Artikel
REMI is een online tool die op maat van ieder gezin vaststelt in welke mate het gezinsinkomen toereikend is om menswaardig te kunnen leven. Hiervoor vergelijkt de tool de gezinsinkomsten met de hoogte van de referentiebudgetten. Referentiebudgetten zijn geprijsde korven van goederen en diensten die op basis van wetenschappelijk onderzoek een antwoord geven op de vraag hoeveel inkomen een gezin minimaal nodig heeft om volwaardig aan de samenleving deel te nemen.
Via de REMI-tool kunnen OCMW-maatschappelijk werkers de referentiebudgetten, die worden ontwikkeld voor typegezinnen, aanpassen aan individuele behoefte- en leefsituaties. Wanneer het gezinsinkomen ontoereikend is, geeft de tool een negatief saldo. Daarnaast geeft REMI een gestructureerde overzicht van inkomsten en noodzakelijke uitgaven. Zo ondersteunt de tool maatschappelijk werkers en de rechthebbenden bij het zoeken naar effectieve wegen om de koopkracht van financieel behoeftige gezinnen structureel te verbeteren. De belangrijkste meerwaarde van REMI is dat deze maatwerk toelaat én vertrekt van eenvormige criteria voor het in rekening nemen van inkomsten en noodzakelijke uitgaven. Hierdoor worden clientsituaties gelijkwaardig behandeld over OCMW’s en maatschappelijk werkers heen.
Er worden online infosessies georganiseerd voor alle geïnteresseerde OCMW medewerkers. Dit kunnen maatschappelijk werkers, diensthoofden of leden van het BCSD zijn.
Schrijf je in via www.referentiebudget.be/kalender
Documents
FAQ
-
Wat is REMI? REMI is een online tool die op maat van ieder gezin vaststelt in welke mate het gezinsinkomen toereikend is om menswaardig te kunnen leven. Hiervoor vergelijkt de tool de gezinsinkomsten met de hoogte van de referentiebudgetten. Referentiebudgetten zijn geprijsde korven van goederen en diensten die op basis van wetenschappelijk onderzoek een antwoord geven op de vraag hoeveel inkomen een gezin minimaal nodig heeft om volwaardig aan de samenleving deel te nemen. Via de REMI-tool kunnen OCMW-maatschappelijk werkers de referentiebudgetten, die worden ontwikkeld voor typegezinnen, aanpassen aan individuele behoefte- en leefsituaties. Wanneer het gezinsinkomen ontoereikend is, geeft de tool een negatief saldo. Daarnaast geeft REMI een gestructureerd overzicht van inkomsten en noodzakelijke uitgaven. Zo ondersteunt de tool maatschappelijk werkers en hun cliënten bij het zoeken naar effectieve wegen om de koopkracht van financieel behoeftige gezinnen structureel te verbeteren. De belangrijkste meerwaarde van REMI is dat deze maatwerk toelaat én vertrekt van eenvormige criteria voor het in rekening nemen van inkomsten en noodzakelijke uitgaven. Hierdoor worden clientsituaties gelijkwaardig behandeld over OCMW’s en maatschappelijk werkers heen.
Van iedere cliëntsituatie bewaart REMI het meest recente dossier (gezinskenmerken, inkomsten en uitgaven) en de historiek van de resultaten van het financieel onderzoek (maandbudgetten). Het dossier en de bijhorende maandbudgetten zijn toegankelijk voor alle maatschappelijke werkers binnen eenzelfde OCMW.
Alle OCMW’s die een samenwerkingscontract en een verwerkersovereenkomst met Thomas More (CEBUD) hebben afgesloten, krijgen toegang tot de REMI-tool. Zijn moeten hiervoor geen extra software installeren. Het diensthoofd, of iemand die door de organisatie is aangesteld als beheerder, is verantwoordelijk voor het toegangsbeheer dat verloopt via BOSA FAS. Welke maatschappelijk werkers toegang krijgen (of weer verliezen) tot de tool is een interne aangelegenheid van het OCMW. Inloggen gebeurt aan de hand van twee-factor-authenticatie via de toepassing ITSME of via de elektronische ID-kaart van de maatschappelijk werker.
