Socio-professionele vrijstelling SPI
Artikel
De FAQ's over socio-professionele vrijstelling vind je onder tabblad 'FAQ' terug.
De bedragen betreffende socio-profesionele vrijstelling kan je onder Tools OCMW's - Bedragen terugvinden.
FAQ
-
Hoelang kan de spi-vrijstelling voor studenten die studies met voltijds leerplan volgen, toegepast worden ? De spi-vrijstelling voor studenten moet toegepast worden gedurende de periode dat er een gpmi (geindividualiseerd project voor maatschappelijke integratie) is afgesloten.
Aangezien dit verplicht is gedurende de hele duur van de studies wordt dus de vrijstelling toegpast gedurende de hele duur van de studies.
Indien de jongere na zijn studies nog leefloon geniet, zal hij vervolgens ook kunnen genieten van de gewone SPI-vrijstelling indien hij aan de voorwaarden voldoet.
-
Hoe gebeurt de spi-vrijstelling indien het inkomen geen betrekking heeft op een volledige maand In eerste instantie moet het inkomen ge-extrapolleerd worden naar een inkomen op maandbasis. Van dit bedrag wordt de maandelijkse spi-vrijstelling afgetrokken.
Het bekomen maandbedrag wordt omgezet naar jaarbasis om hierop de jaarlijkse forfaitaire vrijstelling toe te passen.
Het aldus bekomen bedrag op jaarbasis wordt tenslotte opnieuw omgezet naar het aantal dagen/periode waarom het inkomen betrekking heeft.
-
Kan de spi-vrijstelling toegepast worden voor studenten die al aan het werk zijn vooraleer ze gerechtigd zijn op een leefloon ? Ja. De voorwaarde dat het moet gaan om een leefloongerechtigde die begint te werken geldt enkel bij de ‘gewone’ vrijstelling.
De spi-vrijstelling bij een student kan altijd toegepast worden vanaf het moment dat er een gpmi met de student is afgesloten omdat het opdoen van beroepservaring het doel is.
-
Moet de spi-vrijstelling toegepast worden indien iemand inkomsten heeft uit zwartwerk ? Neen.
De toepassing van de SPI-vrijstelling is een recht dat enkel mag toegepast worden bij een tewerkstelling in het reguliere arbeidscircuit waarin men hoopt betrokkene te reïntegreren.
-
Moet de spi-vrijstelling toegepast worden indien iemand over inkomsten beschikt die hoger zijn dan het leefloonbedrag waarop hij zou gerechtigd zijn ? Indien betrokkene aan de voorwaarden voldoet om de spi-vrijstelling toe te passen moet in eerste instantie steeds getracht worden deze toe te passen.
Er moet met name eerst nagegaan worden of betrokkene door deze toepassing al dan niet het recht op een (aanvullend) leefloon kan openen.
Voorbeeld dd. 01.01.2015
Een alleenstaande leefloongerechtigde (maandbedrag € 817,36) start een tewerkstelling en ontvangt € 1.000 per maand. Berekening :
1.000 – 234,55 = 765,45 < 817,36 Er is dus recht op een aanvullend leefloon.
Om na te gaan of betrokkene nog recht heeft op een aanvullend leefloon moet vanzelfsprekend wel rekening gehouden worden met alle bestaansmiddelen van betrokkene die niet zijn vrijgesteld.
Indien betrokkene nog gerechtigd is op een aanvullend leefloon moet de jaarlijkse forfaitaire vrijstelling van zijn categorie op het einde van de berekening van de bestaansmiddelen nog toegepast worden.
-
Hoe wordt de spi- vrijstelling toegepast indien iemand werkt met een afwijkend arbeidsregime ? Het gaat hier bv. om iemand die enkel werkt tijdens de weekends gedurende een hele maand of iemand die afwisselend een week wel en een week niet werkt.
Aangezien het gaat om een speciaal arbeidsregime worden de inkomsten in aanmerking genomen gedurende de hele periode die gedekt wordt door deze manier van werken, inbegrepen de dagen dat betrokkene niet werkt.
-
Welke dagen worden voor het berekenen van de duur van de spi-vrijstelling (maximaal 3 jaar tijdens een periode van 6 jaar) in aanmerking genomen indien iemand werkt via een systeem van interim-arbeid ? Om het aantal dagen te bepalen wordt rekening gehouden met alle dagen die voor de berekening van de inkomsten in aanmerking worden genomen. Concreet worden alle dagen geteld gedurende de periode die gedekt wordt door deze manier van werken.
-
Hoe wordt de spi-vrijstelling toegepast indien iemand werkt via het systeem van interim-arbeid ? Aangezien de inkomsten in aanmerking worden genomen gedurende de hele periode die gedekt wordt door deze manier van werken, wordt de spi-vrijstelling eveneens berekend over de hele periode waarin de inkomsten in aanmerking worden genomen.
