De wet van 24 juni 2013 betreffende de Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS) voorziet in haar artikel 52 dat er om de 5 jaar een evaluatieverslag moet worden opgesteld aan het Parlement over de toepassing ervan. De Minister bevoegd voor Grote steden, Meryame Kitir, neemt het gedeelte "GAS-bemiddeling" van dit evaluatieverslag ten laste. Voor de hier bedoelde periode, namelijk van 2016 tot 2019 heeft de FOD de vragenlijst naar alle gemeenten gestuurd en de antwoorden in verband met het vierde gedeelte bezorgd, gewijd aan de bemiddeling, zodat de POD MI zich bezighoudt met de analyse van dit gedeelte.

    Het verslag is opgesteld op basis van de analyse van antwoorden op de vragenlijst die door de FOD Binnenlandse Zaken aan de 581 Belgische gemeenten werd verstuurd. 357 gemeenten hebben de door de FOD Binnenlandse Zaken verstuurde vragenlijst, over de toepassing van de GAS-wet beantwoord. Het verslag werd eveneens, in mindere mate, opgesteld op basis van de analyse van de gegevens uit de 30 activiteitenverslagen voor de periode 2019 die werden bezorgd door de door de POD MI gesubsidieerde bemiddelaars. De meeste Belgische gemeenten voorzien in hun gemeentelijk politiereglement in de bemiddelingsprocedure en dus in de mogelijkheid om een beroep te doen op de diensten voor GAS-bemiddeling, gesubsidieerd door de POD MI. Dit toont aan dat de interesse voor deze alternatieve maatregel blijft stijgen en dit benadrukt de meerwaarde ervan Wanneer de bemiddeling aanvaard wordt, wordt in de meeste gevallen een akkoord gesloten.

    Evaluatieverslag van de wet van 24 juni 2013 betreffende de GAS