Geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI)
Artikel
Overeenkomstig het regeerakkoord werd de uitbreiding van het geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI) verwezenlijkt. Deze hervorming beoogt onder andere een verruiming van het bestaande begeleidingsinstrument waar het GPMI voor staat.
Documents
FAQ
-
Kan het OCMW een vorig GPMI opnieuw actualiseren? Wanneer een persoon reeds een begunstigde was van het recht op maatschappelijke integratie dat gepaard ging met een GPMI, daarna voor een korte periode gaat werken om aansluitend hierop opnieuw een steun aan te vragen bij het OCMW, dan kan het vorige GPMI worden geactualiseerd. De maatschappelijke assistent en de begunstigde moeten de verschillende elementen van het vorig GPMI doorlopen om na te gaan of deze nog steeds overeenkomen en zij dienen dit te ondertekenen.
Als de periode van werk korter is dan 3 maanden, is de sociale balans niet noodzakelijk.
-
Wat wordt verstaan onder "analyse van de verwachtingen, vaardigheden, bekwaamheden en behoeften van de persoon" voorafgaand aan het opstellen van het GPMI? Vóór het opstellen van het geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie en met het oog op een maximale individualisering ervan, moet de maatschappelijk werker een analyse van de behoeften en van de mogelijkheden van de gerechtigde van het recht op maatschappelijke integratie uitvoeren. Artikel 11 van de wet van 26 mei 2002 bepaalt immers : "… Het project gaat uit van de verwachtingen, de vaardigheden, de bekwaamheden en de behoeften van de betrokken persoon en van de mogelijkheden van het centrum. Artikel 11, § 1, van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 (algemeen reglement) verduidelijkt eveneens dat "Alvorens er een contract wordt gesloten, het centrum een beoordeling van de behoeften van de persoon moet hebben gemaakt.".
Deze analyse van de noden evenals van de mogelijkheden van een persoon is van groot belang omdat aan de hand daarvan de maatschappelijk werker niet alleen de vragen, noden en behoeften alsook belemmeringen en hindernissen van de gerechtigde in kaart kan brengen maar ook de mogelijkheden, bekwaamheden en vaardigheden waarover hij of zij beschikt. Zo kan de maatschappelijk werker samen met de gerechtigde nagaan wat hij of zij wil zijn en wil doen en wat hem of haar verhindert om zijn/haar doelstellingen te bereiken.
Aldus zal de maatschappelijk werker een duidelijke diagnose kunnen stellen van de sociale toestand van de gerechtigde en relevante actievoorstellen kunnen opstellen in het kader van een GPMI.
Verschillende thema’s kunnen aangeraakt en behandeld worden naargelang van de realiteit van de betrokken persoon, zoals:
- de gezinssituatie, gezondheidstoestand, huisvestingstoestand, budgettaire toestand, administratieve toestand, mobiliteitstoestand, opleidingssituatie, beroepssituatie
Andere invalshoeken zijn eveneens mogelijk om een volledig overzicht te hebben van de moeilijkheden maar ook van het potentieel van de gerechtigde:
- cultureel leven en ontspanning, zelfbeeld en zelfvertrouwen, communicatievaardigheden, toegang tot de digitale wereld, deel uitmaken van een leefwereld en een sociaal netwerk, in staat zijn zich te organiseren, te plannen, …
Via al deze thema's zullen de "stabiliserende" en "destabiliserende" elementen (of sterke en zwakke punten) van de gerechtigde worden belicht. De stabiliserende elementen zijn elementen die ondersteunend en versterkend kunnen werken bij het bepalen van de te bereiken doelstellingen in het kader van het GPMI. De destabiliserende elementen zijn de elementen waarop de doelstellingen van het GPMI zijn toegespitst.
Welke vorm deze analyse van de behoeften en mogelijkheden aanneemt, maakt weinig uit. Ofwel neemt de analyse de vorm aan van een afzonderlijk document, "sociale balans" of "behoefteanalyse" genoemd of een andere benaming, gekozen door het OCMW; ofwel vormt deze analyse een onderdeel van het sociaal verslag. Wat telt is dat kan worden aangetoond dat de hierboven toegelichte behoefteanalyse wel degelijk werd uitgevoerd vóór het opstellen van het GPMI en dat de erin opgenomen doelstellingen beantwoorden aan de elementen die in deze analyse worden aangehaald.
