• Wat is het verschil tussen het OCMW van het onderstandsdomicilie en het bevoegde OCMW?

    "bevoegd OCMW" en "OCMW van het onderstandsdomicilie" zijn twee verschillende begrippen.

     

    Het bevoegde OCMW, op basis van artikel 1 of 2 van de wet van 2 april 1965, kan de kosten terugeisen die veroorzaakt werden door de behandeling in de verzorgingsinstelling bij het OCMW van het onderstandsdomicilie of, indien dat er niet is, bij de Staat, rekening houdend met bepaalde termijnen en onder bepaalde voorwaarden bepaald in de artikelen 9 t.e.m. 12 van de wet van 2 april 1965.

     

    Het bevoegde OCMW onderzoekt de steunaanvraag en kent, indien nodig, de steun toe. Het OCMW van het onderstandsdomicilie evalueert de steunaanvragen niet, maar neemt de verstrekte steun ten laste wanneer die door het bevoegde OCMW wordt gevorderd.

     

    Referenties: Wetteksten: art. 1, 2°, 4 en 9 van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

  • Welk is het OCMW van het onderstandsdomicilie?

    Het OCMW van het onderstandsdomicilie is het OCMW van de gemeente waar de persoon is ingeschreven in het bevolkingsregister voor zijn hoofdverblijf op het ogenblik van zijn behandeling in een verzorgingsinstelling.

     

    Referenties: Wetteksten: art. 1, 2°, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

  • Wie neemt de kosten van een behandeling in een ziekenhuis ten laste?

    De kosten van een behandeling, met of zonder hospitalisatie, van een behoeftige in een verzorgingsinstelling worden, binnen bepaalde grenzen, ten laste genomen door het OCMW van het onderstandsdomicilie. Het gaat om het OCMW van de gemeente waar de persoon is ingeschreven in het bevolkingsregister voor zijn hoofdverblijfplaats op het ogenblik van zijn behandeling in een verzorgingsinstelling.

    Wanneer de betrokken persoon niet is ingeschreven in het bevolkingsregister bestaat er geen onderstandsdomicilie. In dat geval worden de kosten terugbetaald door de Staat.

     

    Referenties: Wetteksten: art. 1, 2°, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

  • Wat moet het OCMW doen wanneer het denkt niet bevoegd te zijn voor een steunaanvraag die werd verstuurd door een eerste OCMW?

    Het OCMW moet de steunaanvraag niet doorsturen naar het OCMW waarvan het denkt dat het bevoegd is. Het OCMW moet de bevoegdheidsbetwisting binnen de vijf werkdagen voorleggen aan de dienst Bevoegdheidsconflicten van de POD Maatschappelijke Integratie die vervolgens zal meedelen welk OCMW bevoegd is.

     

    Referenties:

    A. Wetteksten: art. 15, vierde lid, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

    B. Omzendbrief van 8 april 2003 betreffende de regeling van bevoegdheidsconflicten tussen de OCMW's

  • Wat gebeurt er wanneer het OCMW dat van mening is dat het niet bevoegd is de steunaanvraag niet binnen de vijf werkdagen aan het bevoegd geacht OCMW bezorgt?

    Het OCMW dat de verplichting tot overdracht niet naleeft wordt beschouwd bevoegd te zijn voor de steunaanvraag totdat het deze aanvraag bezorgt aan het OCMW dat bevoegd wordt geacht.

     

    Referenties:

    A. Wetteksten:

    art. 58, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW's

    art. 18, § 4 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie

  • Wat moet het OCMW doen wanneer het een steunaanvraag ontvangt waarvoor het denkt niet bevoegd te zijn?

    Het OCMW moet de steunaanvraag binnen de vijf werkdagen overmaken aan het OCMW dat het bevoegd acht met vermelding van de redenen waarom het acht niet bevoegd te zijn.

    De steunaanvrager wordt hierover ingelicht.

     

    Referenties:

    A. Wetteksten:

    art. 58, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW's

    art. 18, § 4 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie

  • Kan een asielzoeker steun vragen aan een OCMW?

    In principe niet. Een asielzoeker wordt immers opgevangen in een opvangcentrum door Fedasil. Het gaat om de enige plaats waar hij zal worden geholpen.

    Enkel wanneer een asielzoeker ten laste wordt genomen door een OCMW zal hij steun kunnen vragen aan dit OCMW.

    Indien de asielzoeker niet werd opgevangen door een opvangcentrum of een OCMW kan hij zich richten tot het OCMW van zijn gewoonlijke verblijfplaats.

     

    Referenties: Wetteksten: art. 2, §5, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

  • Is de bijzondere bevoegdheidsregel van toepassing op studenten, enkel voor de toekenning van het leefloon?

    neen.

    De bijzondere bevoegdheidsregel voor studenten is zowel van toepassing op het leefloon, als op individuele maatschappelijke dienstverlening.

     

    Referenties:

    A. Wetteksten: art. 2, §6, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

    B. Omzendbrief van 3 augustus 2004 betreffende studenten en het leefloon

  • Worden de studies onderbroken wanneer de student ziek is?

    De studies worden niet onderbroken wanneer de student zijn studies niet kan verderzetten, naar aanleiding van zijn gezondheidstoestand, zolang dat hij ingeschreven blijft voor het lopende school- of academiejaar.

    Referenties:

    A. Wetteksten: art. 2, §6, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

    B. Omzendbrief van 3 augustus 2004 betreffende studenten en het leefloon