-
Kan de tool veilig worden gebruikt? Om de tool veilig te kunnen gebruiken, worden meerdere veiligheidsgaranties in acht genomen. De REMI-tool en de databases worden gehost in een datacenter met ISAE 3402 certificaat dat zich bevindt in Brussel. De gebruikers zullen enkel toegang krijgen tot de applicatie via Itsme of eID. De dataopslag voor back-ups en databases wordt geëncrypteerd en worden van het publieke deel afgeschermd door een stevige firewall & geoblocking (checkpoint L7 Nextgen firewall). Alle communicatiekanalen zijn beveiligd via TLS (encryptie). Alle security logs vertrekken van een reverse proxy server en worden in Elastic bewaard. De architectuur voorziet tevens in anti-malware op de VM’s en een Secure Remote Access. De applicatieve auditing zal gebeuren binnen de applicatie en inzichtelijk worden gemaakt via een scherm. Om te controleren op kwetsbaarheden die hackers in staat kunnen stellen om binnen te dringen zullen jaarlijks pentests worden uitgevoerd. Verder voorziet de applicatie in een helder gecommuniceerde ‘soft-delete’/archiveringsfunctie functie gekoppeld aan de wettelijke bewaartermijnen. De principes van beschikbaarheid, integriteit en veiligheid van de gegevens zijn gegarandeerd overeenkomstig de AVG. Dit wordt beschreven in de verwerkersovereenkomst tussen Thomas More en de OCMW’s.
-
Is de hoogte van de referentiebudgetten aangepast aan de inflatie? De referentiebudgetten zullen halfjaarlijks worden geïndexeerd aan de hand van de consumptieprijsindex zodat ze het huidige prijsniveau zo actueel mogelijk weerspiegelen. Om de 2,5 jaar wordt onderzocht of de index nog steeds een accurate weergave vormt van de prijsveranderingen van de noodzakelijke goederen en diensten opgenomen in de referentiebudgetten. De onderzoekers doen dit door de prijzen van alle artikelen handmatig te noteren waarbij ze focussen op minimale prijzen, die tegelijk aanvaardbaar en haalbaar zijn. Om de vijf jaar wordt de inhoud van de referentiebudgetten herzien door het consulteren van actuele richtlijnen, nieuwe wetenschappelijke kennis, experten en burgers in focusgroepen. Op deze manier blijven de referentiebudgetten in lijn met de veranderende maatschappelijke tendensen, verwachtingen en normen.
-
Kan REMI worden geïntegreerd in onze bestaande software? Alle OCMW’s kunnen vandaag gebruik maken van de REMI standalone tool. De afgelopen jaren werd de tool in Vlaanderen ook geïntegreerd in de applicaties van CIPAL SCHAUBROECK en CEVI. Hierdoor kunnen de bestaande gegevens uit het sociale dossier van een cliënt automatisch worden 'gemapt’, waardoor een dubbele invoer wordt vermeden. Vanzelfsprekend kunnen deze gegevens verder worden aangepast indien nodig. Beide software-bedrijven voorzien een informatie- en demonstratiemoment om hun klanten hierover meer informatie geven.
Voor de Waalse en Brusselse OCMW’s zullen tijdens de projectperiode (2023/2024) de nodige stappen worden gezet om ook voor hen deze integratie te realiseren. We doen ons uiterste best om dit snel te kunnen realiseren, maar kunnen hiervoor helaas nog geen timing vastleggen. Spoor alvast je eigen softwareleverancier aan om CEBUD hiervoor te contacteren.
-
Hoe inschrijven en welke vormingen? Om deel te kunnen nemen aan het project moet iedere OCMW een aanvraag voor betoelaging indienen bij de POD Maatschappelijke Integratie. De uiterste inschrijfdatum hiervoor is 31 maart 2023. Aanvragen ná deze datum komen niet meer in aanmerking voor subsidie.
https://forms-mi-is.be/form/aanvraag-voor-betoelaging-in-het
Van eind februari tot midden maart volgen er gratis online infosessies voor alle geïnteresseerde OCMW-medewerkers. Dit kunnen maatschappelijk werkers, diensthoofden of leden van het BCSD zijn. Deze sessies organiseren we vijf keer in het Nederlands en vijf keer in het Frans.
Iedere sessie duurt 1 à 1,5 uur.
