Veelgestelde vragen
Gefilterd op:
-
Kunnen personen die in een rusthuis, een opvangtehuis of in een ziekenhuis verblijven, deze toelage genieten? Neen, de maatregel heeft betrekking op personen die zelf de stijging van de in aanmerking komende brandstoffen ondergaan. De toelage mag dus niet worden toegekend aan personen: - die in een rusthuis wonen; - die in een opvangtehuis wonen; - die in een ziekenhuis verblijven; - of in gelijk welke andere woning waar de personen verblijfskosten betalen of die werkingssubsidies genieten. -
Welke prijs moet in aanmerking worden genomen? De prijs die in aanmerking moet worden genomen, is de prijs die in ieder afzonderlijk geval gefactureerd wordt. Onder gefactureerde prijs moet worden verstaan: - de prijs inclusief BTW; - de werkelijk betaalde prijs: als de betrokkene een korting heeft genoten, wordt het bedrag van de korting afgetrokken van het basisbedrag. De toevoeging mag niet in aanmerking worden genomen, wanneer deze apart vermeld wordt van de brandstof die in aanmerking wordt genomen. -
Mag de leveringsbon beschouwd worden als een factuur? Ja -
Wanneer de persoon zich verwarmt met kolen, met stadsgas of met elektriciteit, heeft hij dan recht op de verwarmingstoelage? Neen, niet in het kader van het Sociaal Stookoliefonds. Kolen, stadsgas en elektriciteit maken immers geen deel uit van de brandstoffen die in aanmerking komen en het staat de OCMW's vrij om in die zin een toelage toe te kennen in het kader van de maatschappelijke dienstverlening. -
Kan men het forfait en de toelage genieten in bulk? Neen, de toekenning van een verwarmingstoelage voor huisbrandolie in bulk en bulkpropaangas sluit de toekenning uit van een verwarmingstoelage voor huisbrandolie aan de pomp en verwarmingspetroleum (c) aan de pomp, en omgekeerd. Het gaat om de meest gebruikte verwarmingswijze.
-
Wanneer heeft men recht op het forfait voor huisbrandolie aan de pomp en verwarmingspetroleum aan de pomp? Een aankoopticket voor huisbrandolie aan de pomp of verwarmingspetroleum aan de pomp volstaat, voor zover de persoon zich hoofdzakelijk verwarmt met dit soort brandstof. Het bedrag van de toelage bedraagt 210 €, voor zover aan de andere voorwaarden is voldaan en dit ONGEACHT het aantal liters vermeld op het ticket. -
Wat wordt verstaan onder "persoon ten laste"? "De persoon ten laste" is de persoon die niet over een inkomen beschikt of een netto jaarinkomen heeft dat lager is dan 3.330 € (1/1/2020) , exclusief de kinderbijslag en de onderhoudsuitkeringen voor kinderen, en die onder hetzelfde dak woont als de aanvrager.
-
Moeten, voor de tweede categorie in verband met de personen met een laag inkomen, de onroerende inkomsten in aanmerking worden genomen? Men moet rekening houden met het niet-geïndexeerde kadastraal inkomen, vermenigvuldigd met drie, voor de berekening van het bruto jaarinkomen van het gezin van de aanvrager, met uitzondering van de onroerende goederen die als gezinshuisvesting dienst doen. Wanneer de betrokkene eigenaar is van een huis met verschillende woonruimten en hij twee derde van dit huis verhuurt, moet een bedrag van 2/3 van het kadastraal inkomen van het huis vermenigvuldigd met drie in aanmerking worden genomen voor de berekening.
-
Wanneer een sociaal onderzoek wordt uitgevoerd voor categorie 1 moeten de onroerende goederen van de gebruiker en van zijn gezin in aanmerking genomen worden voor de tweede categorie? Neen, de onroerend goederen van het gezin moeten niet in aanmerking worden genomen voor de eerste categorie. -
Wie behoort tot de derde categorie van gerechtigden? Twee voorwaarden: 1) Personen die een schuldbemiddeling genieten overeenkomstig de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet of een collectieve schuldenregeling krachtens de artikelen 1675/2 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek, en die bovendien hun verwarmingsfacturen niet meer kunnen betalen. Dit zijn dus niet alle schuldbemiddelingen. 2) Het gezin moet zich in een staat van behoeftigheid bevinden. Het OCMW moet dit bevestigen.. Wie behoort tot de derde categorie van gerechtigden?