Principes van HF

Artikel
Housing First heeft tot doel personen zonder verblijfplaats een kans te bieden op een beter leven. Een leven waar, idealiter, dakloosheid definitief tot het verleden behoort. De toegang tot huisvesting is hierbij essentieel. Daarom wordt aan iedere begunstigde eerst een woning toegekend. Housing First biedt echter veel meer dan enkel huisvesting. Het perspectief van een beter leven is een interactie van verschillende factoren.
Tsemberis (2010) baseert het originele model (Pathways to Housing) op acht basisprincipes die momenteel door de meeste landen werden ingevoerd.
1. HUISVESTING ALS FUNDAMENTEEL MENSENRECHT
Housing First stelt huisvesting onvoorwaardelijk voor als een fundamenteel recht. In België staat dit recht in artikel 23 van de Belgische Grondwet: “Ieder heeft het recht om een menswaardig leven te leiden”. Housing First stelt de personen een “thuis” voor. Dit betekent een volledig zelfstandige woning, met eigen toegangsdeur. De huurders hebben recht op intimiteit in hun eigen woning. Mensen kunnen nooit per ongeluk binnenkomen en niemand anders heeft de sleutel. De veiligheid van de verblijfplaats wordt eveneens beschermd door de wet. Het gaat dus niet om tijdelijk onderdak.
Dit principe bepaalt eveneens dat iedereen, ongeacht zijn voorgeschiedenis, zijn fysieke of mentale toestand, een fundamenteel recht heeft op huisvesting, dat hij niet vooraf moet “verdienen” of “bewijzen”. Het is onmogelijk voor een organisatie of dienst om in te schatten of de herhuisvesting succesvol zal zijn (met een slaagpercentage van 85 %), het is dus een “berekend risico” om met mensen in contact te komen en te proberen.
2. KEUZEVRIJHEID EN ZELFBESCHIKKING
De huurders hebben een keuzevrijheid in zoveel mogelijk domeinen. Zo heeft de begunstigde zoveel mogelijk zeggenschap in de keuze van zijn huisvesting, van zijn wijk en van zijn levenswijze. De huurders bepalen hun eigen doelstellingen en de middelen om die te bereiken. De maatschappelijk werk(st)ers streven ernaar om elke huurder op te volgen in dit proces, op weg naar een maximale onafhankelijkheid.
Een voorwaarde waarover niet onderhandeld kan worden: begeleiding. Housing First legt de deelnemers een voorwaarde op waarover niet onderhandeld kan worden. Alle deelnemers moeten een begeleiding aanvaarden en regelmatig contact opnemen met hun adviseur. De communicatie tussen de huurders en de referentiepersonen moeten open blijven, vooral in een periode van herval of van crisis.
3. SCHEIDING TUSSEN HUISVESTING EN BEHANDELING
In het kader van Housing First worden huisvesting en begeleiding gescheiden. De huurders hebben een huurcontract met een persoon of een dienst die niet dezelfde is als de ondersteunende dienst. Hierdoor kunnen de huurders in de woning blijven wanneer de begeleiding stopt of begeleiding blijven ontvangen als de huisvesting verdwijnt.
4. ONDERSTEUNING GEBASEERD OP HERSTEL
Housing First heeft niet enkel tot doel de huurders in hun woning te stabiliseren, maar ook hen te ondersteunen bij al hun noden en te werken aan herstel. Herstel is een concept uit de geestelijke gezondheidszorg en is veel breder dan stabilisering of genezing. Een aanpak gericht op herstel bestaat erin het welzijn van de huurders HF te onderzoeken en erop toe te zien dat aan de basisvoorwaarden is voldaan. Dit betekent bijvoorbeeld zorgen voor sociale contacten en interessante dagactiviteiten.
5. VERMINDERING VAN DE RISICO's
Keuzevrijheid is eveneens van toepassing op het schadelijk gebruik van drugs en alcohol. Housing First eist niet dat mensen afkicken van drugs of stoppen met gebruiken voordat ze worden toegelaten in de woning. Housing First past het principe toe van de vermindering van de risico’s. De nadruk ligt niet op repressie, maar op de vermindering of het vermijden van de nefaste gevolgen van het gebruik van drugs en alcohol, zowel voor de persoon die gebruikt, als voor zijn omgeving. De vermindering van de risico’s geeft de mensen de mogelijkheid om het gebruik van schadelijke stoffen te leren beheren op hun eigen tempo. Niemand wordt gedwongen om te stoppen of maatregelen te nemen waarvoor hij of zij nog niet klaar is. Deze keuzevrijheid is zeer belangrijk. Wanneer de mensen zich bewust worden van de gevolgen van hun gebruik van middelen of van hun problematisch gedrag en zij de echte mogelijkheden tot verbetering zien, leidt dit tot een intrinsieke motivatie om maatregelen te nemen. De uitwisseling van spuiten en de verdeling van methadon zijn welbekende voorbeelden van deze aanpak.