Inhoud van de module:
- Korte toelichting van de wetenschappelijke achtergrond van de REMI-tool
- Uitgebreide demo en toelichting van het gebruik van REMI (toegang, gebruikersrollen, manier van invullen van het basisdossier en berekening van het maandbudget, belang van een afsprakenkader)
- Toegang tot de helpdesk
- Toelichting en ontsluiting achterliggend didactisch materiaal
- Warme uitnodiging voor een verdiepingsmodule op locatie of een online verdiepingsmodule (zie hieronder)
Inschrijven voor een infosessie kan via volgende link https://www.referentiebudget.be/kalender
De inschrijvingen voor deelname aan het project worden afgesloten op 31 maart 2023. Alle deelnemende OCMW’s krijgen vanaf 17 april een raamcontract (samenwerkings- en verwerkersovereenkomst) en een toetredingsdocument van Thomas More. Besturen die hun contract ondertekend terug bezorgen aan CEBUD, krijgen van 1 mei 2023 toegang tot de tool.
Het is niet mogelijk om vóór 1 mei toegang te krijgen tot de tool onder de vorm van een proeflicentie. Uiteraard kunnen besturen zich inhoudelijk wel voorbereiden op basis van het educatief materiaal dat beschikbaar is op de projectwebsite www.remiredi.be
Tijdens de maanden mei en juni 2023 worden verdiepingsmodules aangeboden aan alle OCMW-medewerkers van de deelnemende OCMW’s. Deze verdiepingsmodules worden gratis aangeboden. Na afloop worden tegen betaling broodjes aangeboden voor wie dit wenst. De verdiepingsmodules worden live georganiseerd in elke provincie en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG), vijf keer in het Nederlands, vijf keer in het Frans en twee keer in het Nederlands en het Frans in BHG. Daarnaast voorzien we enkele momenten om deze verdiepingsmodule online te volgen.
Iedere sessie duurt 2,5 à 3 uur.
Inhoud van de module:
- Referentiebudgetten: theoretische en methodische achtergrond, samenstelling, hoogte en gebruik
- Hoe REMI correct gebruiken binnen de hulpverlening om op maat van iedere gezinssituatie behoeftigheid vast te stellen en de hoogte van de Aanvullende Financiële Steun (AFS) te bepalen
- Het belang van een goed afsprakenkader bij het gebruik van de tool om behoeftigheid vast st stellen en AFS toe te kennen.
Zodra de kalender voor de verdiepingsmodule bekend is, wordt deze gepubliceerd op https://www.remiredi.be; via dewelke ook kan worden ingeschreven.
In het najaar van 2023, het voorjaar en najaar van 2024 worden er online herhaalopleidingen aangeboden voor OCMW-medewerkers (zoals nieuwe medewerkers) van de deelnemende OCMW’s die nog niet de mogelijkheid kregen om een opleiding te volgen.
De inhoud van de herhaalopleidingen is gelijk aan die van de verdiepingsmodule:
- Referentiebudgetten: theoretische en methodische achtergrond, samenstelling, hoogte en gebruik
- Hoe REMI correct gebruiken binnen de hulpverlening om op maat van iedere gezinssituatie behoeftigheid vast te stellen en de hoogte van de Aanvullende Financiële Steun (AFS) te bepalen
- Het belang van een goed afsprakenkader bij het gebruik van de tool om behoeftigheid vast st stellen en AFS toe te kennen.
-
Wat met bestaande gebruikers? In Vlaanderen gebruiken momenteel 45 besturen REMI actief in hun hulpverlening. Deze gebruikers worden niet automatisch ingeschreven in dit project. Ze moeten dus zelf een aanvraag voor de toelage indienen via de inschrijflink https://forms-mi-is.be/form/aanvraag-voor-betoelaging-in-het.
Hun bestaande contract wordt dan stopgezet en vervangen door een nieuw (raam)contract, zodat toegekende REMI-steun van na 1 mei 2023 in aanmerking kan worden genomen voor betoelaging door de projectsubsidie.
CEBUD voorziet een migratietraject zodat bestaande dossiers worden overgezet naar de vernieuwde tool. CEBUD contacteert hen rechtstreeks over de planning en werkwijze hieromtrent.
-
In welke ordegrootte liggen de licentieprijzen van de tool? Voor het gebruik van REMI/REDI wordt een jaarlijkse licentieprijs aangerekend. In de licentieprijs zijn inbegrepen: de update van de referentiebudgetten, het onderhoud en de update van de tool en de bijhorende software, een helpdesk, de verschillende opleidingsmodules (zie 2.1), de integratie in de bestaande software). De licentieprijs van REMI wordt bepaald op basis van het inwoneraantal van de gemeente en op basis van het aantal deelnemende OCMW’s. De prijs is onafhankelijk van het aantal dossiers of gebruikers. Ieder jaar wordt de licentieprijs geïndexeerd aan de hand van de Agoria-loonindex.
