De enige uitzondering is het geval van overmacht. De overschrijding van de termijn van 60 dagen mag niet het resultaat zijn van een nalatigheid van de persoon. Als het OCMW van mening is dat deze persoon zijn aanvraag niet kon bezorgen binnen de verleende termijnen voor een reden die niet bij hem ligt en de aanvraag zo snel mogelijk bezorgd werd, kan van de termijn van 60 dagen worden afgeweken. Het OCMW moet de overmacht bevestigen.
Wanneer moet men de aanvraag indienen? Binnen een termijn van 60 dagen vanaf de leveringsdatum van de in aanmerking komende brandstof.
Welk centrum is bevoegd voor de asielzoekers aan wie een verplichte verblijfplaats werd toegewezen? Wanneer een OCMW bevoegd is voor de toekenning van de maatschappelijke dienstverlening in het algemeen op basis van de toewijzing van een verplichte verblijfplaats (code 207), is dit OCMW eveneens bevoegd voor de toekenning van de verwarmingstoelage.
Welk OCMW is bevoegd voor de verwarmingstoelage? Het OCMW van de hoofdverblijfplaats van de begunstigde, overeenkomstig de algemene bevoegdheidsregel. Naast de algemene regel van de hoofdverblijfplaats zijn de uitzonderingen in verband met de bevoegdheid, vastgelegd door de wet van 2 april 1965, eveneens van toepassing.
Welke specifieke bewijsstukken moet de aanvrager die in een appartement woont indienen? De aanvrager bezorgt het OCMW: - een kopie van de algemene factuur; - een document waarin de eigenaar of de beheerder van het gebouw het aantal woningen bevestigt waarop de factuur betrekking heeft. In principe moet het leveringsadres van de brandstof die in aanmerking komt gelijk zijn aan het adres van de hoofdwoning van de aanvrager. Indien niet aan deze voorwaarde is voldaan, omdat de aanvrager in een huis woont dat deel uitmaakt van een sociale woonwijk met een gemeenschappelijke tank, moet de betrokkene hiervan het bewijs leveren via een attest opgesteld door de beheerder van de sociale woonwijk.