Fedasil is bevoegd om een opvangstructuur aan een asielzoeker toe te wijzen
Veelgestelde vragen
Gefilterd op:
-
Wie is bevoegd voor de toekenning van materiële hulp aan een asielzoeker? -
Een asielzoeker die een tweede asielaanvraag heeft ingediend en die geen code 207 no show heeft gekregen, kan hij aanspraak maken op maatschappelijke dienstverlening? Ja, een asielzoeker die een tweede asielaanvraag heeft ingediend en die geen code 207 no show heeft gekregen van Fedasil of wiens code 207 werd opgeheven, kan aanspraak maken op het recht op maatschappelijke dienstverlening vanwege het OCMW tijdens het administratieve cassatieberoep bij de Raad van State.
-
Een asielzoeker die een meervoudige asielaanvraag heeft ingediend en die geen code 207 no show heeft gekregen, kan hij aanspraak maken op maatschappelijke dienstverlening? Een asielzoeker die geen code 207 no show heeft gekregen van Fedasil of wiens code 207 werd opgeheven en die een meervoudige asielaanvraag heeft ingediend, kan aanspraak maken op het recht op maatschappelijke dienstverlening gedurende het beroep bij de RVV tegen de beslissing tot niet-inoverwegingname, voor zover het beroep bij de RVV schorsend is.
-
Een asielzoeker die een tweede, derde, ... asielaanvraag indient, kan hij aanspraak maken op het recht op maatschappelijke dienstverlening van het OCMW? Het OCMW mag geen maatschappelijke dienstverlening toekennen indien ten aanzien van deze asielzoeker een individueel gemotiveerde beslissing door Fedasil is genomen waardoor hij niet kan genieten van de materiële hulp (geconcretiseerd door een code 207 no show), zolang de asielaanvraag niet in overweging werd genomen door het CGVS of, in geval van beroep, door de RVV.
De medische begeleiding door Fedasil zoals voorzien in de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers, blijft echter gegarandeerd.
-
Een asielzoeker die afkomstig is uit een veilig land en die een beroep hangende heeft bij de RVV, maatschappelijke dienstverlening ontvangen? Ja. Sinds 31 mei 2014 heeft dit beroep een opschortend effect. Een asielzoeker die afkomstig is uit een veilig land, die geen code 207 heeft gekregen of wiens code 207 werd opgeheven en die een beroep hangende heeft bij de RVV, kan tijdens dit beroep voor de RVV aanspraak blijven maken op het recht op maatschappelijke dienstverlening van het OCMW.
-
Een asielzoeker die afkomstig is uit een veilig land en die bij de RVV een beroep in volle rechtsmac... Ja. Sinds 31 mei 2014 heeft dit beroep een opschortend effect. Deze asielzoeker kan dus blijven genieten van materiële hulp in de opvangstructuur op basis van dit beroep (zie instructies van Fedasil van 23 mei 2014).
-
Een asielzoeker die geen code 207 heeft gekregen van Fedasil of wiens code 207 werd opgeheven, kan hij recht hebben op maatschappelijke dienstverlening? Een asielzoeker die geen code 207 heeft gekregen van Fedasil of wiens code 207 werd opgeheven, kan aanspraak blijven maken op het recht op maatschappelijke dienstverlening gedurende het administratieve cassatieberoep bij de Raad van State tegen de beslissing van de RVV tot weigering van toekenning van het statuut van vluchteling of van subsidiaire bescherming en dit ongeacht de duur van de eventuele verlenging van het BVG.
-
Een asielzoeker die geen code 207 heeft gekregen van Fedasil of wiens code 207 werd opgeheven, kan hij aanspraak blijven maken op het recht op maatschappelijke dienstverlening in geval van een negatieve beslissing van het CGVS? Ja, een asielzoeker die geen code 207 heeft gekregen van Fedasil of wiens code 207 werd opgeheven, kan aanspraak blijven maken op het recht op maatschappelijke dienstverlening in geval van een negatieve beslissing van het CGVS en bij het ontbreken van een beroep bij de RVV tot de termijn om het bevel tot het verlaten van het grondgebied (bijlage 13quinquies) is verstreken.
-
De betrokkene had voor de afvoering van ambtswege een C-kaart. De C-kaart is niet meer geldig. Waar kan hij aanspraak op maken? De betrokkene die het recht van terugkeer wilt genieten, moet in het bezit zijn van een C-kaart waarvan de geldigheidsduur niet verstreken is. Indien de betrokkene een verstreken verblijfstitel overmaakt, kan er geen beroep gedaan worden op het recht op terugkeer. Als de betrokkene het Belgische grondgebied niet heeft verlaten, kan hij het vermoeden dat hij het Belgische grondgebied had verlaten, weerleggen. De betrokkene dient zich naar de gemeente te begeven met alle bewijzen hieromtrent. Het komt toe aan de Dienst Vreemdelingenzaken om zich uit te spreken of de betrokkene al dan niet het vermoeden heeft weerlegd en derhalve te bepalen of er nog een verblijfsrecht bestaat of niet. In afwachting van de beslissing van Dienst Vreemdelingenzaken, heeft de betrokkene enkel recht op dringende medische hulp.
-
De betrokkene had voor de afvoering van ambtswege een C-kaart. De C-kaart is nog geldig en de betrokkene is meer dan 1 jaar van ambtswege afgevoerd. Waar kan hij aanspraak op maken? De vreemdeling met een geldige C-kaart heeft gedurende 1 jaar een recht op terugkeer. Indien de betrokkene meer dan 1 jaar is afgevoerd, houdt dit in dat vanaf deze afvoering van ambtswege vermoed wordt dat de betrokkene zich niet meer bevindt op het Belgische grondgebied. Hierdoor kan er geen beroep gedaan worden op het recht op terugkeer. Als de betrokkene het Belgische grondgebied niet heeft verlaten, kan hij het vermoeden dat hij het Belgische grondgebied had verlaten, weerleggen. De betrokkene dient zich naar de gemeente te begeven met alle bewijzen hieromtrent. Het komt toe aan de Dienst Vreemdelingenzaken om zich uit te spreken of de betrokkene al dan niet het vermoeden heeft weerlegd en derhalve te bepalen of er nog een verblijfsrecht bestaat of niet. In afwachting van de beslissing van Dienst Vreemdelingenzaken, heeft de betrokkene enkel recht op dringende medische hulp.