Veelgestelde vragen

  1. Kan een OCMW taalvoorwaarden koppelen aan de toekenning van het recht op maartschappelijke integratie ?

    Neen. Het opleggen van een bijkomende taalvoorwaarde is wettelijk niet mogelijk . Dergelijke toevoeging aan de wettelijke voorwaarden die de federale wetgever heeft vastgelegd zou een manifeste inbreuk op de reglementering zijn, terwijl het OCMW de hulp moet toekennen zodra een hulpaanvrager de wettelijke voorwaarden vervult. Het OCMW kan daar niet discretionair anders over oordelen.

    Het OCMW kan slechts in het kader van een individueel integratiecontract op individuele basis met het oog op integratie een contract opstellen waarin de doelstelling tot het aanleren van een taal bepaald wordt. Dit contract dient geregeld opgevolgd en eventueel bijgestuurd te worden. Tevens dienen de objectieven nauwkeurig beschreven te worden en de wijze waarop deze bereikt kunnen worden.


    Referenties: Wetteksten: artikel 3 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie

  2. Een leefloner heeft vakantiegeld ontvangen. Hoe moet men rekening houden met deze inkomsten voor de berekening van de bestaansmiddelen waarover hij beschikt?

    Over het algemeen maakt het vakantiegeld geen deel uit van de bestaansmiddelen waarmee men moet rekening houden voor de maand waarin de persoon deze ontvangt (over het algemeen in mei). Men moet dit beschouwen als een roerend kapitaal en rekening houden met het percentage van de schijven. Er is één uitzondering voor het vakantiegeld van de werknemers die nog werken en waarvoor rekening moet gehouden worden met het enkel vakantiegeld als netto inkomsten voor de periode waarin zij vakantie nemen (bijv.: juli), omdat het gaat om de inkomsten voor deze periode.

    Referenties: 
    Wetteksten: artikel 16 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie. artikel 27 van het KB van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie

  3. Binnen welke termijn moet de beslissing worden bekendgemaakt?

    De kennisgeving van de beslissing moet gebeuren binnen de 8 dagen na de beslissing. Om een oplossing te bieden voor de verzendkosten via aangetekende brief mag de beslissing betekend worden per gewone brief of met ontvangstbevestiging

  4. Zijn er uitzonderingen voor de indieningstermijnen van de aanvraag?

    De enige uitzondering is het geval van overmacht. De overschrijding van de termijn van 60 dagen mag niet het resultaat zijn van een nalatigheid van de persoon. Als het OCMW van mening is dat deze persoon zijn aanvraag niet kon bezorgen binnen de verleende termijnen voor een reden die niet bij hem ligt en de aanvraag zo snel mogelijk bezorgd werd, kan van de termijn van 60 dagen worden afgeweken. Het OCMW moet de overmacht bevestigen.

  5. Welke zijn de categorieën van het leefloon ?

    Er bestaan 3 categorieën van gerechtigden op het leefloon, namelijk:

    - een samenwonende persoon (categorie 1)

    - een alleenstaande of dakloze met wie een integratiecontract werd gesloten (categorie 2)

    -een persoon die een familie ten laste heeft (categorie 3); met familie ten laste wordt bedoeld de echtgenoot of levenspartner, het ongehuwd minderjarig kind of meerdere kinderen onder wie minstens één ongehuwd minderjarig kind.

    Referenties:

    Wetteksten: artikel 14 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie

  6. Welk OCMW is bevoegd voor de verwarmingstoelage?

    Het OCMW van de hoofdverblijfplaats van de begunstigde, overeenkomstig de algemene bevoegdheidsregel. Naast de algemene regel van de hoofdverblijfplaats zijn de uitzonderingen in verband met de bevoegdheid, vastgelegd door de wet van 2 april 1965, eveneens van toepassing.

md xs sm lg