Voor jongeren, komende uit een voorziening van Bijzondere Jeugdbijstand, is het samenhuizen vaak een passende oplossing als transitfase tussen de instelling waar ze verbleven en volledig apart leven. Eenzaamheid is het grootste probleem waar deze jongeren mee kampen. Kunnen jongeren, komende uit een voorziening van Bijzondere Jeugdbijstand, die besluiten samen te wonen in een vorm van co-housing, beschouwd worden als alleenstaande voor de toekenning van het recht op maatschappelijke integratie ?

Fields

md xs sm lg