• Wat is een afvoering van ambtswege?

    Als er wordt vastgesteld dat een persoon niet meer verblijft op het opgegeven adres en de gemeente in de onmogelijkheid blijkt om de nieuwe hoofdverblijfplaats van de betrokkene op te sporen, gelast het College van Burgemeester en Schepenen de afvoering van ambtswege uit de registers. Als bij onderzoek blijkt dat de betrokken persoon zich in het buitenland gevestigd heeft, voert het College van Burgemeester en Schepenen de betrokkene eveneens van ambtswege af. De vermelding van de afvoering van ambtswege kan gevonden worden in de IT001.

    Verwar de afvoering van ambtswege niet met andere vormen van afvoering, zoals de “afvoering – verlies van verblijfsrecht”. De afvoering met verlies van verblijfsrecht gebeurt als gevolg van een verlies van het recht op verblijf.

  • De betrokkene had voor de afvoering van ambtswege een C-kaart. De C-kaart is niet meer geldig. Waar kan hij aanspraak op maken?

    De betrokkene die het recht van terugkeer wilt genieten, moet in het bezit zijn van een C-kaart waarvan de geldigheidsduur niet verstreken is. Indien de betrokkene een verstreken verblijfstitel overmaakt, kan er geen beroep gedaan worden op het recht op terugkeer. Als de betrokkene het Belgische grondgebied niet heeft verlaten, kan hij het vermoeden dat hij het Belgische grondgebied had verlaten, weerleggen. De betrokkene dient zich naar de gemeente te begeven met alle bewijzen hieromtrent.  Het komt toe aan de Dienst Vreemdelingenzaken om zich uit te spreken of de betrokkene al dan niet het vermoeden heeft weerlegd en derhalve te bepalen of er nog een verblijfsrecht bestaat of niet. In afwachting van de beslissing van Dienst Vreemdelingenzaken, heeft de betrokkene enkel recht op dringende medische hulp.

  • De betrokkene had voor de afvoering van ambtswege een C-kaart. De C-kaart is nog geldig en de betrokkene is meer dan 1 jaar van ambtswege afgevoerd. Waar kan hij aanspraak op maken?

    De vreemdeling met een geldige C-kaart heeft gedurende 1 jaar een recht op terugkeer. Indien de betrokkene meer dan 1 jaar is afgevoerd, houdt dit in dat vanaf deze afvoering van ambtswege vermoed wordt dat de betrokkene zich niet meer bevindt op het Belgische grondgebied. Hierdoor kan er geen beroep gedaan worden op het recht op terugkeer. Als de betrokkene het Belgische grondgebied niet heeft verlaten, kan hij het vermoeden dat hij het Belgische grondgebied had verlaten, weerleggen. De betrokkene dient zich naar de gemeente te begeven met alle bewijzen hieromtrent.  Het komt toe aan de Dienst Vreemdelingenzaken om zich uit te spreken of de betrokkene al dan niet het vermoeden heeft weerlegd en derhalve te bepalen of er nog een verblijfsrecht bestaat of niet. In afwachting van de beslissing van Dienst Vreemdelingenzaken, heeft de betrokkene enkel recht op dringende medische hulp.

  • De betrokkene had voor de afvoering van ambtswege een C-kaart. De C-kaart is nog geldig en de betrokkene is niet meer dan 1 jaar van ambtswege afgevoerd. Waar kan hij aanspraak op maken?

    De betrokkene kan gedurende één jaar te rekenen vanaf de afvoering van ambtswege, zijn recht op terugkeer inroepen. De betrokkene kan aanspraak maken op het recht op maatschappelijke dienstverlening gedurende 1 jaar, te rekenen vanaf de afvoering van ambtswege en mits zijn verblijfsrecht gedurende deze periode nog geldig is.

    Het OCMW dient de betrokkene aan te sporen om zich naar de gemeente te begeven en te verzekeren dat de betrokkene het nodige doet om zijn verblijfssituatie in orde te brengen.

    De betrokkene kan vanwege de afvoering van ambtswege geen aanspraak maken op het recht op maatschappelijke integratie. 

  • De betrokkene had voor de afvoering van ambtswege een B-kaart. De B-kaart is nog geldig en de betrokkene is niet meer dan 1 jaar van ambtswege afgevoerd. Waar kan hij aanspraak op maken?

    De betrokkene kan gedurende één jaar te rekenen vanaf de afvoering van ambtswege, zijn recht op terugkeer inroepen. De betrokkene kan aanspraak maken op het recht op maatschappelijke dienstverlening gedurende 1 jaar, te rekenen vanaf de afvoering van ambtswege en mits zijn verblijfsrecht gedurende deze periode nog geldig is.

    Het OCMW dient de betrokkene aan te sporen om zich naar de gemeente te begeven en te verzekeren dat de betrokkene het nodige doet om zijn verblijfssituatie in orde te brengen.

    Indien de B-kaart werd toegekend aan de betrokkene op grond van zijn vluchtelingenstatus of op grond van zijn staatloosheid, kan de betrokkene aanspraak maken op het recht op maatschappelijke integratie en/of het recht op aanvullende maatschappelijke dienstverlening.