Er zijn 4 staffels op basis van inwoneraantal:
- 0-14.999 inwoners – blauwe lijn in grafiek
- 15.000 – 49.999 inwoners – oranje lijn in grafiek
- 50.000-100.000 inwoners – grijze lijn in grafiek
- >100.000 inwoners – gele lijn in grafiek
Er zijn 12 prijsvorken voorzien op basis van het aantal deelnemende besturen (van 50 deelnemende tot 581 deelnemende OCMW’s).
*De licentiekost wordt jaarlijks geïndexeerd met behulp van de Agoria-loonindex.
Bovenstaande grafiek toont het verloop van de licentieprijs. De grafiek toont een aanzienlijke daling van de licentieprijs wanneer 100 besturen deelnemen aan dit project.
Op basis van de interesse en vragen die we tot op vandaag kregen, schatten we in dat minimaal 150 besturen zullen deelnemen. In dat geval bedraagt de jaarlijkse licentieprijs (excl. btw) afhankelijk van het aantal inwoners van de gemeente
- 0 -14999 € 2.997
- 15000-49999 € 3.621
- 50000-100000 € 4.496
- > 100000 € 5.994
In het geval er dubbel zoveel (300) OCMW’s deelnemen bedraagt de licentieprijs (excl. btw)
- 0 -14999 € 1.560
- 15000-49999 € 1.885
- 50000-100000 € 2.340
- > 100000 € 3.120
Voor OCMW’s die deelnemen tijdens deze projectperiode (2023-2024) zijn er daarna geen verplichtingen. Zij kunnen te allen tijden het contract opzeggen indien gewenst. Afhankelijk van het aantal OCMW’s dat REMI verder wenst te gebruiken vanaf 01.01.2025, wordt een prijs bepaald aan de hand van dezelfde bovengenoemde criteria. Alle OCMW’s zullen in november 2024 worden gecontacteerd met de vraag of zij de licentie van REMI wensen te verlengen vanaf 2025. Op basis hiervan wordt een nieuwe samenwerkings- en verwerkingsovereenkomst uitgewerkt met daarin de aangepaste licentieprijs.
-
Hoeveel subsidie voorziet de overheid en wat zijn de voorwaarden? De federale regering maakt een budget vrij van 35 miljoen euro per jaar voor de begrotingsjaren 2023 en 2024.
Deze middelen worden onder de deelnemende OCMW’s verdeeld volgens de verdeelsleutel: 75% op basis van het aantal (equivalent) leefloongerechtigden en 25% op basis van het aantal gerechtigden op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming.
Een deel van de toelage is bestemd om tijdens de toelageperiode, de kost van de REMI-licentie te dekken en een deel om aanvullende financiële steun na gebruik van REMI, toe te kennen. De eerste toelageperiode loopt van 1 mei 2023 t.e.m. 28 februari 2024. De tweede toelageperiode loopt van 1 maart 2024 tot en met 31 december 2024. De OCMW’s die de toelage niet gebruiken tijdens de eerste toelageperiode, kunnen geen aanspraak maken op de toelage tijdens de tweede toelageperiode.
Om het bedrag per OCMW te kennen moet eerst geweten zijn hoeveel OCMW’s wensen gebruik te maken van de REMI-toelage. De OCMW’s hebben tot 31 maart 2023 de tijd om hun deelname te bevestigen. Eens geweten is hoeveel OCMW’s wensen gebruik te maken van de REMI-toelage kan de prijs voor de licentie en het bedrag voor de aanvullende financiële steun (AFS) vastgelegd worden. Tegen 1 mei 2023 weet elk OCMW via een ministerieel besluit hoeveel subsidies zij ter beschikking krijgt om de licentie te betalen en REMI steun te verlenen voor de periode 1 mei 2023-28 februari 2024. Een gelijkaardige procedure zal worden gevolgd voor de volgende subsidieperiode van 1 maart 2024 tot en met 31 december 2024. Als de aan het OCMW toegekende enveloppe opgebruikt is voor het einde van de toelageperiode dan komt de POD MI niet meer tussen voor de resterende subsidieperiode.