6. ACTIEVE DEELNAME ZONDER DWANG
Housing First hanteert een assertieve werkmethode die nooit dwingend is. De begeleidingsteams Housing First streven ernaar om mensen te laten deelnemen aan de hulp die ze nodig hebben en herinneren mensen er actief en voortdurend aan dat hulp, behandeling en advies altijd beschikbaar zijn. Daarom is het zeer belangrijk dat Housing First niet veeleisend is en dat iedereen zich onmiddellijk welkom voelt.
Housing First streeft ernaar de situatie te normaliseren en het onrecht te herstellen die personen zonder verblijfplaats ervaren. Hierdoor verdedigt Housing First dezelfde rechten en plichten voor personen zonder verblijfplaats dan voor alle andere burgers. Niets meer en niets minder. Uit bezorgdheid en in het belang van het behoud van de huisvesting gaat Housing First soms zover dat mogelijk botsende of moeilijke boodschappen met de huurders worden gedeeld. Keuzevrijheid en vrijheid van actie stopt daar waar zij de vrijheden van anderen schenden.
7. DE PERSOON STAAT CENTRAAL
Gedurende het adviesproces benadrukt Housing First het belang van een respectvolle en hartelijke relatie tussen de ondersteunende teams en de begunstigden. De werknemers handelen met medeleven en tonen een oprechte betrokkenheid tegenover de huurders. Zo voelen de mensen dat men om hen bekommerd is en dat zij niet aan hun lot worden overgelaten. Om deze vertrouwensbasis op te stellen, is een warm en respectvol contact nodig tussen de ondersteunende teams en de begunstigden. Dit is de basis van Housing First.
Wij mogen nooit van de veronderstelling uitgaan dat alle mensen zonder verblijfplaats dezelfde behoeften en kenmerken hebben dan de anderen. Een standaard benadering is onmogelijk en niet wenselijk. Er is een grote personalisering nodig om te komen tot een begeleiding die echt toegespitst is op de persoon. In de mate van het mogelijke worden de adviezen aangepast aan de individuen. Iedereen heeft zijn eigen dromen, wensen en eigenschappen. Deze eigenschappen en capaciteiten zijn het beginpunt van de begeleiding. Daarom vereist Housing First een hoge graad van flexibiliteit. De werknemers en werkneemsters moeten blijk geven van vindingrijkheid en in staat zijn om zich aan te passen aan de begunstigden tegenover hen. Dit vereist een open en onpartijdige houding tegenover de deelnemende personen.
8. VERBINTENIS OM ZO LANG ALS NODIG SAMEN TE WERKEN MET DE BEGUNSTIGDEN HF
Housing First biedt zo lang als nodig ondersteuning. Voor de begunstigden van het programma Housing First is in hun eigen huis wonen misschien een ongewone ervaring. Het kan zijn dat deze personen jaren hebben doorgebracht in de noodopvang, kraakpanden of op straat. Om zelfstandig te kunnen leven, kan het zijn dat zij gedurende een lange periode ondersteuning nodig hebben. Dit wil niet zeggen dat zij voortdurend intensieve hulp nodig hebben. De noden kunnen in de loop der tijden evolueren. Het is belangrijk om steeds gepast te reageren wanneer iemand meer of minder hulp nodig heeft. De intensiteit en de duur van de hulp worden niet vooraf bepaald. Het huurcontract is onbepaald, net zoals de ondersteuning. Bij de start van de huur kan de begeleiding zeer intensief zijn. Voor bepaalde personen kan de frequentie van de begeleiding geleidelijk dalen, terwijl voor anderen een intensieve begeleiding wenselijk blijft.
Het is minstens even belangrijk om op te merken wanneer personen alleen hun plan kunnen trekken met een minder intensieve begeleiding of volledig zelfstandig kunnen leven en geen hulp van Housing First meer nodig hebben. De huurders kunnen natuurlijk in de woning blijven wonen, zelfs op dat ogenblik. Het recht om te leven in de woning en om überhaupt te leven stopt niet bij het einde van de begeleiding.