320 van de 580 Belgische OCMW’s namen deel aan de tweede editie van het monitoringsysteem dat door de Federale Overheidsdienst voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding werd opgezet om versneld de sociale impact van het coronavirus op te kunnen volgen. Samen vertegenwoordigen de deelnemende instellingen 75% van alle leefloners. Een groep die volgens de studiedienst van de Overheidsdienst tegen het einde van het jaar met vermoedelijk 6,2% kan toenemen.

    Om de toestroom van de nieuwe aanvragen op te vangen, werd door de Federale Overheid de regelgeving en termijnen versoepeld zodat de OCMW’s zo snel en zo veel mogelijk personen in nood konden helpen. Deze aanpassingen beïnvloedden net als de hele crisis het doorsturen van de terugbetalingsaanvragen van de OCMW’s aan de Federale Overheid die aan de basis liggen van de noodzakelijke statistieken. Om aan dit probleem tegemoet te komen, werd beroep gedaan op de OCMW’s om mee de noden in kaart te brengen. In tussentijd halen de statistieken deze monitoring in en beschikt de Federale Overheidsdienst ook over officiële aanvragen die de eerste tendensen bevestigen. Enkele vaststellingen:

    1. Stijging van het aantal leefloners

    De toenametrend van het aantal leefloners dat initieel bleek uit het eerste rapport van het monitoringssysteem wordt bevestigd door het groter aantal officiële terugbetalingsaanvragen die bij de POD MI werden ingediend. Deze aanvragen tonen voorts aan dat de stijging in de cruciale lockdown-periode van maart en april 2020, meer uitgesproken was in Vlaanderen (+7%) dan in Brussel (+2,4%) of Wallonië (+1,7%).

    Extrapoleren we de beschikbare gegevens van het monitoringsysteem op basis van de gekende seizoensgebonden effecten van de 10 afgelopen jaren, dan zal de leefloonpopulatie in de periode van januari 2020 tot januari 2021 vermoedelijk met maximaal 6,2% toenemen.

    2. Jongeren onder de 25 jaar zijn op dit moment iets minder getroffen dan oudere personen

    Gelet op het feit dat 1 op 3 leefloners jonger is dan 25 jaar, zouden we kunnen hypothetiseren dat deze leeftijdsgroep wellicht ook sterker getroffen wordt door de crisis. De studiedienst observeert echter een kleinere toename met 2,5% van deze jongeren in de periode maart – april 2020, tegenover een toename met 3,6% van het aantal leefloners van 25 jaar en ouder. Daarenboven merken we een terugval op van het aantal studenten met een leefloon met -1,5%. Beide cijfers kunnen bij aanvang van het nieuwe school- en academiejaar nog veranderen.

    3. Verschuiving van een complementair leefloon naar een volledig leefloon

    De studiedienst observeert tijdens de crisis een verschuiving binnen de populatie van het aantal personen met een aanvullend leefloon, naar een volledig leefloon of een leefloon in combinatie met een kleine werkloosheidsuitkering.

    We treffen hier voornamelijk een kwetsbare groep personen aan die dankzij het OCMW een beperkt inkomen konden halen uit een mini-job in combinatie met een aanvullend leefloon. Deze vormen van integratietrajecten waarbij mensen hun leefloon kunnen aanvullen met het verrichten van enkele uren arbeid met het oog op een re-integratie in de samenleving, werden zwaar getroffen.

    4. Toename van het aantal dringende en niet-dringende medische hulp

    Het monitoringssysteem toont aan dat het aantal dringende en niet-dringende medische hulpverleningen waarvoor het OCMW financieel tussenkomt, na de lockdown steeg. Zo kunnen we een stijging met 7,8% van de dringende medische kosten vaststellen in de periode van mei tot juni 2020. Het aantal niet-dringende medische ingrepen steeg met 23,3% in dezelfde periode.

    5. Aantal dossiers voor schuldbemiddeling neemt toe

    Het aantal dossiers waarvoor het OCMW bemiddelt om onbetaalde facturen te regelen bleef tot mei gestaag toenemen. Vanaf de periode van mei-juni 2020 toont de monitoring een toename van 7,7% van de schuldbemiddelingsdossiers. Gelet op het feit dat sommige mensen het betalen van facturen in de crisisperiode uitstelden, verwachten we dat dit aantal nog verder kan toenemen.

    Denis Ducarme, Minister voor Maatschappelijke Integratie : “Gedurende de hele crisis heb ik en de POD Maatschappelijke Integratie nauw contact gehad met de Voedselbanken en OCMW's om de toestand van hun voorraden op te volgen en mogelijke tekorten te vermijden. De voedselbanken hebben tot nu toe aangegeven dat ze tot eind 2020 aan de vraag kunnen voldoen. De POD MI  zal niettemin aan de voedselbanken vragen om een gedetailleerd rapport over de toestand van hun voorraad en om proactief te communiceren over mogelijke tekorten aan voedselproducten om zo goed mogelijk te kunnen anticiperen op de komende maanden.

    consulteer het rapport