• Welke zijn de toepassingsvoorwaarden van de partnerschapsovereenkomsten (zogenaamd 500 Euro-maatregel)?

    Dankzij van de administratieve vereenvoudiging werden de toepassingsvoorwaarden van de reglementering die de financiële tegemoetkoming van het OCMW bepaalt voor de begeleiding en de toeleiding van een gerechtigde op maatschappelijke integratie of een financiële maatschappelijke hulp naar een tewerkstelling in een onderneming sinds 4 november 2012 versoepeld.

    De voorwaarden zijn nu als volgt:

    - De OCMW's moeten de methode valideren van het actief zoeken naar werk en/of van job coaching die de partners gebruiken.

    - De OCMW's mogen meer dan 50 % van de uren begeleiding ten laste nemen.

    Referenties: KB van 8 oktober 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 september 2004 tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn voor de begeleiding en de toeleiding van een gerechtigde op maatschappelijke integratie of een financiële maatschappelijke hulp naar een tewerkstelling in een onderneming (In werking getreden op 4 november 2012).



     

  • Kan men aanspraak maken op werkloosheidsuitkeringen wanneer de tewerkstelling in het kader van een programma voor wedertewerkstelling (bijv.: doorstromingsprogramma of SINE) minder bedraagt dan 24 ononderbroken maanden?
    Neen. Om werkloosheidsuitkeringen te kunnen genieten, moet de werknemer een bepaald aantal bezoldigde werkdagen hebben gepresteerd tijdens een bepaalde referentieperiode. Deze referteperiode kan verlengd worden door bepaalde gebeurtenissen, waaronder een tewerkstelling in het kader van een programma voor wedertewerkstelling (waaronder DP of SINE) dat niet langer dan 24 ononderbroken maanden zou duren. In dat geval tellen de gepresteerde dagen onder DP- of SINE-contract niet mee voor de werkloosheid. (Cf. artikel 37, § 3 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering).

    Vanaf 1 november 2012 zal het recht op uitkeringen bij volledige werkloosheid echter belangrijke wijzigingen ondergaan. De regering heeft namelijk beslist om de toegangsvoorwaarden tot het bekomen van werkloosheidsuitkeringen te versoepelen. Bijgevolg zullen de werkdagen gepresteerd in het kader van een programma voor wedertewerkstelling (DP of SINE), voor en na 1 november 2012 voortaan in aanmerking worden genomen. (Cf. Koninklijk besluit van 23 juli 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering in het kader van de versterkte degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 december 2011 tot wijziging van de artikelen 27, 36, 36ter, 36quater, 36sexies, 40, 59quinquies, 59sexies, 63, 79, 92, 93, 94, 97, 124 en 131septies van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering).
  • Hoe moet, door de versoepeling van de reglementering betreffende de partnerschapsovereenkomsten waar...

    Artikel 7 van het koninklijk besluit van 23 september 2004 reglementeert de betalingsmodaliteiten van de financiële tussenkomst tussen het OCMW en zijn partners (regionale tewerkstellingsinstellingen of andere).

     

    Dit artikel verduidelijkt: "Naar aanleiding van de ondertekening van de individuele partnerschapovereenkomst wordt 50 % van de financiële tussenkomst door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn aan de openbare dienst voor arbeidsbemiddeling of de erkende partner(s) gestort. Het saldo van de financiële tussenkomst wordt betaald na uitvoering van de individuele partnerschapovereenkomst op basis van een schuldvordering van de openbare dienst voor arbeidsbemiddeling of de door deze dienst erkende partner(s).
    Indien meerdere partners betrokken zijn bij de uitvoering van de partnerschapovereenkomst, wordt de financiële tussenkomst over de verschillende partners verdeeld volgens het aantal uren opvolging waartoe iedere partner zich verbonden heeft, ook al wordt de tewerkstelling van de gerechtigde eerder verwezenlijkt. "

     

    Dit wil zeggen dat, wanneer de partnerschapsovereenkomst werd gesloten, het OCMW 50 % van de financiële tussenkomst waarin tussen hen contractueel werd voorzien, stort aan zijn partner(s).

    Het saldo van de financiële tussenkomst zal betaald worden na uitvoering van de partnerschapovereenkomst op basis van een schuldvordering van de partner(s) van het OCMW.

     

     

    Zo wordt, bijvoorbeeld, een overeenkomst gesloten tussen een OCMW en een partner, opdat deze laatste 20 % van de in de module vastgelegde uren uitvoert. De partner zal in totaal recht hebben op een financiële tussenkomst vanwege het OCMW die maximaal 20 % van het totaalbedrag zal uitmaken. Deze financiële tussenkomst zal als volgt verdeeld worden: 50 % op het ogenblik dat de overeenkomst wordt gesloten en de overige 50 % na uitvoering van de partnerschapsovereenkomst, op basis van een schuldvordering van de partner.

     

  • Wat is een partnerschapsovereenkomst (zogenaamde 500 Euro-maatregel)?

    De partnerschapsovereenkomst (of 500 Euro-maatregel) is een maatregel waarmee het OCMW een partnerschap sluit met de regionale tewerkstellingsdienst (ACTIRIS, FOREm, VDAB en, voor de Duitstalige Gemeenschap, das Arbeitsamt der Deutschsprachigen Gemeinschaft) of een of meer door het OCMW erkende partnerschappen om een rechthebbende individueel te begeleiden met het oog op zijn tewerkstelling op de reguliere arbeidsmarkt. De partners waarmee het OCMW samenwerkt ontvangen een financiële tegemoetkoming vanwege het OCMW voor het voltooien van de opdracht die hen werd opgedragen via het partnerschap. Voor de geïndividualiseerde begeleiding van de rechthebbende moet(en) de partner(s) een beroep doen op de methodes van het actief zoeken naar werk en/of job coaching, overeengekomen met het OCMW.

    Referenties: KB van 23 september 2004 tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn voor de begeleiding en de toeleiding van een gerechtigde op maatschappelijke integratie of een financiële maatschappelijke hulp naar een tewerkstelling in een onderneming

  • Wat zijn de gevolgen wanneer een leefloner gedurende meer dan een maand in het buitenland verblijft zonder dat hij het OCMW hiervan vooraf inlicht?

    Een leefloner die de intentie heeft om gedurende meer dan een maand in het buitenland te verblijven, moet het OCMW in principe vooraf inlichten. Wanneer een leefloner gedurende meer dan een maand in het buitenland verblijft zonder het OCMW hierover in te lichten, wordt de betaling van het leefloon opgeschort na de eerste maand dat hij in het buitenland verblijft, behalve wanneer het OCMW beslist dat uitzonderlijke omstandigheden dit verblijf rechtvaardigen.

    Tijdens de eerste maand dat de leefloner in het buitenland verblijft, wordt de betaling van het leefloon aan de begunstigde gewaarborgd.

    Het OCMW kan geval per geval beslissen of de sanctie voorzien in artikel 30, §1 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie eventueel toegepast zal worden.

     

  • Welke zijn de verschillende installatiepremies voor daklozen?

    Naargelang de administratieve toestand waarin de dakloze zich bevindt, bestaan er drie verschillende bepalingen, met name de bepaling voor:

    • de begunstigden van het leefloon: artikel 14, §3, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, dat stelt dat de begunstigde van het leefloon die zijn hoedanigheid van dakloze verliest door een woonst te betrekken die hem als hoofdverblijf dient, eenmaal in zijn leven recht heeft op een installatiepremie;
    • degenen die niet genieten een leefloon: artikel 57bis van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en het koninklijk besluit van 21 september 2004 tot toekenning van een installatiepremie door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn aan bepaalde personen die hun hoedanigheid van dakloze verliezen;
    • asielzoekers: artikel 5 van het ministerieel besluit van 30 januari 1995 tot regeling van de terugbetaling door de Staat van de kosten van de dienstverlening door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toegekend aan een behoeftige die de Belgische nationaliteit niet bezit en die niet in het bevolkingsregister is ingeschreven.
  • Wat betekent in de definitie van dakloze: "de persoon die niet over een eigen woongelegenheid beschikt (eigen woning) of die niet de middelen heeft om daar op eigen kracht voor te zorgen"?

    Onder “eigen woongelegenheid” moet worden verstaan, een privéwoning of een woning voor eigen maar daarom niet noodzakelijk exclusief gebruik, zonder dat de aanvrager noodzakelijk eigenaar of huurder is.

    De personen die op straat slapen of in openbare gebouwen die geen woning zijn (stations, enz.), hebben geen verblijfplaats in de zin van voormelde definitie van een dakloze.

    Overeenkomstig voormelde definitie dienen personen die voorlopig door een particulier worden opgevangen om ze tijdelijk en kortstondig te helpen in afwachting dat ze over een eigen woongelegenheid beschikken, als een dakloze te worden beschouwd.

    Bij de beoordeling dient een redelijke termijn door het OCMW in acht te worden genomen. Indien een persoon reeds verscheidene maanden wordt opgevangen bij eenzelfde particulier kan het OCMW toch besluiten dat de betrokken persoon nog steeds dakloos is en hem hulp inzake het referentieadres blijven verlenen.

    Het OCMW zal dus aan de hand van zijn sociaal onderzoek en tijdens de opvolging van het dossier dienen na te gaan binnen welke redelijke termijn de betrokken persoon een eigen woongelegenheid kan vinden, in functie van zijn concrete persoonlijke situatie en de beschikbaarheid en betaalbaarheid van woningen in die welbepaalde regio. Elke situatie is immers anders.

    Een persoon die in een instelling verblijft, kan ook worden beschouwd als een dakloze.

  • Wat betekent in de definitie van dakloze: "de dakloze heeft geen verblijfplaats of verblijft tijdelijk in een tehuis"?

    Dit betekent dat de dakloze niet beschikt over een privéwoning of een woning voor eigen gebruik, maar niet noodzakelijk uitsluitend, zonder dat de persoon in kwestie deze noodzakelijkerwijs bezit of huurt.

    Mensen die op straat slapen of in openbare gebouwen die niet als woning worden gebruikt (stations, enz.) hebben geen verblijfplaats in de zin van de definitie van dakloze.

    Mensen die tijdelijk door een particulier worden gehuisvest met het doel om hen tijdelijk te helpen in afwachting van een beschikbare woning, moeten als dakloos worden beschouwd.

    Iemand die in een instelling (bijv. een hostel) woont, kan ook als dakloos worden beschouwd.

  • Wat is de definitie van een dakloze?

    De hoedanigheid van dakloze wordt beoordeeld door het OCMW aan de hand van de volgende definitie:

    “Onder dakloze moet worden verstaan de persoon die niet over een eigen woongelegenheid beschikt, die niet de financiële middelen heeft om daar op eigen krachten voor te zorgen en daardoor geen verblijfplaats heeft, of die tijdelijk in een tehuis verblijft (of bij een particulier) in afwachting dat hem een eigen woongelegenheid ter beschikking wordt gesteld”.