• Kan men aanspraak maken op werkloosheidsuitkeringen wanneer de tewerkstelling in het kader van een programma voor wedertewerkstelling (bijv.: doorstromingsprogramma of SINE) minder bedraagt dan 24 ononderbroken maanden?
    Neen. Om werkloosheidsuitkeringen te kunnen genieten, moet de werknemer een bepaald aantal bezoldigde werkdagen hebben gepresteerd tijdens een bepaalde referentieperiode. Deze referteperiode kan verlengd worden door bepaalde gebeurtenissen, waaronder een tewerkstelling in het kader van een programma voor wedertewerkstelling (waaronder DP of SINE) dat niet langer dan 24 ononderbroken maanden zou duren. In dat geval tellen de gepresteerde dagen onder DP- of SINE-contract niet mee voor de werkloosheid. (Cf. artikel 37, § 3 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering).

    Vanaf 1 november 2012 zal het recht op uitkeringen bij volledige werkloosheid echter belangrijke wijzigingen ondergaan. De regering heeft namelijk beslist om de toegangsvoorwaarden tot het bekomen van werkloosheidsuitkeringen te versoepelen. Bijgevolg zullen de werkdagen gepresteerd in het kader van een programma voor wedertewerkstelling (DP of SINE), voor en na 1 november 2012 voortaan in aanmerking worden genomen. (Cf. Koninklijk besluit van 23 juli 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering in het kader van de versterkte degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 december 2011 tot wijziging van de artikelen 27, 36, 36ter, 36quater, 36sexies, 40, 59quinquies, 59sexies, 63, 79, 92, 93, 94, 97, 124 en 131septies van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering).
  • Hoe moet, door de versoepeling van de reglementering betreffende de partnerschapsovereenkomsten waar...

    Artikel 7 van het koninklijk besluit van 23 september 2004 reglementeert de betalingsmodaliteiten van de financiële tussenkomst tussen het OCMW en zijn partners (regionale tewerkstellingsinstellingen of andere).

     

    Dit artikel verduidelijkt: "Naar aanleiding van de ondertekening van de individuele partnerschapovereenkomst wordt 50 % van de financiële tussenkomst door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn aan de openbare dienst voor arbeidsbemiddeling of de erkende partner(s) gestort. Het saldo van de financiële tussenkomst wordt betaald na uitvoering van de individuele partnerschapovereenkomst op basis van een schuldvordering van de openbare dienst voor arbeidsbemiddeling of de door deze dienst erkende partner(s).
    Indien meerdere partners betrokken zijn bij de uitvoering van de partnerschapovereenkomst, wordt de financiële tussenkomst over de verschillende partners verdeeld volgens het aantal uren opvolging waartoe iedere partner zich verbonden heeft, ook al wordt de tewerkstelling van de gerechtigde eerder verwezenlijkt. "

     

    Dit wil zeggen dat, wanneer de partnerschapsovereenkomst werd gesloten, het OCMW 50 % van de financiële tussenkomst waarin tussen hen contractueel werd voorzien, stort aan zijn partner(s).

    Het saldo van de financiële tussenkomst zal betaald worden na uitvoering van de partnerschapovereenkomst op basis van een schuldvordering van de partner(s) van het OCMW.

     

     

    Zo wordt, bijvoorbeeld, een overeenkomst gesloten tussen een OCMW en een partner, opdat deze laatste 20 % van de in de module vastgelegde uren uitvoert. De partner zal in totaal recht hebben op een financiële tussenkomst vanwege het OCMW die maximaal 20 % van het totaalbedrag zal uitmaken. Deze financiële tussenkomst zal als volgt verdeeld worden: 50 % op het ogenblik dat de overeenkomst wordt gesloten en de overige 50 % na uitvoering van de partnerschapsovereenkomst, op basis van een schuldvordering van de partner.

     

  • Wat is een partnerschapsovereenkomst (zogenaamde 500 Euro-maatregel)?

    De partnerschapsovereenkomst (of 500 Euro-maatregel) is een maatregel waarmee het OCMW een partnerschap sluit met de regionale tewerkstellingsdienst (ACTIRIS, FOREm, VDAB en, voor de Duitstalige Gemeenschap, das Arbeitsamt der Deutschsprachigen Gemeinschaft) of een of meer door het OCMW erkende partnerschappen om een rechthebbende individueel te begeleiden met het oog op zijn tewerkstelling op de reguliere arbeidsmarkt. De partners waarmee het OCMW samenwerkt ontvangen een financiële tegemoetkoming vanwege het OCMW voor het voltooien van de opdracht die hen werd opgedragen via het partnerschap. Voor de geïndividualiseerde begeleiding van de rechthebbende moet(en) de partner(s) een beroep doen op de methodes van het actief zoeken naar werk en/of job coaching, overeengekomen met het OCMW.

    Referenties: KB van 23 september 2004 tot vaststelling van de financiële tussenkomst vanwege het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn voor de begeleiding en de toeleiding van een gerechtigde op maatschappelijke integratie of een financiële maatschappelijke hulp naar een tewerkstelling in een onderneming

  • Hoe moeten de OCMW's de facturen behandelen die elkaar snel opvolgen om problemen met de berekening te vermijden?
    Wanneer een factuur wordt ingevoerd in een formulier van de informaticatoepassing voert het programma een berekening uit op basis van de bestaande informatie die opgeslagen is in de databank voor dezelfde hoofdbegunstigde. Opdat een toelage opgeslagen wordt in de databank, is het verplicht dat het overeenkomstige formulier werd verzonden en aanvaard. Het programma is niet in staat om te bepalen of er voor eenzelfde hoofdbegunstigde een lopende aanvraag tot beslissing bestaat. Er wordt dus gevraagd om de verschillende facturen apart te behandelen. De volgende factuur zal slechts eenmaal moeten worden ingevoerd, wanneer het vorige formulier aanvaard werd. Voor technische vragen, gelieve contact op te nemen met de Helpdesk OCMW's van Smals, ofwel telefonisch (02/787.58.28), ofwel per mail via het adres ocmw-cpas@smals.be. Voor vragen over de inhoud, gelieve contact op te nemen met de front desk van de POD MI, ofwel telefonisch (02/508.85.85), ofwel per mail via het adres vraag@mi-is.be.
  • Zijn er uitzonderingen voor de indieningstermijnen van de aanvraag?
    De enige uitzondering is het geval van overmacht. De overschrijding van de termijn van 60 dagen mag niet het resultaat zijn van een nalatigheid van de persoon. Als het OCMW van mening is dat deze persoon zijn aanvraag niet kon bezorgen binnen de verleende termijnen voor een reden die niet bij hem ligt en de aanvraag zo snel mogelijk bezorgd werd, kan van de termijn van 60 dagen worden afgeweken. Het OCMW moet de overmacht bevestigen.