Winteropvang

""

    Het samenwerkingsakkoord inzake dak- en thuisloosheid van 12 mei 2014 verduidelijkt de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de verschillende beleidsniveaus inzake dakloosheid.

    In de eerste plaats zijn de lokale besturen bevoegd voor de opvang van daklozen.

    Evenwel voorziet de federale overheid via de POD Maatschappelijke Integratie extra middelen voor de ondersteuning van acute noodopvang gedurende de winterperiode.

    Dit bestaat uit een jaarlijkse financiering aan de 5 grote steden van 50 000 euro voor het opzetten van een dag-, avond- en nachtopvang voor mensen in acute sociale nood die dakloos zijn.

    Het samenwerkingsakkoord bevat tevens een specifiek onderdeel betreffende het Winterplan in Brussel, waar de federale staat zich ertoe verbindt bij te dragen tot de reeds geleverde inspanningen door de lokale overheden, en aldus een tweedelijnsinterventie tot stand brengt.

    Contractueel benadrukken de federale staat en de deelstaten dat de lokale overheden in de eerste plaats verantwoordelijk zijn voor de opvang van daklozen. Niettemin erkennen de partijen dat de winterperiode specifieke inspanningen kan vergen, gezien de kwetsbaarheid van de daklozen tijdens de winterperiode.

    De organisatie van de winteropvang te Brussel vertrekt vanuit een filosofie dat daklozenopvang meer vraagt dan 3 B’s (bed, bad en brood), maar er een belangrijk aspect van begeleiding noodzakelijk is.

    Die visie heeft de POD MI dan ook jaarlijks sterk benadrukt bij de lancering van de projectoproep voor de organisatie van de winteropvang.

    Sedert 2021 wordt de winteropvang te Brussel evenwel niet langer georganiseerd via een facultatieve subsidie maar via een overheidsopdracht voor een looptijd van 3 jaar voor een maximaal geraamd bedrag van 4.050.000 euro. De opvangvoorziening moet elk jaar geopend zijn van 1 november tot en met 31 maart met een maximumcapaciteit van 250 personen.

    Sedert 2017-2018  staat het consortium Rode Kruis en Dokters van de wereld in voor de organisatie van de winteropvang dat momenteel doorgaat in de Trierstraat of in een ander aangepast gebouw in Brussel – vlakbij de Europese wijk is dit.

    Een geschikt gebouw vinden is niet evident. Er zijn namelijk verschillende criteria die in acht moeten worden gehouden: centraal gelegen bij openbaar vervoer en sociale diensten, aantal vierkante meters, sanitaire voorzieningen, keuken, brandveiligheid, … Regelmatig worden aanpassingswerken uitgevoerd opdat het gebouw conform alle veiligheidsnormen is.

    Het opvangcentrum staat open voor alle daklozen. De voorwaarden voor het verkrijgen van een plaats zijn beschikbaarheid en voorafgaande reservering, hetzij door Samusocial, hetzij rechtstreeks door andere diensten of terreinwerkers die in rechtstreeks contact staan met het Belgische Rode Kruis.

    De methodologie voor de opvang, huisvesting en ondersteuning van daklozen start meteen bij het onthaal.  Eenmaal opgenomen in het centrum, heeft de dakloze de mogelijkheid om de volgende nachten te blijven. Deze methode maakt een beter beheer van het ondersteuningsproces mogelijk (psychosociaal, medisch en paramedisch,...). Het levert ook minder stress op voor de persoon die geholpen wordt, omdat hij weet dat hij in de opvang kan blijven.

    De federale winteropvang richt zich op 2 belangrijke domeinen – sociale ondersteuning en medische zorg. Het doel van ons winterplan is de gebruikers in staat te stellen hun fundamentele rechten terug te krijgen.

    Het consortium werkt samen met diverse actoren op het terrein, dit in functie van specifieke noden. Maatschappelijk werkers van het OCMW zijn aanwezig op de site om de rechten van de gehuisveste personen te openen. Het OCMW biedt een volledige dienst voor sociale bijstand in het opvangcentrum: het vergemakkelijkt het administratieve gedeelte, met name voor de AMU.  Het idee is dat de aanwezigheid van het OCMW in het centrum de relatie tussen de bewoner en het OCMW op gang kan brengen.

    Andere partners en verenigingen zijn onder meer Médecins du Monde voor de toegang tot zorg, Kind & Gezin, Aquarelle en ONE voor steun aan moeders en hun baby's, en SOS jeunes, Caritas en de Dienst voogdij voor de begeleiding van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen.  Ook zijn er samenwerkingen opgezet met Fedasil, OCMW, vertaaldiensten, … Voor mensen in een precaire situatie worden ook informatiesessies over vrijwillige terugkeer en over de mogelijkheden om asiel aan te vragen of te worden geregulariseerd, georganiseerd.

    Gedurende de winterperiode 2021 -2022 werden 342 personen met 56 verschillende nationaliteiten opgevangen. Het publiek dat gemiddeld de meeste nachten in het centrum heeft doorgebracht, is dat van eenoudergezinnen (74,54 nachten). Daarna komen alleenstaande vrouwen (65,28 nachten). Deze twee groepen worden regelmatig als een van de meest kwetsbaren aangemerkt door degenen die met daklozen werken.

    Er vindt op regelmatige basis overleg plaats tussen de opdrachtgever, POD MI, en het Consortium; Rode Cruis en Médecins du Monde aangaande de uitvoering van de prestaties.  Jaarlijks zal er een zelfevaluatie worden opgesteld en voorgesteld door de organisatie die de opdracht uitvoert.