-
Is de subsidie voor een GPMI voor een student van ouder dan 25 jaar beperkt tot een jaar? Ja, want om student met volledig leerplan te zijn, moet je je studies hebben aangevat vóór je 25 jaar bent. De hervorming heeft dus niets veranderd.
-
Moeten de dossiers inzake subsidiaire bescherming die op 1 december worden overgedragen naar het LL beschouwd worden als nieuwe dossiers? Ja, omdat zij voorheen nooit het recht op maatschappelijke integratie hebben gehad.
-
Moet men, in het kader van een GPMI van korte duur (voorbeeld: project van drie maanden), verplicht de drie evaluaties uitvoeren? Neen, de drie evaluaties zijn enkel verplicht per jaar.
-
Moet, in het kader van de toekenning van een gezinsbedrag aan een koppel met kinderen, een GPMI gesloten worden met de twee partners van het koppel? Heeft het koppel recht op de subsidie wanneer je dit doet met slechts één van de twee partners? Wat de verplichting tot GPMI betreft, moet voor elke partner apart bekeken worden of een GPMI verplicht is.
Wanneer het OCMW verplicht is om voor één van de partners een GPMI op te stellen en voor de andere niet, is de subsidie van 10 % verschuldigd op het bedrag categorie 3.
Wanneer het OCMW verplicht is om voor één van de partners een GPMI op te stellen en voor de andere niet, maar het OCMW met deze persoon een facultatief GPMI wil opstellen, dan is de subsidie van 10 % verschuldigd op het bedrag categorie 3. Zij wordt niet verdubbeld.
Als het GPMI verplicht is voor beide partners, maar het OCMW komt deze verplichting niet na voor één van beide partners, dan wordt de toelage van 10% teruggevorderd.
Wanneer het OCMW de modaliteiten met betrekking tot de inhoud van het GPMI niet naleeft voor één van de partners, maar wel voor de andere, wordt de subsidie van 10 % behouden.
-
Indien er leefloon wordt teruggevorderd van een persoon met wie een GPMI werd afgesloten en die met terugwerkende kracht recht heeft op een werkloosheidsuitkering, wordt de bijzondere toelage van 10% dan ook teruggevorderd? Indien er voor een persoon een GPMI was opgesteld en waarvoor er een toelage van 10% is betaald aan het OCMW, zal, wanneer deze persoon met terugwerkende kracht recht heeft op een werkloosheidsuitkering, de toelage van 10% niet worden teruggevorderd.
-
Moet men bij een verhuis dit beschouwen als een nieuwe aanvraag bij het nieuwe OCMW, gelet op de nieuwe GPMI bepalingen? Ja, dat is altijd zo geweest, de hervorming heeft niets veranderd.
Wanneer de persoon, bij een verhuis, zijn recht op maatschappelijke integratie niet heeft onderbroken gedurende meer dan 3 maanden, dan is het nieuw bevoegde OCMW niet verplicht om een overeenkomst te sluiten in verband met een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie.
-
Kan het OCMW de betrokkene verplichten om een gemeenschapsdienst te verrichten? Neen. Het verrichten van een gemeenschapsdienst gebeurt op een vrijwillige basis. Het verrichten van een gemeenschapsdienst is één van de elementen aan de hand waarvan kan beoordeeld worden of de betrokkene werkbereid is. Het OCMW moet steeds, zowel in de gevallen waarin een gemeenschapsdienst wordt gepresteerd als in de gevallen waarin er geen wordt gepresteerd, een afweging maken of de betrokkene werkbereid is of niet. Bij die afweging wordt steeds rekening gehouden met de specifieke situatie van de betrokkene. De loutere weigering tot het opnemen van een gemeenschapsdienst in een GPMI kan op zich geen reden zijn om te besluiten dat iemand niet beschikbaar is voor de arbeidsmarkt en dus niet werkbereid is.