Of er nog een vervolg komt op de subsidiëring is momenteel niet te zeggen. Dit zal afhangen van het succes van het huidige project en of de volgende regering hiervoor een budget zal vrijmaken. De huidige financiering loopt tot eind 2024. Het is niet de bedoeling om het instrument verplicht te maken in de toekomst.
-
Welke controlemechanismen voorziet de POD MI? De POD MI zal zowel een financiële als een kwalitatieve controle uitvoeren. Er zal een kruiscontrole worden uitgevoerd tussen de gegevens van de behoeftediagnose zoals uitgevoerd door de REMI-tool en de verklaringen van de OCMW's in het Uniek Jaarverslag. Het doel van deze controle is na te gaan of de REMI-tool daadwerkelijk gebruikt werd, wat een voorwaarde voor het verkrijgen van bijkomende steun van de POD MI is, en of het gesubsidieerde bedrag niet hoger is dan het negatieve saldo zoals berekend door de REMI-tool. Daarnaast zullen de gebruikelijke controles op het gebruik van subsidies worden uitgevoerd. Concreet zal de controle gebeuren door een “on-desk” controle op basis van de rapportage via het Uniek Jaarverslag. Er zal geen inspectie worden uitgevoerd. De POD MI analyseert momenteel de rapportagemodaliteiten zodat de rapportage via het Uniek Jaarverslag voor de OCMW's zo eenvoudig mogelijk zal verlopen. Deze rapportage zal begin maart 2024 opengesteld worden voor de OCMW’s. Voor het einde van 2023 zal er een handleiding beschikbaar zijn.
-
Welke types van aanvullende steun komen in aanmerking voor de subsidies? De REMI tool zal op basis van een vergelijking van de inkomsten en minimaal noodzakelijke uitgaven van de gerechtigde een negatief of positief saldo berekenen. Dit moet niet noodzakelijkerwijs meteen worden uitgekeerd als aanvullende financiële steun, maar moet worden gezien als het startpunt van de hulpverlening. Wanneer blijkt dat de gerechtigde een negatief saldo en dus een financieel tekort heeft, is het de bedoeling dat er aan de hand van de tool wordt bekeken hoe dit tekort kan worden weggewerkt en zo de negatieve vicieuze cirkel van armoede kan worden doorbroken. Dit hoeft niet per sé door middel van aanvullende financiële steun. Logischerwijs worden eerst de andere (structurele) opties bekeken: Waar kunnen nog rechten worden uitgeput, bv. Het recht op verhoogde tegemoetkoming? Waar kunnen uitgaven worden verlaagd, bv. door het zoeken van goedkopere of sociale (kwaliteitsvolle) huisvesting, door een voordeliger internettarief? Kan het inkomen worden verhoogd bv. Door middel van activering en hoe kan dit verder worden ondersteund? Waar is er nood aan budgethulpverlening, opleidingen, psychologische ondersteuning, enzovoort?
Wanneer de maatschappelijk werker de REMI-tool samen met de gerechtigde invult, verwerft deze vaak een beter inzicht in zijn huishoudbudget en kan hij/zij meezoeken naar haalbare wegen om zijn budget in evenwicht te brengen en naar welke stappen hij hiervoor zelf kan nemen. Onderzoek heeft immers aangetoond dat wanneer de gerechtigde zelf meedenkt over mogelijke oplossingen en zijn rol hierin, effectiever blijkt dan methodieken waarbij maatregelen extern worden voorgesteld of opgelegd.
Wanneer alle opties zijn afgevinkt en alle bestaande maatregelen zijn uitgeput, maar er blijft nog steeds een structureel financieel tekort, wordt aangeraden om dit negatieve saldo volledig (tijdelijk) bij te passen door middel van aanvullende financiële steun. Deze aanvullende financiële steun komt dan bovenop alle andere toelages (zoals bv. de toelage participatie en sociale activering, energiefonds, …) en sociale voordelen die de cliënt al ontvangt maar die – zoals blijkt uit de REMI tool – onvoldoende zijn om volwaardig te kunnen deelnemen aan de samenleving. Op deze manier krijgt de gerechtigde meer financiële ruimte en kunnen er andere lange termijnoplossingen worden bekeken om uit de armoede te geraken.
