• Moeten, voor de tweede categorie in verband met de personen met een laag inkomen, de onroerende inkomsten in aanmerking worden genomen?

    Men moet rekening houden met het niet-geïndexeerde kadastraal inkomen, vermenigvuldigd met drie, voor de berekening van het bruto jaarinkomen van het gezin van de aanvrager, met uitzondering van de onroerende goederen die als gezinshuisvesting dienst doen. Wanneer de betrokkene eigenaar is van een huis met verschillende woonruimten en hij twee derde van dit huis verhuurt, moet een bedrag van 2/3 van het kadastraal inkomen van het huis vermenigvuldigd met drie in aanmerking worden genomen voor de berekening.

  • Welke zijn de verschillende installatiepremies voor daklozen?

    Naargelang de administratieve toestand waarin de dakloze zich bevindt, bestaan er drie verschillende bepalingen, met name de bepaling voor:

    • de begunstigden van het leefloon: artikel 14, §3, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, dat stelt dat de begunstigde van het leefloon die zijn hoedanigheid van dakloze verliest door een woonst te betrekken die hem als hoofdverblijf dient, eenmaal in zijn leven recht heeft op een installatiepremie;
    • degenen die niet genieten een leefloon: artikel 57bis van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en het koninklijk besluit van 21 september 2004 tot toekenning van een installatiepremie door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn aan bepaalde personen die hun hoedanigheid van dakloze verliezen;
    • asielzoekers: artikel 5 van het ministerieel besluit van 30 januari 1995 tot regeling van de terugbetaling door de Staat van de kosten van de dienstverlening door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toegekend aan een behoeftige die de Belgische nationaliteit niet bezit en die niet in het bevolkingsregister is ingeschreven.
  • Wat betekent in de definitie van dakloze: "de persoon die niet over een eigen woongelegenheid beschikt (eigen woning) of die niet de middelen heeft om daar op eigen kracht voor te zorgen"?

    Onder “eigen woongelegenheid” moet worden verstaan, een privéwoning of een woning voor eigen maar daarom niet noodzakelijk exclusief gebruik, zonder dat de aanvrager noodzakelijk eigenaar of huurder is.

    De personen die op straat slapen of in openbare gebouwen die geen woning zijn (stations, enz.), hebben geen verblijfplaats in de zin van voormelde definitie van een dakloze.

    Overeenkomstig voormelde definitie dienen personen die voorlopig door een particulier worden opgevangen om ze tijdelijk en kortstondig te helpen in afwachting dat ze over een eigen woongelegenheid beschikken, als een dakloze te worden beschouwd.

    Bij de beoordeling dient een redelijke termijn door het OCMW in acht te worden genomen. Indien een persoon reeds verscheidene maanden wordt opgevangen bij eenzelfde particulier kan het OCMW toch besluiten dat de betrokken persoon nog steeds dakloos is en hem hulp inzake het referentieadres blijven verlenen.

    Het OCMW zal dus aan de hand van zijn sociaal onderzoek en tijdens de opvolging van het dossier dienen na te gaan binnen welke redelijke termijn de betrokken persoon een eigen woongelegenheid kan vinden, in functie van zijn concrete persoonlijke situatie en de beschikbaarheid en betaalbaarheid van woningen in die welbepaalde regio. Elke situatie is immers anders.

    Een persoon die in een instelling verblijft, kan ook worden beschouwd als een dakloze.

  • Wat betekent in de definitie van dakloze: "de dakloze heeft geen verblijfplaats of verblijft tijdelijk in een tehuis"?

    Dit betekent dat de dakloze niet beschikt over een privéwoning of een woning voor eigen gebruik, maar niet noodzakelijk uitsluitend, zonder dat de persoon in kwestie deze noodzakelijkerwijs bezit of huurt.

    Mensen die op straat slapen of in openbare gebouwen die niet als woning worden gebruikt (stations, enz.) hebben geen verblijfplaats in de zin van de definitie van dakloze.

    Mensen die tijdelijk door een particulier worden gehuisvest met het doel om hen tijdelijk te helpen in afwachting van een beschikbare woning, moeten als dakloos worden beschouwd.

    Iemand die in een instelling (bijv. een hostel) woont, kan ook als dakloos worden beschouwd.

  • Wat is de definitie van een dakloze?

    De hoedanigheid van dakloze wordt beoordeeld door het OCMW aan de hand van de volgende definitie:

    “Onder dakloze moet worden verstaan de persoon die niet over een eigen woongelegenheid beschikt, die niet de financiële middelen heeft om daar op eigen krachten voor te zorgen en daardoor geen verblijfplaats heeft, of die tijdelijk in een tehuis verblijft (of bij een particulier) in afwachting dat hem een eigen woongelegenheid ter beschikking wordt gesteld”.

  • Organisaties en ondernemingen

    De bestaande federale reglementering blijft van toepassing tot een gewest of gemeenschap beslist tot wijzigingen of nieuwe regels ter zake.

    Aanvragen voor erkenningen of verlengingen van erkenningen als federaal inschakelingsbedrijf/innoverend project in de sociale economie kunnen vanaf 1 januari 2015 ingediend worden bij de regionale bevoegde administraties. De respectievelijke contactpersonen zijn:

     

     

     

  • Welke zijn de 28 lidstaten van de Europese Unie?

    1) België 15) Luxemburg

    2) Bulgarije 16) Malta

    3) Cyprus 17) Nederland

    4) Denemarken 18) Oostenrijk

    5) Duitsland 19) Polen

    6) Estland 20) Portugal

    7) Finland 21) Roemenië

    8) Frankrijk 22) Slovakije

    9) Griekenland 23) Slovenië

    10) Hongarije 24) Spanje

    11) Ierland 25) Tsjechië

    12) Italië 26) Verenigd Koninkrijk

    13) Letland 27) Zweden

    14) Litouwen  28) Kroatie