Ja
Mag de leveringsbon beschouwd worden als een factuur? Wanneer de persoon zich verwarmt met kolen, met stadsgas of met elektriciteit, heeft hij dan recht op de verwarmingstoelage? Neen, niet in het kader van het Sociaal Stookoliefonds. Kolen, stadsgas en elektriciteit maken immers geen deel uit van de brandstoffen die in aanmerking komen en het staat de OCMW's vrij om in die zin een toelage toe te kennen in het kader van de maatschappelijke dienstverlening.
Wanneer heeft men recht op het forfait voor huisbrandolie aan de pomp en verwarmingspetroleum aan de pomp? Een aankoopticket voor huisbrandolie aan de pomp of verwarmingspetroleum aan de pomp volstaat, voor zover de persoon zich hoofdzakelijk verwarmt met dit soort brandstof. Het bedrag van de toelage bedraagt 210 €, voor zover aan de andere voorwaarden is voldaan en dit ONGEACHT het aantal liters vermeld op het ticket.
Wanneer een sociaal onderzoek wordt uitgevoerd voor categorie 1 moeten de onroerende goederen van de gebruiker en van zijn gezin in aanmerking genomen worden voor de tweede categorie? Neen, de onroerend goederen van het gezin moeten niet in aanmerking worden genomen voor de eerste categorie.
Wie behoort tot de derde categorie van gerechtigden? Twee voorwaarden: 1) Personen die een schuldbemiddeling genieten overeenkomstig de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet of een collectieve schuldenregeling krachtens de artikelen 1675/2 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek, en die bovendien hun verwarmingsfacturen niet meer kunnen betalen. Dit zijn dus niet alle schuldbemiddelingen. 2) Het gezin moet zich in een staat van behoeftigheid bevinden. Het OCMW moet dit bevestigen.. Wie behoort tot de derde categorie van gerechtigden?
Wat zijn de gevolgen wanneer een leefloner gedurende meer dan een maand in het buitenland verblijft zonder dat hij het OCMW hiervan vooraf inlicht? Een leefloner die de intentie heeft om gedurende meer dan een maand in het buitenland te verblijven, moet het OCMW in principe vooraf inlichten. Wanneer een leefloner gedurende meer dan een maand in het buitenland verblijft zonder het OCMW hierover in te lichten, wordt de betaling van het leefloon opgeschort na de eerste maand dat hij in het buitenland verblijft, behalve wanneer het OCMW beslist dat uitzonderlijke omstandigheden dit verblijf rechtvaardigen.
Tijdens de eerste maand dat de leefloner in het buitenland verblijft, wordt de betaling van het leefloon aan de begunstigde gewaarborgd.
Het OCMW kan geval per geval beslissen of de sanctie voorzien in artikel 30, §1 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie eventueel toegepast zal worden.
Aan welke voorwaarden moet iemand voldoen om gerechtigd te zijn op maatschappelijke integratie (RMI)? Om gerechtigd te zijn moet de persoon voldoen aan 6 voorwaarden:
- zijn werkelijke verblijfplaats in België hebben, dus gewoonlijk en bestendig op Belgisch grondgebied verblijven
- meerderjarig zijn of hiermee gelijkgesteld (minderjarigen die ontvoogd zijn door huwelijk, één of meerdere kinderen ten laste hebben of die zwanger zijn)
- Belg zijn, ofwel als EU-burger een verblijfsrecht van meer dan drie maanden hebben, ofwel staatsloze zijn, ofwel erkend politiek vluchteling zijn, ofwel als vreemdeling ingeschreven zijn in het bevolkingsregister
- onvoldoende bestaansmiddelen hebben
- bereid zijn te werken, tenzij dit om gezondheids- of billijkheidsredenen niet mogelijk is
- zijn rechten op andere uitkeringen laten gelden
Heeft iemand die in de gevangenis verblijft, recht op een leefloon? Neen, zolang iemand op de rol van de strafinrichting is ingeschreven, heeft hij geen recht op een leefloon.
Heeft iemand die langer dan een maand in het buitenland verblijft, recht op een leefloon? Indien een leefloongerechtigde langer dan een maand in het buitenland verblijft, wordt de betaling van het leefloon in principe geschorst.
Het OCMW kan evenwel beslissen om de betaling van het leefloon verder te zetten wegens uitzonderlijke omstandigheden die dit buitenlands verblijf wettigen.Waaruit kan het recht op maatschappelijke integratie bestaan? Het recht op maatschappelijke integratie bestaat uit het recht op een tewerkstelling binnen de drie maanden vanaf de datum van de aanvraag. Dit recht kan bestaan uit een arbeidsovereenkomst of uit een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie. In afwachting van een tewerkstelling of wanneer de betrokkene niet kan werken wegens gezondheids- of billijkheidsredenen heeft de betrokkene recht op een leefloon als hij aan de voorwaarden voldoet. Er moet wel een onderscheid gemaakt worden tussen personen jonger dan 25 jaar en diegenen van deze leeftijd en ouder: voor zij die jonger zijn dan 25 jaar is er een recht op tewerkstelling, voor zij die 25 jaar en ouder zijn is het een mogelijkheid.