De crisis tekent het gezicht van de armoede

    De staatssecretaris voor Armoedebestrijding en de POD Maatschappelijke Integratie gaven de opdracht om een zesde editie van het federale Jaarboek over armoede en sociale uitsluiting en het beleid daarover, op te stellen. Deze opdracht werd toevertrouwd aan POS+ (Participation, Opportunities, Structures) van de Universiteit Gent in samenwerking met CeRIS (het Centre de Recherce et Inclusion Sociale) van de Universiteit Bergen en met emeritus hoogleraar Jan Vranken.

    Doel van het jaarboek

    De federale overheid en in het bijzonder de POD Maatschappelijke Integratie, hebben nood aan een instrument om de toestand van en beleidsmaatregelen inzake armoede en sociale uitsluiting, voor zover zij tot de federale bevoegdheden behoren, te beschrijven, te analyseren en te evalueren. Deze behoefte wordt met de publicatie van het Jaarboek ‘Armoede in België’ ingevuld.

    Dit zesde federale Jaarboek Armoede beklemtoont dat investeringen nodig blijven voor een doeltreffende strijd tegen de armoede. Enkel door te blijven investeren, in mensen en structuren, kunnen we het recht op een menswaardig leven voor iedereen realiseren. Dat mensen die in armoede leven, niet altijd beschikken over de macht om die rechten te realiseren, illustreren we aan de hand van relevant onderzoeksmateriaal. Na de beschrijving van de ‘klassieke’ armoede-indicatoren gaan we, in het eerste deel van dit Jaarboek, in op de relatie tussen opgroeien in armoede en de (fysieke en taal-)ontwikkeling van jonge kinderen, op de kwetsbaarheid en bestaansonzekerheid van vrouwen in Brussel en op de geestelijke gezondheid van kwetsbare personen.

    Hoe ‘het’ beleid vorm krijgt, of kan/zal krijgen, werken we uit in deel twee van dit Jaarboek. We geven eerst een overzicht van het armoedebeleid van de diverse regeringen. Vervolgens schenken we aandacht aan vernieuwende praktijken, zoals het Housing First experiment in de strijd tegen dak- en thuisloosheid, en bespreken we (de hervorming van) de kinderbijslag, wellicht het meest opvallende van de overgedragen bevoegdheden. We staan ook stil bij het onderwijs, dat al enige tijd onder de bevoegdheid van de gewesten valt. In dit deel beschrijven we ook de ontwikkeling van de verhouding tussen sociale zekerheid en sociale bijstand waarbij vooral de laatste de bovenhand lijkt te nemen, en meer nadruk komt te liggen op controleren en activeren.

    Of ‘de’ participatiesamenleving een bijdrage kan leveren in de strijd tegen armoede, nemen we op in het derde thematische deel van dit Jaarboek. De verschillende hoofdstukken (o.a. over de arbeidsmarktparticipatie van migranten, NEET-jongeren, het geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie, de lokale besturen) bieden een genuanceerd antwoord. De bijdragen tonen aan dat bij het stimuleren van meer verantwoordelijkheid bij de burgers en het middenveld, bescherming en ondersteuning vanuit de staat een noodzakelijkheid blijft.