-
Heeft het OCMW recht op een bijzondere toelage wanneer er een facultatief GPMI is afgesloten met een persoon met een tewerkstellingsmaatregel zoals artikel 60 §7? Indien de voorwaarden zoals vermeld in punt 1.2. van de omzendbrief van 12 oktober 2016 zijn voldaan, bedraagt de bijzondere toelage 10% van het toegekende bedrag van het leefloon. Dit betekent dat het OCMW voor een betrokkene met een tewerkstellingsmaatregel zoals artikel 60§7 die een aanvullend leefloon geniet, een bijzondere toelage van 10% kan genieten, berekend op het bedrag van het aanvullend leefloon dat werd toegekend aan deze betrokkene.
-
Welke datum moet er worden ingevuld op de terugbetalingsformulieren voor de bijzondere toelage van 10%? De bijzondere toelage is ten vroegste verschuldigd vanaf de eerste dag van de maand waarin het GPMI werd ondertekend voor zover het leefloon reeds was toegekend op het moment dat het GPMI werd ondertekend.
De bijzondere toelage is verschuldigd vanaf de dag waarop het leefloon is toegekend voor zover het GPMI in dezelfde maand werd ondertekend.
Voor wat betreft de terugbetalingsformulieren moet de datum worden ingevuld van de zitting waarin het OCMW zijn beslissing tot toekenning, herziening of verlenging van het recht op maatschappelijke integratie heeft genomen. Voor het GPMI betekent dit specifiek het volgende:
- Wanneer het GPMI ondertekend wordt in dezelfde maand als waarin er een beslissing tot toekenning van het leefloon werd genomen, dan dient deze datum (zijnde de datum van de zitting waarin het OCMW de beslissing tot toekenning van het leefloon heeft genomen) ingevuld te worden op de terugbetalingsformulieren en niet de datum waarop het GPMI werd ondertekend.
- Wanneer het GPMI niet wordt ondertekend in dezelfde maand als waarin er een beslissing tot toekenning van het leefloon werd genomen, dient de datum te worden ingevuld van de zitting waarop de Raad of het bevoegde orgaan het GPMI heeft onderschreven (dit wil niet zeggen dat de Raad het GPMI moet ondertekenen. Het betreft een eenvoudige vermelding op de zitting dat het GPMI werd getekend voor de betrokkene).
Studies
-
Focusnota 29 - Geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie - Deel 2
FocusHet statistisch rapport is voor de OCMW’s, verenigingen uit het middenveld, lokale overheden, onderzoekscentra en de media een handig instrument voor het systematisch opvolgen van federale maatregelen ...
-
Studie over de hervorming van het GPMI
StudiesHet doel van deze studie is na te gaan hoe de hervorming van het GPMI uit 2016 wordt toegepast in de praktijk. De studie onderzoekt en evalueert de hervorming zowel op kwantitatief als op kwalitatief vlak. ...
-
Wegwijs in het GPMI
BrochuresHeb je recht op maatschappelijke integratie ? In de vorm van een leefloon ? Dan is het best mogelijk dat je een bijzondere begeleiding krijgt om een persoonlijk ontwikkelingstraject uit te werken samen met je maatschappelijk werker. Dit persoonlijk ontwikkelingstraject heet het “geïndividualiseerd project voor maatsch...
-
Het Geindividualiseerd Project voor Maatschappelijke Integratie (GPMI). Een verkennend en evaluatief onderzoek in de Belgische OCMW’s
StudiesVoor wie en op welke wijze kan het GPMI ingezet worden als een bruikbaar instrument voor sociale activering? Dat is de vraag waarop dit onderzoek een antwoord gezocht heeft. ...
Wetgeving
-
Omzendbrief naar aanleiding van de wet van 21 juli 2016 houdende wijziging van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie
Omzendbrieven -
Omzendbrief houdende aanbevelingen met betrekking tot de toepassing van het Geïndividualiseerd Project voor Maatschappelijke Integratie
Omzendbrieven