Tijdens dit proefproject in 2023-2024 wordt deze aanvullende financiële steun op basis van REMI gesubsidieerd door de federale overheid. De gesloten enveloppe kan zowel worden gebruikt voor éénmalige als voor langdurige aanvullende financiële steun (AFS), maar mag het negatief saldo niet overschrijden. De REMI-toelage kan niet worden aangewend om aanvullende steun in natura te financieren. Het OCMW kan ervoor kiezen om AFS toe te kennen zonder deze te binden aan specifieke uitgaven of kan afspraken maken met de gerechtigde over de bestemming van de AFS (vb. om huur-, energie, -school- , medische facturen te betalen). Dit kan ook betekenen dat de AFS wordt gebruikt om openstaande facturen te betalen. Het komt aan het OCMW toe om op te volgen of de middelen werden besteed waarvoor ze bedoeld zijn.
De REMI-toelage kan zowel voor éénmalige als voor langdurige AFS gebruikt worden. Het OCMW bepaalt zelf, in functie van de budgettaire ruimte die het OCMW hiervoor kan/wil vrijmaken, of het na uitputting van de REMI-toelage nog AFS toekent uit eigen middelen.
Het OCMW behoudt dus lokale autonomie en kiest zelf wanneer en hoe er AFS wordt uitgekeerd. Hoe wordt omgegaan met de output van REMI/REDI moet worden afgesproken op het niveau van het OCMW. Het expertisecentrum voor Budget en Financieel Welzijn ontwikkelde zelf een afsprakenkader waarin de courante praktijken van huidige REMI gebruikers en het advies van de onderzoekers wordt beschreven. Dit kan worden gebruikt ter inspiratie en ondersteuning voor het ontwikkelen van een eigen lokaal afsprakenkader.
-
Waarop moet het activeringstraject zich richten en welke vorm moet het aannemen? Om in aanmerking te komen voor aanvullende financiële steun (AFS) moet de gerechtigde zich engageren om mee te werken aan zijn/haar activeringstraject, tenzij dit om gezondheids- of billijkheidsredenen niet kan, de persoon reeds in een activeringstraject zit of al (deels) aan het werk is.
De REMI tool zal op basis van een vergelijking van de inkomsten en minimaal noodzakelijke uitgaven van de gerechtigde een negatief of positief saldo berekenen. Wanneer blijkt dat de gerechtigde een negatief saldo en dus een financieel tekort heeft, moet dit niet noodzakelijkerwijs worden uitgekeerd als AFS, maar moet gezien worden als het startpunt van de begeleiding.
Aan de hand van de REMI-tool wordt bekeken hoe dit tekort kan worden weggewerkt en welke begeleiding kan geboden worden om de gerechtigde te ondersteunen om zijn zelfredzaamheid te verhogen.
Deze begeleiding vertaalt zich in een activeringstraject en kan erop gericht zijn om het inkomen te verhogen aan de hand van een traject naar tewerkstelling maar kan er ook op gericht zijn om drempels die een volwaardige deelname aan de samenleving verhinderen, weg te werken en te werken aan bv. taal, persoonlijke ontwikkeling, budgetbeheer, …. De maatschappelijk werker is het best geplaatst om de inhoud van het activeringtraject samen met de betrokken persoon/gezin te bepalen.
Het activeringstraject kan geformaliseerd worden aan de hand van een GPMI of een ander begeleidingsinstrument dat het OCMW zelf kiest.
Het OCMW bepaalt zelf de doelgroep waarvoor REMI wordt toegepast. Gezien het moeilijk is om een activeringstraject op te zetten voor personen die éénmalig een hulpvraag komen stellen, kan het OCMW ervoor kiezen om REMI niet toe te passen voor deze doelgroep. Indien ook voor deze doelgroep REMI wordt toegepast, kan het OCMW beslissen om voor deze doelgroep geen activeringstraject op te starten omwille van billijkheidsredenen.
Bij de verantwoording zal het OCMW moeten aangeven of er al dan niet een activeringstraject werd opgezet
-
Hoe wordt gecontroleerd of een activeringstraject werd opgezet? Om in aanmerking te komen voor aanvullende financiële steun (AFS) in het kader van REMI, moet de gerechtigde zich engageren om mee te werken aan zijn/haar activeringstraject, tenzij dit om gezondheids- of billijkheidsredenen niet kan, de persoon reeds in een activeringstraject zit of al (deels) aan het werk is.
Dit activeringstraject kan erop gericht zijn om het inkomen te verhogen aan de hand van een traject naar tewerkstelling maar kan er ook op gericht zijn om drempels die een volwaardige deelname aan de samenleving verhinderen, weg te werken en te werken aan bv. taal, persoonlijke ontwikkeling, budgetbeheer, …. De maatschappelijk werker is het best geplaatst om de inhoud van het activeringtraject samen met de betrokken persoon/gezin te bepalen.