Voorbeeld: X is leefloongerechtigd en werkt via interim-arbeid. In april werkt hij op volgende dagen: 4, 11-13, 24 en 28 april. De spi-vrijstelling zal berekend worden op de inkomsten van de hele maand april omdat de inkomsten ook in aanmerking genomen worden voor de hele maand.
-
Kan de SPI-vrijstelling toegepast worden op het beroepsinkomen van een student met voltijds leerplan ? Neen, want de bijzondere vrijstelling student met of zonder studiebeurs primeert op de algemene vrijstelling SPI.
Dit wil zeggen dat de student met voltijds leerplan voor de volledige duur van zijn geïndividualiseerd integratieproject dat voor de volledige duur van de studies wordt afgesloten, kan genieten van het voordeel van deze bijzondere vrijstelling student.
-
Wat is de limiet van de toepassing van de SPI-vrijstelling ? De SPI-vrijstelling kan enkel toegepast worden indien betrokkene na toepassing ervan nog verder gerechtigd is op een aanvullend leefloon.
Het inkomen mag hoger zijn dan het leefloonbedrag van de categorie waarop hij gerechtigd is, maar moet na toepassing van de vrijstelling wel lager zijn.
Hierbij moeten vanzelfsprekend ook de andere bestaansmiddelen in aanmerking genomen worden om na te gaan of het uiteindelijk bedrag van de bestaansmiddelen lager is dan het leefloonbedrag van de categorie waarop hij gerechtigd is.
-
Wat blijft er behouden en wat verandert er in de nieuwe procedure van de SPI-vrijstelling zoals bepaald in het koninklijk besluit van 25 april 2014 ? De SPI-vrijstellingsperiode blijft zoals vroeger behouden op 3 jaar. Maar deze vrijstellingstermijn van 3 jaar kan worden opgebouwd binnen een periode van 6 jaar die aanvangt op de eerste dag waarop de vrijstelling wordt toegekend en eindigt 6 jaar later. De termijn van 6 jaar begint dus niet te lopen op 1 oktober 2014.
Vanaf 1 oktober 2014 worden enkel de periodes waarin betrokkene effectief gewerkt heeft of een opleiding heeft gevolgd in rekening gebracht bij het vaststellen van de vrijstellingstermijn.
-
Vanaf wanneer wordt de nieuwe procedure van de SPI-vrijstelling zoals bepaald in het koninklijk besluit van 25 april 2014 van toepassing ? De nieuwe procedure van de SPI-vrijstelling zoals bepaald in het koninklijk besluit van 25 april 2014 treedt in werking op 1 oktober 2014.
-
Geldt de SPI-vrijstelling eveneens voor de echtgenoot of de levenspartner van de gerechtigde op een leefloon categorie persoon met gezinslast ? Ja, de SPI-vrijstelling geldt eveneens voor de echtgenoot of de levenspartner van de gerechtigde op een leefloon categorie persoon met gezinslast mits deze aan de voorwaarden voldoet.
-
Wat zijn de voorwaarden om de SPI-vrijstelling toe te passen ? Leefloonbegunstigden die beginnen te werken of die een beroepsopleiding aanvatten of voortzetten genieten drie jaar lang een SPI-vrijstelling.
De SPI-vrijstelling kan dus niet toegepast worden indien de betrokkene al aan het werk was en daarna gerechtigd wordt op een leefloon.
De SPI-vrijstelling kan daarentegen wel toegepast worden indien de betrokkene al een beroepsopleiding volgde en daarna gerechtigd wordt op een leefloon.
De SPI-vrijstelling kan ook toegepast worden indien de betrokkene als leefloongerechtigde een zelfstandige activiteit aanvat of een interim-arbeid begint uit te voeren.
De SPI-vrijstelling moet ook toegepast worden op de opleidingspremie die betrokkene ontvangt bij het volgen van een opleiding bij de VDAB, FOREM en ACTRIS.
De SPI-vrijstelling moet ook toegepast worden op de opleidingsuitkering die wordt uitbetaald door de RVA in het kader van een IBO-opleiding.
De SPI-vrijstelling moet tenslotte eveneens toegepast worden op de stage-uitkering die wordt uitbetaald door de RVA in het kader van een instapstage.
-
Hebben studenten die werken recht op de vrijstelling sociaal-professionele integratie (SPI)? Ja. Het bedrag van de vrijstelling varieert naargelang de student al dan niet geniet van een studiebeurs. Zo geniet momenteel (01/01/2018) een student zonder studiebeurs van een maandelijkse vrijstelling van 264,13 € en een student met studiebeurs van een maandelijkse vrijstelling van 73,67 €.
Referenties: Artikel 35§2 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie