Veelgestelde vragen

  1. Wat is de rol van het OCMW als juridisch werkgever?

    • Betalen van loon

    • Doen van Dimona-aangifte

    • Toepassen van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten

    • Sluiten arbeidsongevallenverzekering

    • Naleven van de wet van 4/8/1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk

  2. Welke vorm van ter beschikking stelling is niet toegestaan?

    • Partijen betrokken bij ter beschikking stelling dienen bestaande wettelijk kader te respecteren, evenals de ratio legis van de maatregel, nl. duurzame professionele integratie van de art.60er tot stand brengen

    Bij overschrijden van deze grenzen is er sprake van verboden terbeschikkingstelling.

    Vb. mag niet:

    • Gebruiker die art.60er op zijn beurt bij een derde gaat tewerkstellen

    • Tbs waarbij eigenlijke bedoeling erin bestaat de gebruiker te voorzien van goedkope arbeidskrachten

    => aanbeveling: in de samenwerkingsovereenkomst tussen OCMW en gebruiker

    • de verplichtingen van de gebruiker inzake individuele begeleiding en opvolging duidelijk te omschrijven

    • Feit dat tewerkstelling van de art.60er een bijkomende tewerkstelling uitmaakt die niet gericht is op de vervanging van afwezige vaste werknemer

     

  3. Hoe zal het terugbetalingssysteem worden aangepast?

    Het terugbetalingssysteem wordt momenteel grondig hervormd. Vanaf het ogenblik dat het nieuwe systeem operationeel is, zullen de formulieren geweigerd worden wanneer het maximumbedrag is bereikt of wanneer de gevraagde som de beschikbare som overschrijdt. Vanaf het ogenblik dat het maximumbedrag is uitgeput, zal geen enkele verhoogde Staatstoelage meer worden terugbetaald, maar er kan nog steeds een "klassieke" toelage art. 60§7 worden aangevraagd voor de overige maanden.

  4. Hoe kan een OCMW het gebruik van zijn budget maximaliseren?

    Wij raden het OCMW aan om het gebruik van het beschikbare budget van dichtbij op te volgen om het resterende budget te kunnen evalueren voor de uitvoering van een nieuwe tewerkstelling bij toepassing van art. 60 verhoogde Staatstoelage. De aanvraag tot terugbetaling gebeurt bij voorkeur op basis van een zo realistisch mogelijke schatting van de maandelijkse loonkosten. De regularisaties moeten zo vlug mogelijk worden uitgevoerd.

  5. Worden de lopende overeenkomsten toegevoegd aan het voor 2013 toegekende bedrag?

    Neen, het maximaal vastgelegde bedrag per OCMW bevat de lopende overeenkomsten. Wanneer de lopende overeenkomsten het maximumbedrag overschrijdt, zullen deze overeenkomsten toch nog gesubsidieerd worden tot zij aflopen, maar er kan geen budget meer gevraagd worden voor de financiering van extra jobs met de verhoogde Staatstoelage van 2013.

  6. Kan een tewerkstelling bij toepassing van artikel 60§7 een tewerkstelling bij toepassing van artikel 60§7 met terbeschikkingstelling van de werknemer aan initiatieven van sociale economie die recht geeft op een verhoogde Staatstoelage worden?

    Hierbij moet verwezen worden naar artikel 4 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 tot toekenning van een verhoogde staatstoelage voor specifieke initiatieven, gericht op sociale inschakeling, binnen de sociale economie.

    Om aanspraak te maken op het hogere toelagebedrag moet het OCMW, meer bepaald, aantonen dat de ter beschikking gestelde werknemers ook in hoofde van het sociale economie-initiatief bijkomende tewerkstelling vertegenwoordigen.

    Dit wil zeggen dat:

    - het moet gaan om nieuwe aanwervingen voor het OCMW, met andere woorden, het is niet toegelaten dat de huidige werknemers, aangeworven bij toepassing van artikel 60, §7, en waarvoor de normale staatstoelage wordt toegekend, geleidelijk vervangen worden door uitsluitend werknemers waarop de verhoogde staatstoelage van toepassing is,

    - het moet gaan om bijkomende aanwervingen eveneens binnen de context van het sociale economie-initiatief. Daarom moet de overeenkomst tussen het OCMW en het sociale economie-initiatief een overzicht bevatten van het personeelsbestand van het sociale economie-initiatief en dit initiatief moet uitdrukkelijk verklaren dat het personeelsbestand niet zal verminderd worden gedurende de volledige duur van de terbeschikkingstelling.

    De overgang van een "klassieke" tewerkstelling bij toepassing van artikel 60§7 naar een tewerkstelling in het kader van het sociale economiecontingent zal echter kunnen overwogen worden wanneer, en enkel wanneer het OCMW tegelijkertijd een bijkomende aanwerving doet om de persoon die tewerkgesteld was in het kader van het "klassieke" artikel 60§7 te vervangen.



  7. Is het, in het kader van de partnerschapsovereenkomst, mogelijk om een partnerschap aan te gaan met de interne diensten voor sociale economie in het OCMW?

    Neen.

    Het artikel 3 van het KB 23 september 2004 verduidelijkt dat de financiële tegemoetkoming enkel kan worden toegekend wanneer gelijktijdig aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

    1° het OCMW sluit, bij toepassing van artikel 61 van de OW, een individuele partnerschapsovereenkomst voor een gerechtigde met de openbare dienst voor arbeidsbemiddeling of een of meerdere erkende partners;

    2° via deze partnerschapovereenkomst verbindt de openbare dienst voor arbeidsbemiddeling of de erkende partner(s) zich ertoe voor de gerechtigde een op de persoon toegespitst begeleidingsplan op te stellen en uit te voeren met het oog op zijn begeleiding en zijn toeleiding naar een tewerkstelling in een onderneming.

    De basis van het partnerschap is dus een overeenkomst die moet worden opgesteld bij toepassing van artikel 61 van de organieke wet die bepaalt dat : in het kader van de uitvoering van hun taken kunnen de OCMW's "een beroep doen op de medewerking van personen, van inrichtingen of diensten, die, opgericht werden hetzij door openbare besturen, hetzij op privé-initiatief, in staat zijn de middelen aan te wenden tot verwezenlijking van de verschillende oplossingen die zich opdringen, met eerbiediging van de vrije keuze van de betrokkene".

    Wat is het basisprincipe van artikel 61 van de organieke wet?

    Uit de voorbereidende werkzaamheden van de OW blijkt dat : "Bovendien zal het centrum, wanneer het zelf niet over de gepaste diensten en instellingen beschikt, bij voorkeur overeenkomsten sluiten met andere instellingen om aan alle noden te kunnen voldoen".

    Het principe is voor de OCMW's die intern niet over de nodige middelen beschikken om hun wettelijke taken uit te voeren, de mogelijkheid reglementeren om partnerschapsovereenkomsten te sluiten.

    Bij wijze van besluit, een OCMW sluit geen partnerschaps-overeenkomst met zichzelf. Wanneer het OCMW intern over de nodige middelen beschikt, moet het geen beroep doen op artikel 61. Enige mogelijkheid: de diensten sociale economie met een rechtspersoonlijkheid die verschilt van deze van het OCMW

md xs sm lg