Het activeringstraject kan geformaliseerd worden aan de hand van een GPMI of een ander begeleidingsinstrument dat het OCMW zelf kiest.
De controle van de REMI-toelage wordt uitgevoerd aan de hand van de gegevens die het OCMW ingeeft in het Uniek Jaarverslag ter verantwoording van de toelage. De controle is gebaseerd op een risicoanalyse die de niveaus van potentiële risico's bij een niet-conforme toepassing van het toelagebesluit beoordeelt, zoals bvb. of REMI effectief werd gebruikt, of de AFS binnen de toelageperiode valt, of er een activeringstraject werd opgezet,…. Wanneer een hoog risico wordt vastgesteld op basis van de doorgegeven verantwoordingsgegevens in het Uniek Jaarverslag, kan de POD MI bijkomende verantwoordingsstukken opvragen in het kader van de controle.
Wat het activeringstraject betreft, kan de vervulling van deze voorwaarde aangetoond worden aan de hand van een GPMI indien van toepassing of aan de hand van elementen uit het sociaal dossier waaruit blijkt dat de persoon een activeringstraject heeft gevolgd (vb. budgetbeheer, taalopleiding, traject VDAB/Actiris/Forem,…) of is vrijgesteld vanwege één van de uitzonderingsmaatregelen.
-
Wanneer en hoe zal de REMI-toelage uitbetaald worden? De volledige REMI-toelage wordt aan ieder deelnemend OCMW uitbetaald op 31 mei 2023. Het volledige bedrag wordt in één keer uitbetaald voor de toelageperiode die loopt van 1 mei 2023 tot en met 29 februari 2024.
-
Bestaan er voorrangsregels binnen de POD-toelagen (vb. toelage GPMI, REMI, participatie en sociale activering, fonds gas en elektriciteit,…? Het is aanbevolen om de beschikbare toelagen beheerd door de POD MI te gebruiken volgens de hoofddoelstelling waarvoor de toelage werd gecreëerd. Wanneer meerdere toelagen kunnen aangesproken worden omdat de doelstellingen (deels) overlappen, is het aan het OCMW om te bepalen welke toelage eerst wordt gebruikt, eventueel in functie van de beschikbare enveloppe van het OCMW. Niet-verantwoorde bedragen zullen worden teruggevorderd volgens de bepalingen van het betreffende toelagebesluit. Overdrachten van de ene enveloppe naar de andere zijn niet mogelijk.
-
Welke verantwoordingsstukken kunnen opgevraagd worden in het kader van de controle van het activeringstraject? Net als bij iedere andere vorm van maatschappelijke dienstverlening, moet iedere toekenning in het kader van de REMI-toelage gevolgd worden door een beslissing die bekrachtigd wordt door het bevoegde orgaan van het OCMW.
Deze beslissing vermeldt best tegelijk het activeringstraject waartoe de gerechtigde zich engageert of de redenen van vrijstelling hiervan. Deze beslissing en het sociaal verslag op basis waarvan de beslissing wordt genomen moeten kunnen voorgelegd worden op verzoek van de controle vanuit de POD MI.
-
Welke vorm moet het activeringstraject aannemen? Het activeringstraject kan geformaliseerd worden aan de hand van een GPMI of een ander begeleidingsinstrument dat het OCMW zelf kiest. Er worden dus geen vormvereisten opgelegd.
De maatschappelijk werker is het best geplaatst om de inhoud van het activeringtraject samen met de betrokken persoon te bepalen, alsook om afspraken te maken over de opvolging en de vorm van het activeringstraject.
Het activeringstraject kan erop gericht zijn om het inkomen te verhogen aan de hand van een traject naar tewerkstelling maar kan er ook op gericht zijn om drempels die een volwaardige deelname aan de samenleving verhinderen, weg te werken en te werken aan bv. taal, persoonlijke ontwikkeling, budgetbeheer, ….
-
Moet het activeringstraject goedgekeurd worden op het BCSD? Net als bij iedere andere vorm van maatschappelijke dienstverlening, moet iedere toekenning in het kader van de REMI-toelage gevolgd worden door een beslissing die bekrachtigd wordt door het bevoegde orgaan van het OCMW.
