• Vanaf wanneer ben ik een dakloze?

    Onder dakloze moet worden verstaan de persoon die niet over een eigen woongelegenheid beschikt, die niet de financiële middelen heeft om daar op eigen krachten voor te zorgen en daardoor geen verblijfplaats heeft, of die tijdelijk in een tehuis verblijft (of bij een particulier) in afwachting dat hem een eigen woongelegenheid ter beschikking wordt gesteld.

    Verwijzingen : Artikel 1 van het koninklijk besluit van 21 september 2004 tot toekenning van een installatiepremie door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn aan bepaalde personen die hun hoedanigheid van dakloze verliezen.
    Zie ook artikel 3 van het samenwerkingsakkoord inzake dak- en thuisloosheid.

  • Hoe moeten de OCMW's de facturen behandelen die elkaar snel opvolgen om problemen met de berekening te vermijden?
    Wanneer een factuur wordt ingevoerd in een formulier van de informaticatoepassing voert het programma een berekening uit op basis van de bestaande informatie die opgeslagen is in de databank voor dezelfde hoofdbegunstigde. Opdat een toelage opgeslagen wordt in de databank, is het verplicht dat het overeenkomstige formulier werd verzonden en aanvaard. Het programma is niet in staat om te bepalen of er voor eenzelfde hoofdbegunstigde een lopende aanvraag tot beslissing bestaat. Er wordt dus gevraagd om de verschillende facturen apart te behandelen. De volgende factuur zal slechts eenmaal moeten worden ingevoerd, wanneer het vorige formulier aanvaard werd. Voor technische vragen, gelieve contact op te nemen met de Helpdesk OCMW's van Smals, ofwel telefonisch (02/787.58.28), ofwel per mail via het adres ocmw-cpas@smals.be. Voor vragen over de inhoud, gelieve contact op te nemen met de front desk van de POD MI, ofwel telefonisch (02/508.85.85), ofwel per mail via het adres vraag@mi-is.be.
  • Zijn er uitzonderingen voor de indieningstermijnen van de aanvraag?
    De enige uitzondering is het geval van overmacht. De overschrijding van de termijn van 60 dagen mag niet het resultaat zijn van een nalatigheid van de persoon. Als het OCMW van mening is dat deze persoon zijn aanvraag niet kon bezorgen binnen de verleende termijnen voor een reden die niet bij hem ligt en de aanvraag zo snel mogelijk bezorgd werd, kan van de termijn van 60 dagen worden afgeweken. Het OCMW moet de overmacht bevestigen.