Ja. Gedurende de periode dat een sanctie wordt uitgevoerd, wordt de uitbetaling van het leefloon geschorst, maar blijft het recht op maatschappelijke integratie behouden.
Veelgestelde vragen
Gefilterd op:
-
Telt een verblijf in het buitenland mee voor de berekening van 4 weken per kalenderjaar indien betrokkene op het moment van het verblijf onderworpen is aan een sanctie? -
Telt een verblijf in het buitenland mee voor de berekening van 4 weken per kalenderjaar indien betrokkene op het moment van het verblijf niet gerechtigd is op een leefloon? Neen. Om de periode van 4 weken per kalenderjaar te berekenen wordt enkel rekening gehouden met de periodes gedurende de welke betrokkene gerechtigd is op een leefloon.
-
Moet betrokkene het OCMW op de hoogte brengen indien hij minder dan 7 opeenvolgende dagen in het buitenland verblijft? Neen, de meldingsplicht geldt pas vanaf een verblijf van 7 of meer opeenvolgende dagen.
-
Wat houdt de nieuwe bepaling van artikel 23, § 5, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie concreet in? De bepaling omvat twee verschillende elementen, met name:
De verplichting voor betrokkene om het OCMW te verwittigen indien hij voor een periode van 7 opeenvolgende dagen of meer naar het buitenland vertrekt;
De schorsing van de uitbetaling van het leefloon dat de betrokkene meer dan 4 weken per kalenderjaar in het buitenland verblijft.
-
Mag het OCMW in het kader van het sociaal onderzoek systematisch de rekeninguittreksels van de laatste 3 maanden opvragen ? Neen.
Alhoewel het onderzoek naar de bestaansmiddelen van betrokkene een onmiskenbaar onderdeel uitmaakt van het sociaal onderzoek is het centrum niet toegelaten om systematisch alle rekeninguittreksels van betrokkene van de afgelopen 3 maanden op te vragen.
Een dergelijke praktijk betekent namelijk een inbreuk op het privé-leven van betrokkene. Deze kan namelijk niet verplicht worden om een overzicht te geven van zijn maandelijkse uitgaven. Zoniet zou dit betekenen dat het OCMW een voorwaarde toevoegt aan de wet welke niet voorzien is.
Onverminderd het feit dat het OCMW via andere wijzen een overzicht kan krijgen van de bestaansmiddelen van betrokkene (bv. kruispuntbank) moet het centrum op het moment van de aanvraag nagaan of betrokkene aan de wettelijk gestelde voorwaarden voldoet, onder andere of hij op dat moment over voldoende bestaansmiddelen beschikt of kan beschikken.
-
Hoe gebeurt de spi-vrijstelling indien het inkomen geen betrekking heeft op een volledige maand In eerste instantie moet het inkomen ge-extrapolleerd worden naar een inkomen op maandbasis. Van dit bedrag wordt de maandelijkse spi-vrijstelling afgetrokken.
Het bekomen maandbedrag wordt omgezet naar jaarbasis om hierop de jaarlijkse forfaitaire vrijstelling toe te passen.
Het aldus bekomen bedrag op jaarbasis wordt tenslotte opnieuw omgezet naar het aantal dagen/periode waarom het inkomen betrekking heeft.
-
Kan de spi-vrijstelling toegepast worden voor studenten die al aan het werk zijn vooraleer ze gerechtigd zijn op een leefloon ? Ja. De voorwaarde dat het moet gaan om een leefloongerechtigde die begint te werken geldt enkel bij de ‘gewone’ vrijstelling.
De spi-vrijstelling bij een student kan altijd toegepast worden vanaf het moment dat er een gpmi met de student is afgesloten omdat het opdoen van beroepservaring het doel is.
-
Moet de spi-vrijstelling toegepast worden indien iemand inkomsten heeft uit zwartwerk ? Neen.
De toepassing van de SPI-vrijstelling is een recht dat enkel mag toegepast worden bij een tewerkstelling in het reguliere arbeidscircuit waarin men hoopt betrokkene te reïntegreren.
-
Moet de spi-vrijstelling toegepast worden indien iemand over inkomsten beschikt die hoger zijn dan het leefloonbedrag waarop hij zou gerechtigd zijn ? Indien betrokkene aan de voorwaarden voldoet om de spi-vrijstelling toe te passen moet in eerste instantie steeds getracht worden deze toe te passen.
Er moet met name eerst nagegaan worden of betrokkene door deze toepassing al dan niet het recht op een (aanvullend) leefloon kan openen.
Voorbeeld dd. 01.01.2015
Een alleenstaande leefloongerechtigde (maandbedrag € 817,36) start een tewerkstelling en ontvangt € 1.000 per maand. Berekening :
1.000 – 234,55 = 765,45 < 817,36 Er is dus recht op een aanvullend leefloon.
Om na te gaan of betrokkene nog recht heeft op een aanvullend leefloon moet vanzelfsprekend wel rekening gehouden worden met alle bestaansmiddelen van betrokkene die niet zijn vrijgesteld.
Indien betrokkene nog gerechtigd is op een aanvullend leefloon moet de jaarlijkse forfaitaire vrijstelling van zijn categorie op het einde van de berekening van de bestaansmiddelen nog toegepast worden.
-
Hoe wordt de spi- vrijstelling toegepast indien iemand werkt met een afwijkend arbeidsregime ? Het gaat hier bv. om iemand die enkel werkt tijdens de weekends gedurende een hele maand of iemand die afwisselend een week wel en een week niet werkt.
Aangezien het gaat om een speciaal arbeidsregime worden de inkomsten in aanmerking genomen gedurende de hele periode die gedekt wordt door deze manier van werken, inbegrepen de dagen dat betrokkene niet werkt.