Deze beslissing vermeldt best tegelijk het activeringstraject waartoe de gerechtigde zich engageert of de redenen van vrijstelling hiervan.
-
Is de toekenning van steun in het kader van de REMI-toelage afhankelijk van het activeringstraject? Ja, om in aanmerking te komen voor steun in het kader van de REMI-toelage, moet de gerechtigde zich engageren om mee te werken aan zijn/haar activeringstraject, tenzij dit om gezondheids- of billijkheidsredenen niet kan, de persoon reeds in een activeringstraject zit of al (deels) aan het werk is.
Wanneer iemand zich niet (meer) engageert om mee te werken aan zijn/haar activeringstraject (via een GPMI of een ander begeleidingsinstrument), dan komt de persoon niet in aanmerking voor steun in het kader van de REMI-toelage.
-
Binnen welke periode moet de REMI-behoeftediagnose uitgevoerd worden om gebruik te kunnen maken van de REMI-toelage? Om een bepaalde uitgave te kunnen aanrekenen op de REMI-toelage moet de datum van de beslissing binnen de toelageperiode vallen en moet het OCMW de behoeftediagnose uitgevoerd hebben tijdens de toelageperiode met name tussen 1 mei 2023 en 29 februari 2024 voor het eerste toelagejaar.
Aanvullende financiële steun die wordt uitgekeerd op basis van een REMI-behoeftediagnose die buiten deze toelageperiode werd uitgevoerd komt niet in aanmerking voor de REMI-toelage.
Dus kan de REMI-toelage enkel toegekend worden na gebruik van de REMI-tool, op basis van een behoeftediagnose die werd uitgevoerd binnen de toelageperiode. Het is niet mogelijk om aanvullende financiële steun met terugwerkende kracht toe te kennen op basis van een behoeftediagnose die later wordt uitgevoerd.
-
Is het mogelijk om in het kader van de REMI-toelage, bij bijvoorbeeld een beslissing in de referteperiode, een financiële steun toe te kennen met terugwerkende kracht ? Neen, de steun kan niet retroactief toegekend worden. De datum van de behoeftediagnose – die ook binnen de toelageperiode moet vallen - is bepalend voor de toekenning van de aanvullende financiële steun.
De subsidierapportage zal rekening houden met de data van de behoefteanalyses en de beslissingsdata. Als deze data zich niet binnen de subsidieperiode bevinden dan kan er geen terugbetaling gebeuren via de subsidie toegekend door de POD Maatschappelijke Integratie.
-
Kan de REMI-toelage gebruikt worden om de betrokkene terugvorderbare steun toe te kennen? Neen. De financiële steun, toegekend via de REMI-tool, heeft geen terugvorderbaar karakter. Het gaat om steun die wordt toegekend om ervoor te zorgen dat de betrokkene een waardig leven kan leiden en toegang kan hebben tot een aantal goederen en diensten en niet tot terugvorderbare steun.
-
Moet de aanvullende financiële steun binnen de subsidieperiode worden betaald? Nee, dit is geen voorwaarde voor toekenning.
De elementen die nodig zijn voor toekenning van de subsidie zijn het gebruik van de REMI-tool en de beslissing die tijdens de subsidieperiode is genomen. Betalingen die niet tijdens de subsidieperiode uitgevoerd werden, kunnen echter wel door de administratie worden gecontroleerd.
Wetgeving
-
Koninklijk besluit van 22 januari 2023 houdende een toelage voor het gebruik van de REMI-tool om aanvullende financiële steun te verlenen aan OCMW-begunstigden
Koninklijke besluiten -
Omzendbrief van 10 maart 2023 betreffende het koninklijk besluit van 22 januari 2023 houdende een toelage voor het gebruik van de REMI-tool om aanvullende financiële steun te verlenen aan OCMW-begunstigden
Omzendbrieven -
Ministeriel besluit van 18 april 2023 ter uitvoering van artikel 2 van het koninklijk besluit van 22 januari 2023 houdende een toelage voor het gebruik van de REMI-tool om aanvullende financiële steun te verlenen aan OCMW-begunstigden
Arrêté Ministériel -
Ministeriel besluit van 27 maart 2024 tot uitvoering van artikel 2 van het koninklijk besluit van 13 maart 2024 houdende een toelage voor het gebruik van de REMI-tool om aanvullende financiële steun te verlenen aan OCMW-begunstigden
Arrêté Ministériel